Audi A4 1.8 TFSI 170 pk Pro Line

Audi is in een ongekend tempo bezig gaten in de markt te vullen – zelfs die waarvan niemand wist dat ze bestonden. Nu is het wel leuk dat ze er zijn, die A5, A5 Sportback en A3 Sportback, maar je kunt er donder op zeggen dat het ten koste gaat van die ouwe trouwe, de A4. En dat terwijl hij, als je zijn voorganger de 80 meerekent, al aan zijn achtste generatie toe is en er al met al tien miljoen van verkocht zijn. Daar moest wat gebeuren en dat doet Audi nu ook door middel van een stevige facelift van alle modellen die bij de reeks horen, dus de sedan, Avant, en ook de Allroad en de S4.

De grote A4-lijnen blijven natuurlijk behouden. Nu lijken alle Audi’s tegenwoordig in een bepaald opzicht op de A4, dus heel gek is dat niet, maar de aangekondigde designomwenteling laat duidelijk nog even op zich wachten. De uiterlijke wijzigingen zijn het duidelijkst aan de neus: de motorkap is wat meer gebogen dan voorheen, de grille heeft nu bovenin wat afgeronde hoekjes (het is nu meer een zeskant dan een vierkant) en de koplampen en luchtopeningen lopen nu puntig naar binnen. Het geheel wordt, des Audi’s, natuurlijk afgerond met led-dagrijverlichting in een apart, herkenbaar design.

Van het vernieuwde interieur zal geen A4-rijder schrikken. Er zijn wat nieuwe knopjes, chroomrandjes, een ander stuur, maar het zijn veranderingen op detailniveau. Natuurlijk kan ook de A4 meeprofiteren van de (elektronische) geneugten die de grotere Audi’s inmiddels ten deel zijn gevallen; je eigen wifi-hotspot, Google Earth-navi, B&O-audio – tegen betaling kan alles. Het onderstel is mild aangepast, zonder al te verstrekkende gevolgen.

Motorisch is zo’n beetje het hele palet vernieuwd (en eerder in andere Audi’s geïntroduceerd), alles onder het motto ‘zuiniger, schoner en toch krachtiger’. De gezien de dalende dieseltendens belangrijkste motor is nu waarschijnlijk de 1.8 TFSI, waar we dan ook een paar rondjes mee deden. De instapper is al goed voor 170 pk, met een van-0-naar-100 in 8,1 seconden en een top van 230, en dat bij een verbruik van 5,7 l/100 km. Erg zuinig, inderdaad, en dat heeft (naast standaard start-stop en zo) veel te maken met de versnellingsbak. De afstanden tussen de versnellingen onderling zijn namelijk zo onafzienbaar groot dat je vrijwel altijd in lage toeren rijdt. Hoe ver je ook doortrekt, schakel op en de naald van de toerenteller maakt een ‘mijn parachute doet het niet’-achtige vrije val. Veel terugschakelen dus, ook als het je er niet eens om te doen is op te schieten – je wilt nu eenmaal niet dat de motor constant over zijn nek gaat. Op een normale manier inhalen op de snelweg betekent niet gasgeven in zijn zes, maar terug naar minimaal vier. En of het verbruik daar nou zo bij gebaat is?

Tot slot, we blijven het zeggen, als eeuwig-roepende in de woestijn: die elektronische besturing zuigt. Voor de rest: heerlijke auto.

13/20

0-100 km/u: 8,1 s
Top: 230 km/u
Verbruik: 5,7 l/100 km
Motor: 1.798 cc, viercilinder turbo benzine
Aandrijving: voor
Vermogen: 170 pk
Koppel: 320 Nm
Gewicht: 1.410 kg
CO2: 134 g/km

NL: € 37.970
BE: € 30.000 (basis)

Kan er in alle opzichten weer even tegen. Schoner, sterker, zuiniger, rianter uitgerust en in bepaalde gevallen zelfs goedkoper. Wat wil je nog meer?