Verschil in verbruik tussen vier- en achtcilinders: het is niet wat je denkt

In Nederland zijn auto’s heel erg duur. Zeker als deze voorzien zijn van een iets grotere benzinemotor. Auto’s worden namelijk extra belast in Nederland, als ze een theoretisch hoge uitstoot hebben. Hierdoor worden sommige auto’s nauwelijks verkocht. Gelukkig kwamen fabrikanten met kleinere motoren voor sommige auto’s. Het idee erachter was dat een kleine motor heel erg zuinig kan zijn, waardoor het verschil verbruik groter wordt, de CO2-uitstoot lager is en de BPM-boete in ons land lager uitvalt.

Middels een turbo is het vermogen nog meer dan adequaat. Sterker nog, vaak kun je ze nog chippen om qua vermogen in de buurt te komen van de grote motor. Wat wij ons op de redactie afvroegen: heeft dat nu ook echt zin gehad? Scheelt het veel met de motor die je eigenlijk wil qua verbruik? Of gaven de meetcycli een verkeerd beeld? We hebben het vermoeden dat het het laatste is.

Is het verschil in verbruik echt zo groot?

Onze ervaring is namelijk dat als je flink trapt met een auto met kleine benzinemotor, deze alsnog flink zal verbruiken. En dat als je rustig rijdt met een auto met grote motor, het verbruik juist heel erg meevalt. Maar is dat nu echt zo? En om wat voor getallen gaat het dan? We pakken er even een paar auto’s bij die je kan/kon krijgen met een hele grote vervuilende motor (die zwaar belast werd), maar ook met zo’n downsize-turbotorretje.

We pakken de verbruikscijfers van Spritmonitor. Dat is geen wetenschappelijke publicatie, maar het geeft wel een beeld. Zo kunnen we zien of de verbruikscijfers stroken met de belasting erop. Voor de aanduiding kiezen we het aantal liters per kilometer (zoals officieel gecommuniceerd wordt) en tussen haakjes het aantal kilometers per liter, zodat de dino’s het ook kunnen begrijpen.

Ford Mustang (S-550)

De Ford Mustang EcoBoost kwam met de zesde generatie Mustang (die we de S-550 noemen). Het was zeker niet de eerste keer dat Ford een viercilinder toepaste. Ook bij de tweede en derde generatie was er een viercilinder Mustang mogelijk. Het is alleen wel zo dat je een Mustang wil, vanwege die V8. Het is de combinatie van die lage prijs, het spectaculaire uiterlijk en dus die V8. Daardoor neem je genoegen met de tekortkomingen. Met die EcoBoost heb je er eentje bij.

Qua prijs was de viercilinder wel veel interessanter, want voor 58 mille had je een viercilinder Mustang met handbak. De V8 kostte met handbak bijna 120.000 euro, inderdaad twee keer zoveel dus. Was het terecht? Nou, nee. Eigenlijk niet. De EcoBoost is overigens sneller en zuiniger dan de V6 (import). Maar de V8 is eigenlijk best wel zuinig voor zijn soort, toch?

• Viercilinder: 9,93 liter 100 km (1 op 10,07)
• Zescilinder: 11,03 liter 100 km (1 op 9,07)
• Achtcilinder: 12,29 liter 100 km (1 op 8,14)

Jaguar F-Type (X152)

Het grootste probleem van de Jaguar F-Type was diens positionering. Het was ooit bedoeld als Porsche Boxster-concurrent. Vlak voor het lanceren gooide Jaguar 20 tot 30 procent boven op de prijs en werd het ineens een 911-concurrent. De V6- en V8-motoren (stiekem gewoon hetzelfde blok), klonken geweldig, maar de F-Type werd pas betaalbaar met de 2,0-liter viercilinder Ingenium-motor. Met 300 pk en 400 Nm heb je in principe meer dan voldoende.

De F-Type met 2,0-liter viercilinder kostte nieuw iets meer dan 70.000 euro, terwijl een V6 al gauw 90.000 euro kostte. De V8 ging daar qua prijs flink overheen. Is dat terecht geweest? Nou, eigenlijk niet echt, want een F-Type is dus eigenlijk nooit echt zuinig.

• Viercilinder: 10,66 liter 100 km (1 op 9,38)
• Zescilinder: 11,37 liter 100 km (1 op 8,8)
• Achtcilinder: 12,85 liter 100 km (1 op 7,78)

Porsche 718 (982)

In de meeste gevallen krijgen de auto’s in dit overzicht een vrij modale 2-liter viercilinder-lijnmotor. Dat had Porsche ook kunnen doen. Gewoon de 2.0 TSI uit een Golf GTI en klaar en klaar is Karl. Maar nee, in plaats daarvan kreeg de 718 unieke boxermotoren: een 2,0-liter voor de gewone en een 2,5-liter voor de ‘S’. En uiteindelijk koopt niemand hem. Ook de GTS-viercilinder niet. Wat dat betreft was de zescilinder GTS 4.0 – die later kwam – een gouden zet.

Maar de vraag is natuurlijk: heeft het zin gehad om over te stappen op viercilinders? Nee. Absoluut niet. Een Porsche 718 is namelijk niet echt zuinig, ongeacht het type motor. De prestaties liggen dicht bij elkaar, maar het verbruik dus ook. De enorme prijsverschillen waren niet helemaal terecht, in dit geval. Gebruikt zijn die viercilinders erg interessant, trouwens. De markt wil een (oudere) zescilinder, dus zijn de nieuwere viercilinder in Duitsland te vinden voor minder dan 40 mille. Dan is het weer leuk.

• Viercilinder: 9,65 liter
• Zescilinder: 10,85 liter

Mercedes-AMG SL (R232)

De AMG SL is een beetje een vreemde auto qua keuzemogelijkheden. Er zijn drie achtcilinders en een vier cilinders mogelijk. De plug-in hybride rekenen we overigens niet mee in dit overzicht, want daar zijn nog geen praktijkgegevens van. De V8 is standaard voorzien van vierwielaandrijving. Geweldig om dat vermogen op de weg te krijgen, maar het is minder goed voor het verbruik.

De viercilinder (de SL 43 dus) is alleen achterwielaangedreven. De motor is tweeliter viercilinder (de M139) die we ook kennen uit de A 45 AMG. Qua prestaties en opgegeven verbruik is het een geweldige aanbieding is het een geweldige aanbieding, maar blijkbaar is het in de praktijk niet echt mogelijk om zuinig ermee te rijden.

• Viercilinder: 11,35 liter (1 op 8,81)
• Achtcilinder: 13,41 liter (1 op 7,46)

Toyota Supra (A90)

Ah, een BMW. Het is de meest gehoorde reactie. De Toyota Supra rijdt ook wel een beetje als een BMW en klinkt ook als een BMW. Dat komt omdat het ook een BMW is? Maar is dat heel erg? Nee, natuurlijk niet. Zeker met die zescilinder niet. Maar mocht die te veel van het goede zijn: je kunt ook kiezen voor een viercilinder. Het is de B48B20 van BMW en dan gelukkig ook nog eens de krachtige versie met 258 pk en 400 Nm.

Het verschil in verbruik is enorm. De Toyota Supra met viercilinder kostte tussen de 62.000 en 65.000 euro, terwijl de zescilinder rond de 85.000 euro kostte. Het verschil qua verbruik is ook aanzienlijk. Met de viercilinder zou je bijna kunnen zeggen dat ie zuinig is. Er zijn mensen die 1 op 15 ermee halen. Ondanks dat de prestaties op papier niet heel erg veel afwijken,

• Verbruik viercilinder: 7,61 liter 100 km (1 op 13,14)
• Verbruik zescilinder: 9,93 liter 100 km (1 op 10,7)

Conclusie verschil in verbruik tussen grote en kleine motoren:

Zuinigheid en performance is eigenlijk bijna niet mogelijk om te combineren. Ja, alleen als een auto heel erg licht is. Het is sowieso duidelijk dat de verschillen in de praktijk veel kleiner zijn dat ze op papier zijn. Dat is ook een beetje wrang, want uiteindelijk was een V8 Mustang dus relatief onbetaalbaar, terwijl de viercilinder nauwelijks zuiniger is.

Dus als je een van deze auto’s mooi vindt, weet dan dat de duurste motor niet zo extreem dorstiger is als de prijs doet vermoeden. Tenslotte een kleine lans voor de viercilinders: heel erg zuinig zijn ze niet, maar ze zijn wel snel. Dus ondanks dat de beleving iets tegenvalt en het verbruik ook niet bijzonder is, zijn de prestaties alsnog best indrukwekkend. Ook zijn ze gebruikt vaak aanzienlijk goedkoper.

Lees ook: Bij deze automerken is het verbruik (veel) hoger dan opgegeven, volgens onderzoek