Dit is Ramsey Faragher, chef snufjes van de Britse geheimagenten en militaire experts. Opgelet!

Al vroeg in de nieuwste Bond-film Skyfall krijgt 007 een zwarte doos met daarin zijn bekende Walther PPK. Daarnaast ligt een kleine radiozender, ter grootte van een luciferdoosje. Q staat erbij te glimmen. Maar Bond niet. ‘Een pistool en een radio’, zegt hij. ‘Niet echt Kerstmis, is het wel?’ Zijn teleurstelling galmde door bioscoopzalen over de hele wereld. Dit is de eerste keer dat we Q zien sinds Die Another Day in 2002, toen John Cleese de rol speelde van MI6’s excentrieke kwartiermaker. Die Q is nu vervangen door een jongere, meer flitsende versie. Maar wat betekent dat voor Aston Martins met raketten? En voor horloges die laserstralen afvuren?

Q’s speeltjes zijn een belangwekkend Bond-ingrediënt. Wie herinnert zich niet de DB5-schietstoel, of Sean Connery’s aktentasbom? En als Roger Moore niet in een krokodilvormige onderzeeër aankomt, beginnen wij met popcorn te gooien. Afgemeten aan die traditie van hoogwaardige snufjes lijkt Skyfall aanvankelijk zo technologisch als een dorp in donker Afrika. Maar wie goed oplet, ziet dat de film wel degelijk heel technologisch geavanceerd is, en zelfs felrealistisch.

Kijk maar eens om je heen. Je auto heeft Bluetooth. Je pc heeft wifi. Wat vormt het hart van die dingen? Juist. Betrouwbare, ouderwetse radiogolven. Misschien heeft onze nieuwe Q dus toch wel een punt, en James niet.

‘Als je het niet kunt horen of ruiken, is het waarschijnlijk radio’, zegt Ramsey Faragher, terwijl hij aan het solderen slaat.

Wie is deze Ramsey Faragher? Officieel is hij Hoofd Wetenschap van het ultrageheime Advanced Technology Centre (ATC) – een welbekend onderzoeksinstituut van BAE Systems, een bedrijf dat veel aan ministeries van Defensie levert. Officieus is hij de echte Q: een van de mannen die in opdracht van de regering zijn leven wijdt aan het uitvinden van snufjes voor heuse geheimagenten – en soms wellicht dubbelagenten. Maar hij werkt niet alleen voor spionnen. Zijn gadgets, en die van zijn collega’s, worden ook gebruikt door militairen, piloten, onderzeeërs, en, op een zekere dag, door jou.

Laten we nou eens aannemen dat je in je auto rijdt en de weg gaat onder de grond door, zoals in een tunnel. Je navigatiesysteem heeft ineens geen idee meer waar je bent en is waardeloos, net zoals dat gebeurt wanneer je een soldaat in de woestijn bent wiens vijand zijn gps-signaal verstoort. Dan wil je Ramsey’s NAVSOP-systeem (Navigation via Signals of Opportunity) hebben. Dat maakt gebruik van allerhande soorten radiosignalen – van telefoonmasten tot televisietorens – en bouwt daarmee een beeld van je omgeving. Met andere woorden: het weet waar je je bevindt door middel van dezelfde signalen die het journaal tot je brengen. En omdat er op aarde letterlijk overal radiosignalen zijn, hoe zwak ook, werkt het in tunnels, regenwouden, en in hatchbacks.


Het is dus de tastbare versie van de techniek die van Bond (of Jason Bourne) een knipperend stipje maken op een monitor, terwijl ze door een riool in een derdewereldland kruipen. ‘Mensen zien een rood bliepje op een bioscoopscherm en veronderstellen dan dat alles wat ze zien ook echt bestaat’, zegt Ramsey. ‘Soms lopen we achter bij de film, maar andere keren lopen we heel erg voor.’ En dat geldt niet alleen voor ATC. In de film The Hunt for Red October, uit 1990, meten de Amerikaanse onderzeeërs hun positie door zwaartekrachtvelden te peilen. Naar later bleek, werkte de Amerikaanse overheid aan een dergelijk systeem, en schoot het Pentagon het project af omdat het leek te zijn uitgelekt.

Er is hier van alles gaande, ook uiterst geheime zaken, en dat is de reden waarom Ramsey voorzichtig is met wat hij zegt, en daarom worden onze camera’s gecheckt wanneer we vertrekken. Hoe dan ook: we ontdekten het een en ander voor we onze dagpassen terug gaven. Dingen zoals een autonome terreinauto, zoiets als Googles zelfrijdende Prius, maar dan sneller. Hij is gebaseerd op de Bowler Wildcat en gebruikt laserscanners om de omgeving en het landschap te ‘zien’, en servo’s om de instrumenten te bedienen. Dus hij lijkt op de robot-Prius, maar waar de auto van Google is ontworpen om verkeersborden te lezen en geen kinderen zou moeten overrijden, is deze auto bedoeld om mee door de duinen te knallen terwijl hij met gevechtsvliegtuigen communiceert en onderwijl nog wat opstandelingen uitschakelt.

'Wat als een tank zou zijn gemaakt van een speciaal stealth-materiaal dat, wanneer het wordt bekeken door een vijandelijke radar, het voertuig in een kudde koeien verandert?'

Er staat een model van op Ramsey’s bureau, tussen de soldeerijzers, moederborden en een radarinstallatie van de actieve cruisecontrole uit een auto. Hij blijkt te werken aan een hardcore versie voor militaire konvooien, die door het zand moeten kunnen rijden als heel snelle kameeltreinen. De voorste wagen heeft nooit een probleem, maar de wagens achter hem zien niets door opwaaiend stof en zand. Met het systeem van Ramsey, kan elk voertuig de bewegingen volgen van de eerste wagen. Als hij uitwijkt, doen de andere wagens dat ook, maar geen centimeter meer of minder – wat tamelijk handig is in contreien waar bermbommen rondslingeren. Of, nu we er over nadenken, op de snelweg als een vrachtwagen een wiel is verloren.

Om dat allemaal te laten functioneren, heb je meer nodig dan louter radar. Die helpt weliswaar om afstanden in te schatten, maar een auto moet ook weten hoe lang te wachten alvorens de actie van z’n voorganger te kopiëren. Of niet te kopiëren, in het geval van een ongeluk. En dus moet ie een overstelpende hoeveelheid informatie krijgen binnen een oogwenk. En dat is de reden waarom Ramsey’s wegtrein 60-GHz sterke wifi gebruikt – zo’n 25 keer sneller dan de breedband die je thuis gebruikt – om enorme hoeveelheden data van de ene naar de andere auto te sturen.

Maar het is niet alleen geschikt om te bumperkleven in de woestijn: ook auto’s op de openbare weg zouden op die manier met elkaar kunnen communiceren. Laten we veronderstellen dat je door modder begint te slippen. Dat zou je auto aan andere auto’s in de buurt kunnen vertellen, die daardoor hun tractiecontrole kunnen activeren om de glibberigheid te neutraliseren.


Er is meer. Ramsey laat ons een helm zien met een head-up display, zoals die worden gebruikt door hedendaagse gevechtspiloten – alleen: deze helm kan veel meer data verhapstukken. Hij zou ook live beelden kunnen projecteren die door camera’s buiten het vliegtuig worden gemaakt, maar alleen als de drager van de helm in die richting kijkt – waardoor de romp van een vliegtuig effectief transparant wordt. Dat is best handig als je op 50.000 voet hangt en geen achteruitkijkspiegel hebt. Zit er een vijand achter je aan? Draai je hoofd en je ziet hem vliegen. Stel je voor wat dat kan betekenen voor de dode hoek in raceauto’s.

In feite kun je veel automobiele zaken extrapoleren uit de zaken die hier worden uitgevonden. Neem de Demon-drone. Die gebruikt ‘flaploze vlucht’ – door de roeren en de rolroeren te vervangen door duizenden gaatjes die de vleugels in staat stellen lucht in te zuigen en uit te blazen en zo de koers te bepalen. Dat maakt de oppervlakten gladder, waardoor de beweeglijkheid, aerodynamica en stealth beter worden.

Dat werkt met de luchtstroom van de turbines, maar zou evenzogoed kunnen werken met elke andere motor die hoge druk produceert. Een F1-motor, bijvoorbeeld. Je zou lucht kunnen sluizen vanuit de inlaten en uitlaten naar de achtervleugel, die op zijn beurt in- en uitblaast om de druk eromheen te controleren. Dus in plaats van dezelfde vleugel overal op het circuit te moeten gebruiken, zou je constant adaptieve aerodynamica hebben. Leest u mee, meneer Newey?

Zo zouden we nog een hele poos kunnen doorgaan. Wat te denken van een gepantserde troepenvervoerder die data en vermogen dwars door massief staal heen stuurt? Met camera’s aan de buitenkant die beelden draadloos verstuurt, zou je de huidige kijksleuven niet meer nodig hebben (die sowieso meer kogels dan licht doorlaten). En wat als het hele voertuig zou zijn gemaakt van een speciaal stealth-materiaal dat, wanneer het wordt bekeken door een vijandelijke radar, een tank in een kudde koeien verandert? Of in een oude Volkswagen Kever? Voor persoonlijke bescherming zouden troepen niet langer gebruik hoeven te maken van dikke, zware kogelwerende jassen maar een vest dat een speciale, adaptieve middenlaag heeft, die hard wordt als er een projectiel tegenaan komt. Wanneer we het spul van dichtbij bekijken, blijkt het een soort vla te zijn. Vreemd.

Ramsey’s team werkt zelfs met een menselijke prestatiedivisie om zich ervan te verzekeren dat al deze technologie daadwerkelijk door echte mensen kan worden gebruikt. Psychologen, astrofysici, scheikundigen, professors in van alles en nog wat: ze werken hier allemaal – al met al zo’n 180 mensen – en ze werken hard. Sommigen houden zo van hun vak dat ze uitklokken om dan stiekem weer aan hun bureaus te gaan zitten en verder te gaan met het bedenken van meer dingen. En soms rijdt Ramsey net naar huis wanneer een belangrijk iemand van de overheid hem belt om hem te vragen even iets uit te vinden. En rap, graag: zou hij het erg vinden om even terug naar kantoor te fietsen en het morgenochtend af te hebben? Soms is het een zaak van leven of dood, en staan er al militairen klaar om met de nieuwe spullen aan de slag te gaan.

Dat verklaart wellicht waar de link met Q en Bonds radiootje wordt gelegd – hier worden inderdaad spullen gemaakt die echt inzetbaar zijn, en bruikbaar, en nodig. ‘Verwachtte je soms een exploderende pen?’ vraagt hij. ‘Hm, die maken we al een poosje niet meer.’

Reacties