BMW 220d Gran Coupé M Sport

BMW is meestal niet zo van de verrassingen. De acties van het merk zijn, in goed Duits, konsequent: logisch, consistent, resoluut. Maar de nieuwe 2-serie Gran Coupé is helemaal niet konsequent. Hij lijkt in niets op andere Gran Coupés. Hij heeft geen achterwielaandrijving, is geen variatie op de 2-serie Coupé.

In plaats daarvan deelt ie z’n genetische basis met de 1-serie: een dwarsgeplaatste motor, hetzelfde onderstel en dashboard. Het is eigenlijk een vierdeurs sedan met een lagere daklijn, mede dankzij deuren zonder raamstijlen. De kleinste Gran Coupé komt ook op de markt in China en de VS, waar de 1-serie niet te koop is omdat men hatchbacks daar maar niks vindt. Zelfs in Europa is deze auto niet bedoeld als praktisch familievervoer. Simpel gezegd moet de 2-serie Gran Coupé vooral een concurrent zijn voor de Mercedes CLA.

Het zou ook konsequent van BMW zijn geweest om deze ‘Coupé’ sportlich te maken. Sportief, met een stijver onderstel en scherpere besturing dan andere modellen. Maar nee, ook dat is niet het geval. Met oog op de VS en China zijn z’n vering en demping juist merkbaar zachter dan die van de 1-serie. Goed, dat betekent ook dat ie beter met slecht wegdek kan omgaan.

Het design van de BMW 220d Gran Coupé

Alle exterieurdelen zijn nieuw. Het front met de enorme grille en naar achter hellende koplampen doet denken aan dat van de Z4. Van opzij ziet ie er juist uit als een miniatuurversie van de 8-serie Gran Coupé. Maar waar de lijnenvoering de 8 rank maakt, zelfs wat mager, is de 2 juist een beetje dikkig. Daardoor kun je de details minder goed ontwaren.

De sterkste diesel in het gamma is deze 220d. In de stad of op kruissnelheid mompelt ie op de achtergrond, en als je z’n 190 pk aanspreekt, valt er geen onelegant geratel te bespeuren. De schakelacties van de automaat zijn soepel genoeg, maar qua timing niet altijd zo intuïtief als bij grotere BMW’s.

Je merkt bij vol gas dat de voorwielen trekken aan het stuur. Daardoor merk je niet alleen op waar de kracht naartoe gaat, maar ook dat het stuurgevoel verrassend rechtdoorzee is. In de bochten komen de precieze respons en koppige afkeer van onderstuur vloeiend naar voren. Door de vriendelijker demping worden grote klappen goed geabsorbeerd. Wij rijden overigens een versie met instelbaar onderstel waarbij we steeds van modus wisselen, afhankelijk van of we rechtuitrijden of ’m een serie bochten in gooien.

Pretentieus

Vanbinnen valt deze 2-serie niet bepaald een coupé te noemen, ‘Gran’ of niet. De zitpositie achter het stuur is volstrekt gelijk aan die in de 1-serie, net als het dashboard: hoekig en rechtop. Wel voel je je iets knusser ingekapseld door de vlakker liggende a-stijlen. Achterin parkeert iedereen van gemiddelde lengte onvermijdelijk z’n schedel in de hemelbekleding. Het dashboardontwerp vol knoppen staat lijnrecht tegenover de glazen cockpit van Mercedes, maar laat zich gemakkelijk gebruiken. En het oogt niet rommeliger of drukker door de knoppen, aangezien het ontwerp van zichzelf al rommelig en druk is, vol texturen en hoeken en randen.

Op zichzelf beschouwd is dit een goed ding, zo goed als de 1-serie waarop hij is gebaseerd. Echter, de BMW 220d Gran Coupé is een auto in conflict. Hij wil een gladde, snelle jongen zijn, maar heeft zichzelf ook tot doel gesteld om zich als respectabele sedan voor te doen. Uiteindelijk is ie natuurlijk geen van beide en blijft vooral het pretentieuze en streberige je bij.

Specs BMW 220d Gran Coupé M Sport (2020)