Is de goedkope elektrische Citroën ë-C3 de moeite waard? (review)

Je doet als mainstream automerk niet mee als je op dit moment geen elektrische auto in de prijsklasse van 25 tot 30 mille in de coulissen hebt staan. Iedereen die bereid was om een veel hoger bedrag (of een serieus leasetarief) af te tikken voor een brave B-segmenter heeft dat inmiddels wel gedaan. Dus nu is het zaak om de menigte te bereiken die minder te besteden heeft, maar wel graag aan de stekker wil.

Naast Renault (5), Volkswagen (ID.2) en Tesla (hoewel…) kondigde ook Citroën aan met een betaalbaardere EV te komen. De ë-C3 verschijnt als eerste Stellantis-product op een nieuw platform en heeft een vanafprijs van iets meer dan 24 mille (23 in België), of straks zelfs rond de 22 mille met de komst van een versie met kleinere accu. Klinkt aantrekkelijk, zeker als je bedenkt dat de ë-C3, zo ontdekken we in deze test, bepaald geen lullig in elkaar geflanst ding is.

Wat is de Citroën ë-C3 precies?

De vierde generatie van de succesvolste Citroën ooit. Van het gekke bolletje uit 2002 tot en met het al even eigenwijze uitgaande model verkocht Citroën in totaal 5,6 miljoen exemplaren, meer zelfs dan van de 2CV. Nu grijpen ze de gelegenheid aan om een nieuw ‘toegankelijk’ model neer te zetten en tegelijk de grenzen van het B-segment qua ruimte en comfort wat op te rekken.

Wat is er nieuw aan deze Citroën ë-C3?

Hij heeft niets te maken met de kleintjes van zustermerken, zoals de Peugeot 208, Opel Corsa en Lancia Ypsilon. Alles, tot de knipperlichtstengel aan toe, is anders. De ë-C3 maakt gebruik van een 113 pk sterke elektromotor op de voorwielen en een 44-kWh LFP-accu (zonder kobalt). Je kunt hem ook krijgen als C3, met een nieuwe versie – met distributieketting – van de 1,2-liter Puretech-benzinemotor en een handgeschakelde zesbak. Ook volgt er nog een mild-hybride met zestraps DCT-automaat.

Qua styling leunt de ë-C3 sterk op de Oli, de wat vreemde conceptcar die Citroën in 2022 toonde. Hij heeft niet diens rechtopstaande voorruit en je kunt ook niet (zonder schade) over hem heen lopen, maar het is duidelijk waar hij zijn forse front en algeheel stoere houding vandaan heeft. Via gekleurde accentjes – Color Clips genoemd, hoe Frans – kun je hem personaliseren.

Hoe rijdt de nieuwe Citroën ë-C3?

Bijzonder prettig. Citroën monteert op beide uitvoeringen, de You en de Max, hun bekende Advanced Comfort-ophanging met hydraulische ‘kussentjes’. Drempels en grote oneffenheden worden op een treffende manier gedempt zonder dat de hele auto meteen week en puddingachtig rijdt. Er zijn geen rijmodi, maar de besturing is zo ook al in orde: licht, maar niet té, en direct zonder zenuwachtig te worden.

Door zijn hoge profiel is er wat windgeruis rond de deuren en achterin klinkt er wat bandengeluid door, maar verder heerst aan boord een voor deze klasse opmerkelijke rust. Dat komt ook door de ruimtelijkheid – als je voorin geen mensen van 2+ meter lang parkeert, kunnen achterin makkelijk nog twee volwassenen zitten – en door het simpel opgezette, keurig in elkaar geschroefde interieur.

Hoe zit het met laden en het rijbereik?

Met alle ë-C3’s kun je terecht bij een snellader van 100 kW, zodat je accu in 26 minuten van 20 naar 80 procent kan gaan. Geen van beide versies heeft standaard echter een 11-kW driefaselader aan boord; daarvoor moet je 400 euro bijbetalen. Flauw, maar dat wil je wel. De You en de Max hebben verder dezelfde technische specs en komen volgens opgave 320 kilometer ver op een lading. De aankomende goedkoopste ë-C3 met kleinere accu zal maar zo’n 200 kilometer kunnen rijden en is dus puur bedoeld voor stadse types.

Wat zijn de verschillen tussen de ë-C3 You en Max?

Dat zijn er best wat. Zo krijgt de You geen lichtmetalen wielen, geen dakdragers, geen Advanced Comfort-traagschuimstoelen, geen led-achterlichten en geen in delen neerklapbare achterbank. Ook het prima werkende (want lekker simpele) 10,25-inch infotainmentscherm ontbreekt. In plaats daarvan krijg je een houder zodat je met je smartphone kunt navigeren. De ë-C3 You is er vanaf 24.290 euro (23.300 in België); voor de Max moet je minimaal 28.790 euro neertellen (27.800 in België). Prijzen van de C3 met 1.2 benzinemotor beginnen bij 20.690 euro (14.990 in België), die van de hybride zijn nog niet bekend.

Zijn er verder nog bijzonderheden?

De auto’s die wij voor deze test reden, waren preproductie-exemplaren en hadden nog wat haken en ogen. Zo konden we de centrale vergrendeling en Auto-functie van de airco niet gebruiken en waren er geen ADAS-systemen beschikbaar. Wel spotten we op dat vlak een heel groot pluspunt: op het dashboard links van het stuur zitten twee knoppen waarmee je de (vanuit de EU verplichte) piepende snelheidswaarschuwing en de rijstrookherkenning fluks kunt uitschakelen. Andere fabrikanten, let even op: zo maak je je klanten blij.

Waar je bij de meeste EV’s een B-stand hebt voor extra regeneratie, heeft de ë-C3 al in D een sterke remwerking en is er juist een extra knop voor minder vertraging bij ‘gas los’. Deze C-stand (van Comfort) werkte in de testauto’s ook nog niet. Het interieur is slim vormgegeven en voelt solide aan, al is hier en daar budgetdenken merkbaar (geen handgrepen in het plafond). Kleine in de armsteunen gestikte labeltjes geven je een vrolijke boodschap mee: ‘be happy’, ‘feel good’, et cetera. Attent hoor. Ook bijzonder en zelden nog gezien: een echte, niet-inklapbare contactsleutel.

Moet ik de Citroën ë-C3 kopen?

Ga zeker je gang, wat ons betreft. Het is een slim, ruim en comfortabel EV’tje dat ook in netjes aangeklede vorm duizenden euro’s goedkoper is dan we de laatste tijd in deze klasse hebben moeten accepteren. Hij rijdt meer dan prima en is bijzonder sympathiek, zonder daarbij al te lieflijk of aaibaar over te komen, waardoor hij een breed publiek zal aanspreken. Citroën levert met de ë-C3 goed en origineel werk af – een dikke pluim.

Specificaties, verbruik en prijs Citroën ë-C3