Is het een Seat? Een Audi? Nee, dit is de Toyota NCSV

Je zou er af en toe haast aan voorbijgaan, maar de Japanse mammoet Toyota is niet altijd GR Yaris-cool geweest. Vele jaren geleden, in 1999, zaten we midden in het tijdperk van de vijfde-generatie Starlet en de achtste-generatie Corolla. Auto’s die zo weinig persoonlijkheid hadden dat ze ‘een klein tikje minder saai’ al ‘reuze-interessant!’ maakten.

We stonden op de drempel van een nieuw millennium, waarin auto’s als de geheel nieuwe Yaris en de tweede-generatie Prius hun opwachting zouden maken. Modellen die ook niet je dat waren, maar in ieder geval hoop gaven dat er betere dingen in het verschiet lagen. Kun je nagaan – zo erg was het dus.

De Toyota NCSV Concept was vooral een hoop dingen niet

In het midden van dit alles was er de bepaald niet hoopgevende Toyota NCSV Concept, onthuld op de Tokyo Motor Show in 1999 en zelfs een paar maanden later naar Genève verscheept, voor het geval iemand hem daar nog wilde zien. Wat waarschijnlijk niet het geval was. De brochure die was gemaakt om te proberen uit te leggen wat ie precies was, had als kop: ‘Niet echt een coupé. Niet echt een stationwagen. Niet echt een sedan. En dat is het punt!’ Dat kwam al meteen wat defensief over.

Hij was naar het schijnt bedoeld voor twintigers en dertigers met een ‘moderne levensstijl vol plezier’. De aflopende daklijn was bedoeld om een sportcoupé-sfeertje op te roepen, maar de auto had ook praktische kanten – een verschuifbare achterbank – en gadgets als een wegklapbaar infotainmentscherm achterin.

17-inchers waren toen heel wat

De wielmaat 17 inch mag dan tegenwoordig onder stadsautootjes liggen, 24 jaar geleden was zoiets nog heel sportief. Toyota’s inspanningen om de NCSV enige marketingglans te geven ten spijt, zag hij er vooral uit als een halfhartige en hopeloos mislukte poging om de concurrentie van lifestyle-SUV’s en de Audi TT in één keer van zich af te slaan. Misschien was dat het punt.

Het was in ieder geval de bedoeling dat hij de lol van een coupé zou bieden – je weet wel, het soort auto waarmee je graag een lange trip over landelijk gelegen B-weggetjes maakt – maar ook de praktische bruikbaarheid van een slimme sedan waarmee je naar je werk rijdt en een stationwagen waarin je, nou ja, wat jongeren dan ook doen met een stationwagen.

Toch nog een beetje NCSV in huidige Toyota’s

Uiteindelijk zou het Spartaanse interieur zijn weg vinden naar de tweede Prius, en elementen van het exterieur kun je spotten op de Auris uit 2006, als je er tenminste naar kijkt door een verrekijker met de verkeerde kant tegen je ogen. Geen van beide waren auto’s waarvoor jongeren in de rij stonden.

De NCSV moet voor Toyota het equivalent zijn van een oude foto waar je op staat met een matje in je nek, met een sterke boodschap van ‘we dachten toen dat het cool was’. Zo’n foto die je alleen maar bewaart om jezelf eraan te herinneren om zoiets nooit meer te flikken.

De moraal van het verhaal is dat als je besluit je te richten op jongeren, het wel zo handig is om de tekeningen vooraf op zijn minst even aan een aantal van hen te laten zien, voordat je de auto echt in elkaar gaat zetten. Anders kon het, zie de NCSV, nog weleens gênante gevolgen hebben.

Zo ziet de nieuwe Toyota Prius er als raceauto uit