Je kunt het ook een sprong voorwaarts noemen. Roofkat Jaguar springt van 4,2- naar 5,0-liter motoren en naar veel meer pk’s.
 
Vorige maand konden we het niet laten om de nieuwe Jaguar XKR naast de Aston Martin DB9 te zetten. Een nogal gewaagde vergelijking – temeer daar Aston Martin nog immer wordt gezien als de overtreffende trap van Jaguar als het gaat om Britse GT’s. Ons oordeel luidde, samengevat: de Jaguar is top, de Aston is een echte Aston. Dit keer kijken we naar de XKR en z’n echte concurrenten, rijden we met ‘m over Spaanse bergwegen en testen we ‘m op het circuit.
 
Als we naar z’n concurrenten kijken, laten we de DB9 buiten beschouwing omdat-ie qua prijs gewoon geen concurrent is. Een XKR is in Nederland goedkoper dan de kleinste Aston Martin, de V8 Vantage, die ‘maar’ over 425 pk beschikt, dus een vergelijking met de DB9 op prijs en segment gaat mank. Al was het een genot de test te doen.
 
De XKR ligt meer op een lijn met BMW’s M6 (3 pk minder, dezelfde acceleratie van 0 naar 100, in 4,8 seconden en een eveneens begrensde top van 250 km/u) die dik 40.000 euro duurder is, maar ook ontiegelijk veel lelijker. Je zou er – we werken het rijtje op alfabetische volgorde af – een Corvette Z06 naast kunnen zetten (tien mille goedkoper, 3 pk meer, in 0,3 seconde sneller naar 100 km/u en een top van 320), al is die Corvette natuurlijk meer een muscle car dan een stijlvolle coupé om je vriendin mee naar een celloconcert te vervoeren. Iemand riep hier Ferrari Scaglietti, alleen wist hij niet dat die in Nederland meer dan 330.000 euro kost (‘ik zou er nieuw maximaal twee ton voor geven, zo mooi is-ie niet’), en zelf kwamen we nog op een Maserati en een Mercedes-Benz.
 
De GranTurismo van Maserati bezit eveneens een bijzondere schoonheid, maar mist de nodige rijverfijning door z’n overgewicht. Z’n fantastische Ferrari-motor maakt heel veel goed in de S-versie, maar die kost je 190.000 euro en levert je slechts 440 pk. Tel daar z’n wat plompe motoriek bij, hoepa, en hij valt af. Resteert de Mercedes CL en wel de 63 AMG – dus niet dat opgefokte ding waarin Clarkson tegenwoordig zijn rondjes rijdt. Die CL 63 AMG kost maar liefst 220.000 euro, levert 17 pk meer, is 0,2 seconde sneller op de 100 en wil ook maar tot 250 km/u gaan. Een SL zeg je? Scheelt zeven mille met de CL en levert dezelfde prestaties. Wiesmann – een merk waar we al jaren verliefd op zijn – dan? De GT kost 155.000 euro, maar levert ‘slechts’ 367 pk. Daarnaast is de Wiesmann GT in al z’n schoonheid klein, krap, en stukken minder praktisch – al staat z’n exclusiviteit daar kaarsrecht tegenover – en is-ie alleen daarom al beter te vergelijken met een Porsche 911. Dat is de XKR niet.
 
Kijkend naar de concurrentie is de XKR goed beschouwd een koopje als het gaat om grote, praktische en supersnelle GT’s. En supersnel is-ie. In tijden van energieschaarste en nog steeds idioot hoge benzineprijzen is het vreemd dat juist een merk als Jaguar – toch geen verkooptopper de afgelopen decennia – met een nog grotere en nog dikkere motor op de proppen komt. De verkopen zitten, in tegenstelling tot zo’n beetje ieder ander merk, in de lift. Snap jij het?
 
Dat van die verkopen, daar kunnen we wat over speculeren: de XF die het goed doet, eh, de XF die loskomt en eh, de XF die ontdekt wordt door het publiek. Jaguar verkoopt ook nog een X-type weet je nog? Mondeo? Nee? Laat maar. En een XJ – die iedereen wel zou willen maar die toch een tikje duur is. En dan nog de XK, in 2006 verschenen, maar ook niet bepaald een verkooptopper hier.
 
Dan die grote motor: waarom die tegenstrijdig met de huidige maatschappelijke ontwikkelingen lijkt, maar dat niet is, laten we ons door Jaguar-technici vertellen (waarbij er een beweerde dat het niet ondenkbaar zou zijn dat de XK ook met een dieselmotor geleverd zou kunnen worden, maar wat door een ander, hoger in rang, een dag later glashard werd ontkend). Deze nieuwe vijfliter V8 met 510 pk en een koppel van 625 Nm verbruikt namelijk net zo veel als de vorige XKR met 4,2-liter V8 en 420 pk. Dus deze is zuiniger. Voel je ‘m? Daarnaast blaast de nieuwe motor minder CO2 in de lucht. Dat is helemaal winst. Al merkt het milieu niets van die paar XK(R)’s.
 
Waar het om gaat bij deze nieuwe motor is dat hij op werkelijk elk moment een onvoorstelbare hoeveelheid kracht levert onder het genot van een heerlijk gorgelend en typerend V8-geluid – áls je het gaspedaal intrapt. Maar ook kun je erin rondtoeren alsof je de komende drie jaar geen afspraken hebt, en gedurende die tijd in ultieme rust naar een pianoconcert wilt luisteren. Dat gebeurt dan allemaal in een weldaad aan leer en alcantara in een auto waarvan wij op de redactie unaniem vinden dat het de allerfraaiste coupé is die je nu kunt kopen. Als je anderhalve ton over hebt, dan. Die unanimiteit zit ‘m niet in het feit dat we voor Top Gear werken, Engels, net als Jaguar, hoewel dat tegenwoordig Indiaas is – dat terzijde – maar omdat we van schoonheid houden. We houden dan ook allemaal van een 911. En een Gallardo. En van een Audi R8. En een Quattroporte. Wie houdt niet van dat rijtje?
 
Op krappe wegen, snelwegen, hobbelwegen, de XKR rijdt voortreffelijk. Of je rustig aan doet, wat dus heel gemakkelijk kan, of rijdt alsof er vlammen aan je schenen likken. Natuurlijk voel je dat-ie groot is, zwaar ook, al behoort hij tot de lichtgewichten in z’n klasse, maar de rust die hij brengt, afgewisseld met brute, maar beheerste kracht maakt hem tot de begeerlijkste coupé van het moment.
 
Ook op het circuit, al mochten we van Jaguar maar een paar gecontroleerde rondjes rijden en moesten de veiligheidssystemen aan blijven, ontpopt de XKR zich tot een auto met twee kanten. Je kunt hard gaan op rustige en gecontroleerde wijze en de XKR geeft geen kik, suist onmerkbaar door elke bocht en lijkt dat zelfs met een klein kind aan het stuur te kunnen doen, zo eenvoudig is het.
 
Aan de andere kant kun je ook als een idioot over het circuit razen, alle elektrische beveiligingssystemen alert maken en de banden flink laten piepen zonder dat je ook maar een moment het gevoel hebt jezelf of de auto te verliezen. De grenzen van de XKR liggen zo ver weg dat alleen toprijders een beetje kunnen proberen te beoordelen hoever je met een XKR kunt gaan. Met dank aan het actief gecontroleerde differentieel dat onder alle omstandigheden in de gaten houdt waar de krachten naartoe gaan, of ze optimaal aangewend worden, en continu en onmerkbaar regelt dat die krachten zo effectief en veilig mogelijk de XKR voortstuwen.
 
Naast alle lofzang moet vermeld worden dat de XKR voorbeeldig schakelt. Snel, maar ook intelligent. Je rijdt met pakweg 220 km/u in z’n vijf snoeihard op een haakse bocht af die je in z’n twee wilt nemen, je bepaalt je rempunt, tikt drie keer tegen de terugschakelpeddel en je concentreert je vanaf dat moment op remmen en sturen. De Jaguar bepaalt vanaf dan zelf wanneer hij kan terugschakelen naar vier, drie en de tweede versnelling. Je hoeft er niet aan te denken, je hoeft geen rekening te houden met lastige krachten die kunnen vrijkomen en de auto in onbalans kunnen brengen als je te snel zou terugschakelen, je hoeft alleen maar keihard te remmen – ook dat doet-ie ook uitstekend – om vervolgens zo mooi en hard mogelijk de bocht door te sturen. Geweldig.
 
Is er dan niets van kritiek? Toch wel. Het navigatiesysteem is een oudje. Waar de concurrentie inmiddels driedimensionale gebouwen weergeeft, moet je het bij Jaguar doen met de resolutie van een Pacmankast uit 1984. Tweedimensionaal. Het is wel een touchscreen waarin ook alle audiofuncties, klimaatopties en andere instellingen van de auto zijn gevat, en zo’n touchscreen is nog altijd mijlenver te prefereren boven zo’n lompe draaiknop met knopjes rondom, maar het verdient een update. Er is meer. Het stuur heeft nog steeds spaken van afschuwelijk plastic – overigens het enige interieurdeel dat écht vervangen had moeten worden, te meer daar het ook constant in je gezichtsveld zit. Je telefoon via Bluetooth koppelen is een makkie, maar vervolgens kleppert die de hele weg in een metalen bekerhouder, want meer ruimte is er niet. Ja, onder de armsteun bevindt zich een groot vak met mp3-aansluiting, maar zodra je die klep dicht doet met je telefoon erin, verliest je telefoon de Bluetooth-verbinding.
 
Ondanks deze kritiekjes, met nadruk op het verkleinwoord, zouden wij met anderhalve ton op zak geen seconde twijfelen. We zouden er subiet een kopen.

 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear