De nieuwe Supersports-versie van de Bentley Continental heeft een 630-pk sterke W12 onder de motorkap. Hiermee kun je een Ferrari 599 klop geven, maar alleen als het regent.
 
Een mooier moment had Uli Eichhorn niet kunnen uitkiezen om hoog op te geven van de Bentley Supersports. De technisch directeur van Bentley vertelde me dat deze versie van de Continental zó anders was dan alle andere uitvoeringen dat je ‘m best in één adem zou mogen noemen met een Ferrari 599. Dat lijkt nogal een boude opmerking, zeker als je zonovergoten Italiaanse bergpassen of een kurkdroog circuit in gedachten hebt.
 
Maar op de testdag komt de regen met bakken uit de hemel. Tja, dat gebeurt wel vaker in Engeland en daar ben je minder zonzeker (understatementmodus uit) dan in Italië. Zoals we in onze TopGear-supertest al hadden ontdekt, houdt de 599 niet van regen, hij wordt daar wat onzeker van. Op het punt ‘grip op nat’ scoort de Continental voorbeeldig.
 
Je kent het riedeltje inmiddels wel van de Supersport, Clubsport, Scuderia, V-Spec. Méér vermogen, mínder gewicht, een aangepast onderstel en aangepaste aerodynamica. Ook de Continental is wat dat betreft geen baanbreker en sluit keurig aan bij de concurrentie. Wel hebben Eichhorn en zijn mensen het werk even grondig als nauwkeurig gedaan. Met behulp van twee turbo’s gooit de W12 liefst 630 pk’s in de strijd. Als slagroom op de taart hebben ze de motor en het brandstofsysteem zo aangepast dat hij op bio-ethanol (E85) en op benzine kan rijden. Daarmee is de Supersports niet alleen de snelste maar ook de groenste (ahem) Bentley.
 
Om eerlijk te zijn is die vermogenstoename een lachertje. Het is maar drie procent meer dan in de GT Speed. Het koppel steeg naar een buitenaardse 800 Nm bij 1.700 tpm, maar ook dat is maar zeven procent meer dan de eerder genoemde. Omdat de Supersports een totaal ander karakter heeft, valt maar moeilijk te bepalen op welke manier de auto profiteert van deze krachtkuur. De Supersports is gewoon gretiger en geeft je het gevoel steeds méér te willen. De uitlaatpijpen zijn groter in doorsnede en de geluidsisolatie is gedeeltelijk achterwege gelaten. De achterbank moest ook het veld ruimen. Van binnen is hij dus een stuk rumoeriger. Nog voor je het gaspedaal ook maar een millimeter hebt ingedrukt, verwacht je een onvergetelijke ervaring.
 
Je wordt niet teleurgesteld. Op elk moment is de kracht domweg beschikbaar. Ik zou niet verbaasd zijn als er voorin een straalmotor blijkt te liggen in plaats van een zuigermotor. Bij elk toerental en in elke versnelling word je meegezogen in zijn gretigheid. Met de metalen schakelflippers schakel je niet alleen op of terug, je ontsteekt er ook het lontje van een kruitvat mee. Tijdens het schakelen blijft het injectiesysteem namelijk brandstof inspuiten, met een backfire van jewelste als gevolg.
 
De afslankkuur resulteert in een 110 kilo lagere massa. Zou je bij een Lotus Elise zo’n resultaat boeken, dan moet je ‘m bij storm vastleggen om te voorkomen dat hij wegwaait, maar op het gewicht van de Bentley is het als een druppel op de gloeiende plaat. Je praat namelijk over vijf procent van de wagenmassa. Belangrijker is dat het om een verlaging van onafgeveerd gewicht gaat. In plaats van de stalen onderste draagarmen in de voorwielophanging zijn nu aluminium exemplaren gemonteerd, de enorme remschijven zijn van de keramische soort. Ook de wielen zijn lichter geworden. De rest van de gewichtsafname is rigoureuzer bereikt: de achterbank en de lijvige voorstoelen hebben hun congé gekregen. Achterpassagiers moeten voortaan met de trein, de bestuurder en zijn passagier zitten in carbonkuipjes, die alleen door een ‘James’ met een moersleutel op de juiste persoonlijke instellingen kunnen worden gezet. Je zit dan wel gelijk goed en bent één met de auto. Des te meer geniet je van het rijden en dat is waar het bij de Supersports om draait. In plaats van de achterbank zie je nu een soort van patchwork dekentje. Kaal betekent niet automatisch stijlloos. 

‘Is de Continental GT een bord gezonde boerenkool, de Supersports is uitgebalanceerd astronautenvoer’

De keiharde cijfers laten zien wat deze gewichtsafname en de vermogenswinst tot gevolg hebben. In 3,9 seconden snelt de Supersports van nul naar honderd, de top ligt op 330 km/u. Dat is een stuk rapper dan zijn broertjes. De GT Speed tikt de honderd aan in 4,3 seconden, de zeker niet trage standaard-GT doet het in 4,6 seconden.

 
Bij de Supersport is ook gekeken naar de positieve en negatieve versnelling in lengterichting. In lekentaal: verslavende prestaties en gekmakend remgedrag. De aanpassingen aan het onderstel zijn minimaal, maar hebben wel een positieve uitwerking op de rolbeweging rond de lengteas. Gewone mensen hebben het dan over een adembenemende wegligging in de bochten.
 
De spoorbreedte achter is vergroot, waardoor de wieluitsparingen en de spatborden moesten worden uitgebouwd. De tandwielverhouding in het centrale Torsen-differentieel is aangepast zodat er meer kracht naar de achterwielen gaat. De werking van de adaptieve schokdemping is sneller. De timing is nu zodanig dat de bestuurder echt het middelpunt van de auto is. Volgens Eichhorn kun je een zodanige instelling alleen maar in een tweepersoonsauto toepassen, achterpassagiers zouden kotsmisselijk worden. Verder zijn de balgen van de luchtvering minder hoog, zodat ze stijver werden en het zwaartepunt van de auto lager kwam te liggen. De stabilisatiestangen en hun montagebussen zijn stijver uitgevoerd.
 
Het gewichtsverlies is maar een detail in het grote geheel. Het zijn de aanpassingen aan het onderstel die het verschil maken. Is de Continental GT een bord gezonde boerenkool, de Supersports is uitgebalanceerd astronautenvoer. De auto duikt de bochten in op een manier die je niet herkent van zijn mindere broeders. De precisie is onovertroffen. Geef je een tikkie gas bij, of zelfs een flinke dot, dan wijkt de neus niet af van de apex van de bocht. Hij bijt zich er nog sterker in vast. Zelfs op een natte weg kun je voelen waar de grens ligt en vol vertrouwen kijken of je nog een stapje verder kunt gaan.        
 
De attractie van de Supersport is de som der delen. Je hebt de eindeloze grip, de vierwielaandrijving en die dikke W12 met dubbele turbo. Het gevolg is een continu aanwezig potentieel om ongehoord snel te accelereren. Op de natte weg kun je inderdaad een 599 het nakijken geven, op droog asfalt zal de Italiaan toch de snelste zijn.     
 
De Continental Supersports is de enige tweedeurs variant die niet de aanduiding GT draagt. Dit om aan te geven hoezeer het een buitenbeentje is. Dat neemt niet weg dat de Supersports nog steeds comfortabeler is dan andere supersportauto’s. De luchtvering en de adaptieve demping werken prima samen voor een soepele wegligging en de lijst met standaardvoorzieningen is alleen voor verwende ettertjes te kort. Om je eraan te herinneren dat dit zeker géén Continental GT is, zijn voor de afwerking andere materialen gebruikt en hebben de meters karakters in klassieke Engelse stijl op de schalen.
 
Aan de buitenkant is er maar weinig Engels klassieks te vinden. Het uiterlijk is hypermodern, met dank aan enkele aerodynamische aanpassingen. De gigantische neusgaten slurpen koellucht voor de intercoolers naar binnen, het teveel aan warme lucht verdwijnt door een paar sleuven in de motorkap. De nieuwe vormgeving van het front verlaagt bovendien de lift, de achterbumperspoiler komt eveneens de balans ten goede. Had ik de bredere achterspatborden al genoemd?
 
Weet je wat? De Supersports wijkt nog verder af van de GT dan je aanvankelijk zou denken. Mooi zo.

Reacties