Isuzu is in Nederland onbekend en onbemind. Maar daar moet verandering in komen met de D-max, een nieuwe pick-up met een hoog hé-daar-komt-wat-diks-aan-gereden gehalte.
 
Als ik aan autoliefhebbers vraag of ze iets weten over het merk Isuzu, dan krijg ik steevast hetzelfde antwoord – ‘nee’ – terwijl ze gek naar me opkijken met vraagtekens in de poppetjes van hun ogen. ‘Waar heb je ’t over’, denken ze vast bij zichzelf. ‘Hoe durven ze zich autoliefhebbers te noemen’, vraag ik me af.
 
Niemand heeft dus enige kennis van het merk en bij die groep hoorde ik tot voor kort een heel klein beetje. Ik ken Isuzu namelijk wel en kan zelfs uit mijn blote hoofd een paar modellen opsommen, maar de volledige kennis over Isuzu had ik niet, omdat het merk in ons land nagenoeg onbekend is. Gelukkig ben ik onlangs bijgeschoold en heb ik geleerd dat Isuzu een grote Japanse producent is van auto’s, bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. Het merk is zelfs een van ’s werelds grootste producenten van middelzware vrachtwagens en een flinke speler als het gaat om het maken van diesels. Zo produceerde Isuzu afgelopen jaar meer dan twintig miljoen diesels, waarvan een groot deel bestemd voor
General Motors en Renault.
 
De auto die er voor moet zorgen dat Isuzu wat meer bekendheid krijgt in ons land, is de D-max, een flinke nieuwe pick-up die van voor- tot achterbumper is vernieuwd en in ons land in zijn vorige gedaante onder de naam Rodeo werd verkocht. We reden deze nieuwkomer in de buurt van Boxmeer, over smalle zandpaadjes die langs kale akkers glooien. Een prachtige omgeving en best een aangename ervaring, want in hoog tempo en al driftend met de D-max rijden op onverhard – de natuurlijke habitat van bijna elke pick-up – is echt ontzettend leuk.
 
Maar eerst; wat vinden we van het uiterlijk? Wat ons betreft ziet de Isuzu pick-up er prima uit. Het is echt een lekker dikke auto die laat zien waar hij voor bestemd is: het zware werk. Hetzelfde geldt voor het plastic-fantastic interieur dat een grote mate van doelmatigheid uitstraalt. Je kan het uiterlijk van D-max overigens nog een beetje naar je hand zetten, want er is keuze uit verschillende cabineversies, hardtops en allerlei nuttige verfraaiingen. Kortom, de keuze is er reuze.
 
Op motorengebied is er wat minder keuze, er staan namelijk maar twee krachtbronnen op de prijslijst, te weten de nieuwe 2,5- en 3,0-liter turbodiesel met respectievelijk 136 en 163 pk. Deze motorvarianten blinken niet uit in vermogen, maar wel in trekkracht, uitgesmeerd over een groot toerenbereik. Zo produceert de 2.5 net als de 3.0 niet alleen veel lawaai, maar ook 294 Nm en de 3.0 op zijn beurt zelfs 360 Nm. Verder heeft de D-max één ton laadvermogen en drie ton trekkracht. Kijk, dat zijn cijfers waarmee je aan kunt komen bij je jaloerse collega-boswachter of mede-agrariër. En dat voor een vanafprijs van nog geen 25.000 euro inclusief vijf jaar garantie.

Reacties