De Aston Martin Vanquish is niet vlekkeloos, maar als je `m laat ombouwen naar een handgeschakelde versie is en blijft het een leuk speeltje. Sorry, dit is níet de Ultimate Edition, oftewel een actiemodelletje vol met accessoires voor wènâgh dat het einde van de levenscyclus inluidt. Toch zal de…
De Aston Martin Vanquish is niet vlekkeloos, maar als je `m laat ombouwen naar een handgeschakelde versie is en blijft het een leuk speeltje.
Sorry, dit is níet de Ultimate Edition, oftewel een actiemodelletje vol met accessoires voor wènâgh dat het einde van de levenscyclus inluidt. Toch zal de Aston Martin Vanquish S niet lang meer in productie zijn. Maar voordat zijn einde daar is, krijgen we de mogelijkheid om de flipperbak in te ruilen voor een handgeschakelde versie. Inderdaad, een heuse pook in je Vanquish.
We gaan hier niet weer een hele discussie opstarten over de voor- en nadelen van de twee schakelmogelijkheden, papier is nu eenmaal niet van elastiek. Maar toch, al sinds zijn introductie in 2001 zijn de meningen verdeeld. Toen ik er voor het eerst één reed, was ik best te spreken over de eenvoudige bediening van Auto Shift Manual en de schakelmomenten vond ik lekker kort. Anderen vonden dat de bak afbreuk deed aan de kwaliteit van de Vanquish. Pas geleden nog heeft The Stig voor één ronde op ons eigen circuit twee weken nodig gehad in een Vanquish. De versnellingsbak haperde herhaaldelijk.
‘Je koopt dus een Vanquish S (364.949 euro) en voor zo’n 25.000 euro halen de special agents van Works Service de flippers eruit’
Maar nu is er dus een handbak leverbaar. Let wel, iedere Vanquish zal zijn leven starten met flipperschakeling, de handbak wordt achteraf ingebouwd bij Aston Martin’s Works Service. Je koopt dus een Vanquish S (364.949 euro) en voor zo’n 25.000 euro halen de special agents van Works Service de flippers eruit, monteren een koppeling en schroeven een pook op de middenconsole. Even een besparingstip: zorg dat de Aston eerst op kenteken staat voordat je deze operatie laat uitvoeren, dat scheelt zó weer veertig procent BPM. Duur is het toch al. Voor een ton minder koop je een Ferrari 599 GTB Fiorano. Is hij dat geld wel waard? Nee, natuurlijk niet. Niet als je de capaciteiten van deze auto uitdrukt in concrete zaken. Maar emoties zijn onbetaalbaar, zeker als het om een Vanquish gaat.
Hij is minder zwaar en meer vergevingsgezind dan de DB9 waarin ik eerder reed. Maar ergonomisch is hij de mindere. Onze testauto was rechtsgestuurd en mijn linker arm en been waren constant in gevecht met onderdelen van de middenconsole van de Aston. Maar waarom zou je dan een auto als deze kopen? Wel, zijn weggedrag en besturing zijn bijna net zo goed als die van de DB9, maar hij rijdt ‘m er wel uit. Helaas krijg je het rommelige dashboard op de koop toe. Om te voorkomen dat de grote LED op het dashboard die in de ASM-versie waarschuwt wanneer er geschakeld moet worden werkloos wordt, licht deze nu op als de achteruitversnelling is ingeschakeld. Lekker handig als je over je schouder of in de spiegels kijkt…
En toch, dít is de auto die ik zou kopen als ik de jackpot van de Staatsloterij win. De Vanquish maakt mijn hele dag weer goed. Waarom? Het is gewoon het gevoel. Loop je liever niet het risico om na een bocht achterstevoren uit te komen, koop dan een Ferrari. Dit is een auto die je met je hart koopt, niet met je hoofd. Dat is ook precies de reden waarom het volstrekte nonsens is om deze auto om te bouwen naar handschakeling. Als je je zinnen hebt gezet op de Vanquish kan het je geen donder schelen hoe die schakelt.
Reacties