Autotest: Ford Focus Econetic 1.6 TDCi

‘De zuinigste Focus aller tijden’, zegt Ford over de Focus Econetic. Dan willen wij weten: rijdt dat nog steeds Ford-achtig?

 

Ford bouwt zogenaamde rijdersauto’s. Auto’s dus die lekker rijden, scherp sturen, vlot doorschakelen. Het merk krijgt niet altijd alle eer die het toekomt (wel in TopGear, zie bijvoorbeeld de Awards in nummer 55, maar niet door het grote, Nederlandse publiek). Ford verkoopt in ons land minder dan Toyota of Volkswagen, maar doorgaans rijden Fords veel beter.

 

De reden om een Ford te kopen, kan dus zijn dat je een fijn stukje wilt sturen, maar zoals we bij onze Awards-uitreiking al duidelijk maakten toen we de Fiesta tot de ‘Minst saaie groene auto van het jaar’ verkozen, heeft Ford nog een ander foefje onder de knie. Ford kan ook knetterlekkere auto’s bouwen die groen zijn. De Focus Econetic is daarvan, na de Fiesta, de volgende proeve van bekwaamheid.

 

Ford heeft gedaan wat alle groene-automakers dezer dagen doen: banden met lage rolweerstand monteren. Een stop-startsysteem installeren. Auto verlagen en grille dichtplakken. Schakelindicator inbouwen. En Ford ging door: de hele motor werd nog eens nagezien, de olie werd dunner, de aandrijfriem werd slapper afgesteld. De zogeheten kinetische energie wordt opgeslagen – die zowel door de remmen als door de voorwaartse beweging wordt gegenereerd. En zo voorts, en zo verder. (Overigens wordt een caravan of imperiaal door Ford verboden op deze eco-Focus – dan raakt-ie volledig van de leg.)

 

En dan zegt Ford: je gebruikt nu nog maar 3,8 liter diesel per 100 km. We springen in de Econetic (niets aan de hand, alles bekend, jammer van die lelijke, goedkoop uitziende radio/cd-speler) en rijden een flink stuk door de zonnige Provençe. Maar ondanks zuinigheidsbevorderende capriolen als het hangen in het kielzog van grote vrachtwagens, bergaf vallen met de bak in z’n vrij, opschakelen precies wanneer de Focus dat wenst en weinig, heel weinig remmen, komen we op geen enkel moment onder 4,1 liter per 100 km. Dat is geen 3,8 liter, maar het is wel tamelijk weinig. De boordcomputer waardeert zuinige rijders met bloemblaadjes, afgekeken van de Honda Insight.

 

Dat we dieselen, horen we op bijna ouderwetse wijze. Het stop-startsysteem werkt feilloos – binnen 0,3 seconden na een pedaal aangeraakt te hebben, loopt de motor weer, er is een speciale hulp-accu aanwezig en er is een andere startmotor aan boord die in plaats van 30.000 starts er 150.000 kan maken – maar de brommerige grauw van een aanslaande dieselmotor is goed hoorbaar. Omdat de Focus goed en vlot rijdt, ergeren we ons er niet al te zeer aan, maar op de Promenade des Anglais in Nice worden bij de stoplichten nogal meewarig aangestaard door Maserati- en cabrioletbezitters: waarom zet die zenuwlijder in z’n gloednieuwe Ford bij elk stoplicht de motor uit?

 

De groene Michelins van de nieuwste generatie, Energy Saver genaamd, lijken iets afbreuk te doen aan de plakkerigheid in de bochten die Fords normaliter kenmerkt, maar het is een kniesoor die daar op let. Dit is opnieuw een heel lekkere Focus en bovendien rijdt-ie 1 op 24. De Econetic komt in Nederland alleen op de markt als vijfdeurs hatchback.