Autotest: Cadillac STS-V

`De STS-V is de sterkste Caddy ooit’, meldt Cadillac. Dat klinkt goed, maar kracht is niets zonder controle. Aan dat laatste ontbreekt het Amerikanen vaak.

 

De STS-V is per direct leverbaar in Nederland. Goed nieuws, want het gaat hier niet om de minste Caddy, maar om een motorisch en cosmetisch flink aangedikte versie van de normale STS, zeg maar de Russell Crowe onder de gladiators. Z’n vechtlust dankt-ie aan een 4,4-liter V8-compressormotor die 476 pk en 595 Nm produceert, genoeg brute kracht voor een acceleratie naar ‘100’ in minder dan vijf tellen en een – jammer genoeg – begrensde topsnelheid van 250 km/u. Dan het gevaarlijke uiterlijk: daar zijn vier grote wielen, twee vuistdikke uitlaten, een spoilerlip op de kofferdeksel en twee indrukwekkende gaasgrilles in de neus – waar je met gemak een dozijn kippen achter kan houden – debet aan. Kortom, deze Caddy is niet te missen.

 

Wat we wel missen bij de STS-V is de controle waarover we in het intro schrijven. Dat is te wijten aan het feit dat de Caddy nogal zwaar is. Hij weegt bijna twee ton, en dat is veel in vergelijking met bijvoorbeeld de 1.730 kilo van een BMW M5. Om maar eens een ‘concurrent’ te noemen. Bovendien is de vering en demping nog te zacht en de besturing naar onze smaak te licht. Hierdoor ontbreekt het je achter het stuur aan vertrouwen in de capaciteiten van de auto, puur omdat het gewicht van de Cadillac constant zo nadrukkelijk voelbaar is, en omdat de auto nog best veel deint. Kortom, hij voelt gewoon niet strak en gefocust genoeg aan.

 

Dat is jammer en eigenlijk een beetje een verrassing, want Cadillac roept in het persbericht over de STS-V dat de technici de prototypen aan de tand hebben gevoeld op de Nürburgring om de fijnafstemming van het onderstel te perfectioneren. Dat schept verwachtingen, maar helaas hebben we er op de openbare weg weinig van gemerkt. Op straat overtuigt de Caddy vooral als relaxte cruiser met een fijne en goedklinkende motor. Misschien komt de STS-V op een circuit beter tot z’n recht, maar dat hebben we helaas niet kunnen vaststellen. Het lijkt ons van niet.

 

Overigens is het interessant om te weten dat de CTS-V –de eerste auto die het V-series label mocht dragen – drietiende sneller is van nul naar honderd dan zijn grote broer en bovendien een hogere topsnelheid heeft (260+). Dat is best opvallend, want hij beschikt over een compressorloze 5,7-liter achtcilinder met aanzienlijk minder vermogen, namelijk 400 pk en 533 Nm. De krachtigste Cadillac ooit is dus niet de snelste ooit. Dat is een andere Caddy. Of toch niet?