1e rij-indruk: Toyota iQ

De iQ is Toyota’s frontale aanval op de mobiele overbevolking van de stad: vier zitplaatsen in een autootje dat minder dan 3 meter lang is. Maar dat kán toch helemaal niet? Yes, we can!

Wat vinden we van de Toyota iQ?
Het concept is niets minder dan briljant. Realiseer je wel: de iQ is maar 28 centimetertjes langer dan een Smart en dik 40 centimeter korter dan de eigen stadsvlo Aygo. En toch kun je er vier man in kwijt. Vooruit, met een beetje gewoeker. Voor maximale menskracht in de iQ moet de passagiersstoel een flink end naar voren, tot je nét niet met je knieën tegen het dashboard zit. Achter die passagier kan dan een volwassene zitten, op de geheel naar achteren geschoven achterstoel. Bagageruimte heb je daar dan niet meer. Die achterpassagier zit nog niet eens zo beroerd ook: beenruimte is er net genoeg, en als je niet langer bent dan 1,85 meter gaat het met je hoofd ook net. Als de bestuurder enigszins fatsoenlijk wil zitten, kan achter hem een (klein) kind zitten. Toyota is wel zo eerlijk om de iQ dan ook een ‘3+1’ te noemen. Zit er niemand achterin en moet er wel veel rotzooi mee, dan klap je de achterbankleuning om en heb je 238 liter bagageruimte tot je beschikking. Het is bijna onvoorstelbaar dat het kan, maar de iQ bewijst het. De ingenieurs zijn dan ook naar eigen zeggen bijna 3 jaar aan het sprokkelen geweest naar millimeters en hebben het ‘m nog geflikt ook, met een serie uiterst inventieve technische ingrepen. Zo is de brandstoftank extreem plat en onder de vloer geplaatst, buigt de stuurstang halverwege af en is de verwarmings-/airco-unit supercompact gemaakt. Het differentieel is nog vóór de motor geplaatst, waardoor de motorruimte nog compacter kon worden gemaakt – dat scheelde zomaar 12 centimeter.

Hoe rijdt de Toyota iQ?
Verrassend goed. Oké, door de erg korte wielbasis (wieltjesbasis..?) voel je korte hobbels in het wegdek wel doorkomen, maar verder is de iQ bijzonder vriendelijk geveerd. Waar een Smart op de snelweg niet altijd even leuk is, rijdt de iQ daar alleen maar beter – we hebben 175 op de teller gehad (ssst…) en het voelde allemaal nog buitengewoon stabiel. Opmerkelijk genoeg valt het geluidsniveau zelfs bij dat soort snelheden nog reuze mee; bij normaal gebruik is de iQ uitgesproken stil. Grappig en superpraktisch is de idioot korte draaicirkel: maar 3,9 meter, het automobiele equivalent van een pirouette. Dat je het weet: een Smart heeft 8,8 meter nodig… Het eenliter driecilindertje levert maar 68 pk, maar de iQ weegt slechts 845 kilo, en daar heeft dat Mickey Mousemotortje verrassend weinig moeite mee. Van 0 tot 100 ben je 14,7 seconden onderweg. Lijkt veel, maar valt mee; het zijn vooral die laatste kilometers die wat langer duren. In de praktijk van het stadsverkeer zit je gewoon vlot op de 50, 60 km/u die je daar mag rijden en kun je uitstekend met de rest van het verkeer mee. Daarbij verbruik je maar 4,3 l/100 km en, ook belangrijk qua belastingen en dergelijke: je stoot elke kilometer maar 99 gram CO2 uit. Er is trouwens ook een diesel, een 1.4 D-4D met 90 pk en 190 Nm. Die gaat werkelijk als vergif, maar zal door de bespottelijke dieselboetes in Nederland zo goed als onbetaalbaar worden.

Wat zijn de sterke punten van de Toyota iQ?
Vooral z’n veelzijdigheid en z’n (totale gebrek aan) grootte.  Geen parkeerplek zo klein of er past wel een iQ in. Daarbij is er bijzonder veel aandacht besteed aan de veiligheid. Toyota mikt zeer nadrukkelijk op een 5-sterrenwaardering van Euro-NCAP, en ze weten natuurlijk precies wat daarvoor nodig is. Hun eigen versie van ESP, VSC+ geheten, is standaard, evenals maar liefst 9 airbags. Naast de gebruikelijke exemplaren zijn er een knie-airbag voor de bestuurder en zit er in de stoel van de passagier een die ervoor zorgt dat z’n knieën worden opgetrokken en niet tegen het dashboard komen. Daarnaast zijn er zij-airbags en, primeur, een achterruit-airbag. Ook een sterk punt: het ding rijdt gewoon goed en Toyota kennende krijg je hem niet kapot ook.

Waar is de Toyota iQ minder goed in?
Twee dingen. Allereerst is het interieur niet echt top, zowel qua ontwerp als qua materiaalgebruik. Ze hebben heus hun best gedaan, maar het is niet half zo speciaal als het idee achter of het uiterlijk van de iQ, om over concurrenten als de Fiat 500 nog maar te zwijgen. De gebruikte plastics zijn over het algemeen knalhard. Dat zouden we op zich nog begrijpen – het moet uit de lengte of de breedte komen – als de prijs van de auto maar in orde was. Maar dat is het grootste probleem van de iQ. De definitieve prijs zal pas bekend worden als duidelijk is wat er met de BPM-wetgeving gaat gebeuren. Zoals het er nu uitziet zal de iQ vanwege z’n milieuvriendelijkheid vrijgesteld worden van BPM, en dan nóg zal de prijs rond de 13 duizend euro bedragen. Dat is meer dan de duurste Aygo, en je kunt zelfs Yarissen krijgen die minder kosten. De Fiat 500, waar Toyota met beduidend meer dan alleen een scheef oog naar heeft gekeken, is er ook al voor minder. ‘Niet als je de uitrusting meerekent,’ zeggen ze bij Toyota. Dat mag zo zijn, maar dat ligt ook aan het feit dat de iQ wel érg riant in z’n spulletjes zit. Heb je bijvoorbeeld lichtmetalen velgen, airco, keyless entry en leer om je stuur echt nodig op een iQ? Lijkt ons niet, maar je hebt geen keus want het zit er nu eenmaal op. En voor (veel minder dan) dat soort geld kun je heel veel ander interessant spul krijgen: de nieuwe Ford Ka, een VW Fox, Renault Twingo, Suzuki Swift of Splash, Skoda Fabia – in het uiterste geval zelfs een Dacia Logan MCV. 

Welke zouden wij bestellen?
De benzineversie. Die voldoet en de diesel wordt zomaar nog 2 mille duurder en voordat je dát er weer uit hebt gereden…

Eerste conclusie
Absoluut een revolutionair autootje, die iQ. Het is eigenlijk de Smart Forfour zoals die had moeten zijn. We vrezen alleen dat de veel te hoge prijs roet in het eten gaat gooien. Jammer, want de iQ én de gemiddelde grote stad verdient een beter lot.

Technische gegevens Toyota iQ