Eerlijk gezegd stonden ook wij niet jubelend ‘hoera’-spandoeken te schilderen toen Ford naar buiten kwam met het idee voor een driecilinder voor de Focus. Oh, er zitten best leuke ronkertjes tussen hoor, bij die driepittertjes, maar voor enige vorm van beschaving kun je toch echt beter ergens anders aankloppen. Het loopt onrustig, is lawaaiig, trilt alle kanten op – nee, leuk, zo’n ding, maar dan in een Japans crisisbakje en niet in een verfijnd rijmachien als de Focus. Niet ons kopje thee.
Wij zaten ernaast met ons ordeel over de Ford Focus 1.0 EcoBoost
Wat Ford heeft gedaan, grenst aan het ongelooflijke. We zullen je niet vermoeien met te veel technische details (een aantal kun je lezen in ons eerdere verhaal over de 125 pk-versie), maar de motor, waar onze stofzuiger de neus nog voor ophaalde, is één groot feest van technische hoogstandjes. Waarvan sommige op het oog zo voor de hand liggend zijn: als een driecilinder per definitie onbalans heeft, dan breng je andere delen van de motor toch met opzet ook in onbalans, waardoor de twee elkaar opheffen? Je moet er maar wel even opkomen – én het kunnen uitvoeren, natuurlijk. Verder gaat alles vooral om de directe inspuiting (onder extreem hoge druk) en de turbo.
Het resultaat in de Ford Focus 1.0 EcoBoost is zonder meer verbluffend. Dat malle pak melk met kapsones dreunt er zomaar 100 (of zelfs, als gezegd 125) pk vermogen en 170 Nm koppel uit, waarbij dat laatste bij het rijden nog de meeste indruk maakt, omdat je al vanaf 1.400 toeren over de volle mep sleurkracht beschikt. Een turbogat is er niet; we hebben nooit eerder een driecilinder meegemaakt die met zo’n gemak oppakte en tot boven de 4.000 toeren zo soepeltjes doorging met het uitdelen van klappen.
Loont zo’n driecilinder?
Je krijgt als beloning een erg leuk klinkend driecilinder-roffeltje, terwijl de motor onder dat soort toerentallen juist wonderlijk stil is. Maar je hoeft dus niet per se door te trekken in de toeren om nog een beetje op te schieten – bij wat eerder opschakelen ga je eigenlijk net zo hard en bespaar je een hoop brandstof; volgens Ford moet 4,8 l/100 km mogelijk zijn. Dat haalden wij natuurlijk weer eens niet, maar we zaten er met een paar tikjes boven de 5 l/100 km niet eens zo ver van af. Héél bijzonder. Al hopen we van dermate grote hoeveelheden technologie wel dat het ook heel blijft – dat zal de tijd moeten uitwijzen.
We hebben ook nog maar weer even met de 125 pk-versie gereden; die gaat duidelijk nog vlotter vooruit, maar eerlijk gezegd was het verschil niet zo schokkend dat we je zouden adviseren er de duizend euro meerprijs blind voor te betalen; aan 100 pk heb je in principe genoeg.
Opmerkelijk verschil is wel dat de 125 pk-EcoBoost een zesbak heeft, waar de 100 pk-versie het met vijf moet stellen. Volgens Ford is dat om het sportievere karakter van de 125 pk-motor te benadrukken. En daar zit wat in; wie ook nog wat uit dat zalige onderstel van de Ford Focus 1.0 EcoBoost wil halen, is met die versie het best bediend. Gewoon-rijders: lekker de 100 pk doen.
Top: 185 km/u
Verbruik: 4,8 l/100 km
Motor: 999 cc, driecilinder turbo benzine
Aandrijving: voor
Vermogen: 100 pk
Koppel: 170 Nm
Gewicht: 1.167 kg
CO2: 109 g/km
BE € 19.200
Reacties