Waarom gemeentes zout strooien in de zomer

Om dezelfde reden dat je nu niemand buiten ziet lopen met een slee of handschoenen, zou je verwachten dat er nu geen strooiwagens rijden. Met temperaturen tot wel 40 graden is de kans op grondvorst verwaarloosbaar. Maar waarom strooien gemeentes dan toch in de zomer? En nee, ze strooien niet alleen in een flauwe bocht.

Een aantal stukken asfalt in Nederland kan niet goed tegen de aanhoudende hitte en begint te smelten onder de hete zon. De sporen van autobanden blijven dan in het asfalt staan en zodra het droogt, zijn de sporen permanent. Dat wil je natuurlijk niet – we zijn geen België.

Het pekelwater (wat niets meer is dan zout water) werkt als een tweetrapsraket: het water koelt het warme asfalt zodat het niet smelt en het zout haalt daarna vocht uit de lucht om nog meer te koelen. Waarom geen zand? Dat trekt geen water aan en de gemeentes zouden het na het warme weer op moeten ruimen.

Op de snelweg zie je overigens niet zo snel wagens strooien in de zomer. Het wegdek dat daar ligt, het zogenoemde zeer open asfaltbeton (ZOAB), kan heel goed tegen hoge temperaturen en heeft gelukkig geen koeling nodig.