Is de nieuwe BMW M3 een concurrent voor Porsche? Of is dat zelfs voor een doorgewinterd merk als BMW een brug te ver? Daarover later. Nu eerst: kan de BMW M3 de Mercedes C63 AMG de pas afsnijden?
De vraag waar BMW de oren graag voor sluit is of de M3 niet een grote teleurstelling is. Hoogst verbaasd over de weinig lovende kritieken in de pers op hun nieuwe M3, hun van een V8 voorziene trots, hebben de Münchense mannetjesputters de auto drie maanden in bruikleen gegeven aan Top Gear, in de hoop dat een periode van intensief gebruik ons zou weerhouden van het stellen van dat soort vervelende vragen. Helaas.
In plaats van op een roze wolk – waarop de M-ingenieurs zich tijdens de laatste maanden van de ontwikkeling zich ongetwijfeld bevonden – richting de noorderzon te vertrekken, hebben wij de auto onmiddellijk de maat genomen in vergelijking met de zware concurrentie in de klasse waarin hij kennelijk wenst toe te treden.
‘Er is een tijd geweest dat een M3 een lange neus kon maken naar AMG en verreweg als beste uit de bus kwam, maar nu heeft hij te maken met de C63 AMG’
Gesterkt door een flinke dosis loyaliteit en een rotsvast zelfvertrouwen stelt BMW dat het merk met deze coupé een meesterwerk heeft afgeleverd. En een meesterwerk dat in de hoogste regionen – een hoogst exclusief segment – terecht is gekomen. Er is een tijd geweest dat een M3 een lange neus kon maken naar AMG en verreweg als beste uit de bus kwam, maar nu heeft hij te maken met de C63 AMG, een van zijn taaiste Mercedes-rivalen ooit. Als de M3 deze strijd al zou winnen dan wacht daarna, buiten onrustig heen en weer rijdend, nog een veel grotere uitdaging, eentje die notabene het Porsche-embleem draagt. Zelfs als de Mercedes wordt verslagen, is-ie er nog niet.
Het kan zijn ingegeven door arrogantie of gewoonweg door een gezonde honger naar vooruitgang, in ieder geval heeft BMW het zichzelf met deze M3 niet makkelijk gemaakt. Door gebruik te maken van een V8-motor betreden de Münchenaars een terrein dat al jarenlang wordt gedomineerd door AMG, de krachtpatsers van Mercedes. Als de traditionele M3-rijder de V8 in de nieuwe M3 al zou waarderen – omdat het een natuurlijke opvolger is van de oude zescilinder lijnmotor – dan is hij ook absoluut gecharmeerd van de nieuwe C63 AMG. Dat is misschien wel de eerste slag die AMG wint: een auto produceren die in de smaak valt bij kopers van de M-concurrent en dat terwijl hij nog wel is voorzien van een automatische versnellingsbak. Het is een auto met een heerlijk stuur- en rijgedrag, een auto met de allure van een echte V8 door zijn diep brommende, soms licht jankende gebrul. Als je ooit op televisie het geluid van een pacecar in de F1-races hebt gehoord, herken je dat geluid uit duizenden. Geweldig.
Natuurlijk gaat de strijd niet alleen om het mooiste geluid, maar is het ook een gevecht om de meeste punten. De kale cijfers schetsen een interessant beeld. Als we een potje zouden toepen, wint de Mercedes zonder te bluffen met twee vingers in zijn neus. De 6,2-liter V8 die onder de imposante kap van de C63 ligt, produceert 457 pk. Dat is indrukwekkend, maar tegelijkertijd ook weer niet zo heel veel meer dan de 420 pk van de veel kleinere 4,0-liter V8 van de M3. Het maximum koppel in de Mercedes is 600 Nm tegen 400 Nm in de M3 en dat betekent dat de AMG je veel harder in je stoel drukt als je bij lage versnellingen het gaspedaal flink intrapt. Dat is niet alleen handig, maar zeker een voordeel als je bedenkt dat de Mercedes deze krachten levert over een groot toerentalbereik (maximaal vermogen bij 6.800 tpm, maar al bijna volledig koppel bij 2.000 tpm). Daarbij vergeleken moet de M3 als een dolle voor het maximum vermogen doordraaien tot een bijna stratosferisch toerental van 8.300 tpm en tot minimaal 3.900 tpm voor een aanvaardbaar koppel.
Je moet het toerental op laten lopen tot 3.500 tpm voordat je het koppelplateau bereikt en zelfs dan haalt de M3 het niet bij de Mercedes. De AMG heeft dus op elk moment meer koppel ter beschikking en komt pas boven de 7.200 tpm in de rode zone, terwijl de acceleratie van de M3 gewoon minder is tenzij je de motor flink op toeren houdt. Met andere woorden: de Mercedes is flexibeler en gelijkmatiger, maar maakt tegelijkertijd toch voldoende toeren voor een V8. De motor van de BMW is daarentegen alleen maar zenuwachtig bezig om ogenschijnlijk zinloze toeren te draaien.
De officiële prestaties liggen niet ver uiteen. De C gaat van 0 naar 100 km/u in 4,5 seconden en de M heeft daar 4,8 seconden voor nodig. De topsnelheid is voor beide auto’s begrensd op 250 km/u. Zonder die beperking zouden ze waarschijnlijk allebei de 320 km/u wel halen. Ook wat betreft luchtweerstand ontlopen de beide auto’s elkaar nauwelijks met een Cw-waarde van 0,29 voor de Mercedes en 0,31 voor de M3.
‘Als je de M3 dagelijks wilt gebruiken, is de opvallend kleine actieradius met een tank van 63 liter gewoonweg niet acceptabel’
Tot zover de vergelijking op punten. Wat je uit die cijfers niet af kan leiden is hoe soepel en wendbaar de C63 AMG over een snelle, bochtige weg rijdt. Als je de 7G-Tronic-automaat in de schakelstand voor de flippers zet, kun je jezelf een ongelooflijk plezier doen en een fantastische rit bezorgen. Dit mede dankzij de volledig vernieuwde vooras en de iets directere besturing. De besturing in de standaard C-klasse is geweldig, maar deze is beter. Voor het eerst deelt de AMG een linkse hoek uit aan de M3 als het om rijgedrag gaat. Hij stuurt snel de bocht in en blijft kinderlijk eenvoudig stabiel, je kunt deze auto vol vertrouwen uitproberen.
De M3 is natuurlijk ook een prima auto, wat verwacht je anders van een BMW? Maar de achterkant lijkt in hobbelige bochten soms wel een eigen leven te leiden. Het vergt enige zweetdruppels voor je dat gewend bent. De besturing is direct en goed, maar het stuurwiel vind ik echt verschrikkelijk. Die rand is 20 procent te dik, het hart waarin de drie spaken samen komen, is veel te breed.
Er zijn meer minpuntjes. De handmatig bediende versnellingsbak is weliswaar snel en adequaat, maar een beetje achterhaald. BMW had beter even kunnen wachten en de auto moeten presenteren met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling als optie. Die wordt vanaf maart volgend jaar leverbaar en is ongetwijfeld uitstekend. Laten we hopen dat BMW er dan ook meteen een grotere benzinetank in legt. Als je de M3 dagelijks wilt gebruiken, is de opvallend kleine actieradius met een tank van 63 liter gewoonweg niet acceptabel. Zelfs als je heel erg je best doet, moet je nog sappelen om 320 km op een tank te halen. Dat is niet best. Overigens is de tank-inhoud van de AMG met 66 liter niet echt veel groter.
Is de M3 dan een miskoop? Nee! Hij is fantastisch, het is een magnifieke alleskunner met een van ’s werelds beste motoren. Hij is in alles anders dan de vorige M3, maar dat maakt het nog geen slechte M3. Is de M3 dan een betere auto dan de C63? Wederom: nee. Hoe zit het dan? Als je een slordige ton te besteden hebt, moet je toch eerst even tot tien tellen. De AMG komt, alles overwegend, nu beter voor de dag. Met slechts een neuslengte voorsprong, dat wel, die hij voornamelijk te danken heeft aan zijn V8, die te sterk is voor die van de BMW, alhoewel hij hem ook weer niet verplettert, en niet te vergeten het briljante onderstel.
Als BMW komende jaar in maart terugslaat met de vierdeurs-M3, voorzien van een door flippers bediende automatische versnellingsbak, kan alles weer anders zijn. Gegeven het feit dat de nieuwe V8 meer doet denken aan de V8 van weleer uit de M5 dan op de oude zescilinder uit de vorige M3, zou die vierdeursuitvoering met een snelschakelende automaat met dubbele koppeling wel eens de ideale M3 kunnen zijn. Op dit moment geeft de C63 hem echter nog het nakijken. Nipt.
Reacties