Het mooiste van de komst van F1 naar Nederland, is dat jij straks kunt zeggen dat je zelf gereden hebt op een echt F1-circuit. Misschien wel het mooiste F1-circuit op de kalender. Er zijn talloze mogelijkheden om zelf over het asfalt van het vernieuwde duinencircuit te vliegen. Maar waar moet je nou op letten als je op het vernieuwde Circuit Zandvoort wilt rijden? Ook als je al genoeg ervaring hebt, zijn er genoeg aandachtspunten.
Porsche nodigde ons uit om in te stappen als passagier bij een Porsche 911 GT2 Clubsport voor een rondje over het nieuwe Circuit Zandvoort, die video zie je hier (klik maar). Nadat we een ontsnappingspoging van de lunch konden voorkomen en ons gezicht weer kleur had, vroegen we Jesse van Kuijk voor wat tips wanneer we zelf op Circuit Zandvoort gaan rijden, want het circuit is op sommige plaatsen nogal ingrijpend veranderd. Vooral de Arie Luyendijkbocht en Hugenholtz zijn rigoureus omgeploegd.
Jesse rijdt voor het Nederlandse Team GP Elite in de Porsche Carrera Cup Benelux. Vorig jaar won teamgenoot Max van Splunteren de titel en ook dit jaar wil het raceteam het kampioenschap winnen. F1-fans zullen de teamnaam vaker gaan zien, want vanaf dit jaar rijdt Team GP Elite ook in het voorprogramma van de F1, in de Porsche Mobil 1 Supercup. Je herkent het volledig Nederlandse team aan de oranje 911 GT3 Cup.
Voor bekenden op Circuit Zandvoort is de eerste grote wijziging direct duidelijk, want dat is de uitgang van de pitstraat. Voorheen ging je vóór de Tarzanbocht de baan op, nu zit de uitgang van de pitstraat na de lef-bocht. Dan kom je gelijk aan bij de Gerlachbocht, hierbij is belangrijk dat je wel iets van de buitenkant afkomt zodat je recht kunt aanremmen, zeker als je auto geen ABS heeft. ‘De bocht heeft voor m’n gevoel iets meer grip, dus je kunt hem iets sneller nemen’, vertelt Jesse.
Hugenholtzbocht en Scheivlak
‘Hugenholtz is totaal anders. Er zijn heel veel lijnen mogelijk. Je kunt er best wel hard in, en ik mis de binnenkant van de bocht best veel omdat je hoog in de bocht nog veel kunt roteren [sturen, red.] door de banking en veel exit-snelheid kunt halen. De exit is heel belangrijk, want je wilt vroeg op het gas kunnen voor het rechte stuk dat volgt.’ Hij voegt toe: ‘De bocht is makkelijker geworden. Voorheen stond er daar een muur en was er meer risico. Je kunt in zo’n banking best veel doen voordat er iets gebeurt.’
Hoewel het asfalt na de nieuwe Hugenholtzbocht hetzelfde is als eerst, ligt het tempo omhoog richting Scheivlak een stuk hoger door de snellere exit. ‘De Toyotabocht, rechtsaf voor het korte circuit, is weg. Waar veel mensen zich in verslikken is dat je voorheen je wielen daar op positioneerde zonder dat je het doorhad, maar daar ligt nu zand of gras. Daar moet je goed opletten dat je niet te veel naar buiten gaat.’ Oh, en de kuilen voor Scheivlak liggen er nog steeds, dus daar moet je wakker blijven.
Mastersbocht en Audi S
‘In de Mastersbocht ligt een broodje [een hoge kerb] in de bocht, die is wel heel hoog. De lage kerb kun je nog meenemen, maar het broodje, daar moet je van afblijven. Voorheen lag daar een putdeksel en daar ging je al liever niet overheen.’ Door de uitloopstrook lijkt de Mastersbocht iets minder krap, waardoor je nipt sneller kunt gaan. De Renaultbocht en de bocht zonder naam zijn hetzelfde. Vanaf het punt waar je remt voor Audi S is het asfalt weer nieuw. ‘Er lijkt meer grip te zijn en je kunt vroeg op het gas door de banking.’
Kumhobocht en Arie Luyendijkbocht
Door de nieuwe Arie Luyendijkbocht is de Kumhobocht extra belangrijk geworden: ‘Het is echt een exitbocht geworden omdat er eigenlijk een recht stuk achter zit. De laatste bocht is vol gas.’ Hoe goed je de voorlaatste bocht neemt, bepaalt eigenlijk de snelheid die je haalt voor de Tarzanbocht. ‘De exit-kerb van Kumho kun je goed pakken. Daarna is het vol gas houden.’ De Arie Luyendijk is veel in het nieuws geweest omdat het nu een grote kombocht is geworden. Als je er rijdt, is het heel imposant, maar heel eng of gevaarlijk is het gelukkig niet.
Door de verkanting in de Arie Luyendijkbocht kom je met een hogere snelheid aan bij de Tarzanbocht. Het is dus heel belangrijk dat je opnieuw een rempunt vindt. ‘Dat is aan het begin zoeken. Het is lastig om een referentie te vinden, wij komen met 15 tot 20 km/u harder aan in een 911 GT3 Cup-auto’, zegt hij. Het verloop van de Tarzanbocht is niet anders, maar aan de binnenkant ligt nu een ander soort kerbstone. ‘Die is vrij vlak, daar kun je overheen. Kerb bij het uitrijden kun je ook nog altijd nemen.’
Reacties