Autotest: Jaguar XKR Convertible

Nooit eerder heeft zich bij ons zo’n bezitsdrang voorgedaan als bij de Jaguar XKR het geval is. Wij raden je van harte aan niet met deze auto te gaan rijden.

 

De vraag is: waarmee beginnen we onze lofzang? Aan het adembenemende uiterlijk hoeven we eigenlijk geen woorden meer vuil te maken, want daarin onderscheidt de R-versie zich nauwelijks van de XK en die hebben we al in alle toonaarden de hemel in geprezen. De grille van de R is van aluminium en her en der zit een R-embleem. Maar het is juist de terughoudendheid en ingetogenheid die we waarderen. En ja, hij heeft hetzelfde minpunt, maar dat bewaren wij voor het eind. We geven persoonlijk de voorkeur aan de Coupé. Rijd je achter de Coupé dan roept hij heel subtiel herinneringen op aan de fameuze E-type. Niet door lompe retro-styling, maar door de E-type opnieuw uit te vinden. Er is bovendien een uiterst pragmatische reden om voor de Coupé te kiezen, want bij snelheden boven de 200 km/u in de cabrio gaat je haar wel erg in de war zitten. 

 

Wat deze XKR tot zo’n superieure auto maakt is de toevoeging van de compressor, waardoor de V8 een dikke honderd pk meer heeft dan de ongeblazen versie. Ook het koppel nam enorm toe en Jaguar heeft de gewichtstoename beperkt gehouden. De XKR is met compressor en grotere remmen slechts zeventig kilo zwaarder dan de gewone XK – en dat was al een behoorlijk afgetrainde atleet. Je vindt dat wij overdreven lyrisch zijn? De XKR brengt 1.715 kilo op de schaal en dat is slechts honderd kilo méér dan een Porsche 911. Nog niet overtuigd? De XKR cabrio is ruim tweehonderd kilo lichter dan de Mercedes SL55 en de BMW M6 cabrio. Het relatief geringe gewicht is natuurlijk handig voor een lager brandstofverbruik (lekker belangrijk) en prestaties (best belangrijk), maar het is doorslaggevend voor het weggedrag.

 

Laten we trachten de juiste superlatieven te vinden om dat weggedrag te beschrijven. Het begint ermee dat de XKR zijn bestuurder het volste vertrouwen biedt. Rijdend op een Noord-Spaans bergweggetje taxeer je een bocht soms niet helemaal juist.
Je rijdt 80 km/u en had bij nader inzien beter met 60 km/u de bocht aan kunnen snijden. De XKR blijkt in zulke situaties bijzonder vergevingsgezind en loodst je accuraat door de bocht. Jaguar levert de XKR met een zestraps automaat die je ook met flippers achter het stuur handmatig kunt bedienen. Schakelen doe je meer voor de lol, want eigenlijk is er bij elk toerental wel voldoende vermogen beschikbaar. De bak schakelt razendsnel en het motormanagement zorgt voor toefjes tussengas. En, oh, daar gaan we weer: dat geluid. De XKR voegt aan het geweldige gegrom nog hyena-achtig gehuil toe. Echt, het voornaamste bezwaar tegen een auto als de XKR is het ontbreken van wegen in Nederland om hem tot zijn recht te laten komen. Wellicht heeft Jaguar daarom maar besloten om de topsnelheid te begrenzen.

 

Kniesoren als we zijn, vonden we dus een minpunt. Eigenlijk schamen we ons een beetje dat we daarover moeten beginnen, zeker daar we er niet unaniem over zijn. Het is de antenne die parmantig achter op de kont staat. Het maakt van de XK een beetje een botsautootje. De verklaring is ook zo knullig: in de voorruit (waar die antennes bij andere fabrikanten veelal worden geplaatst) kun je – nota bene als optie! – verwarming bestellen, dus kan daar geen antenne meer in. En in de achterruit is natuurlijk niet echt een optie bij een cabrio waar die ruit doorgaans veilig ligt opgeborgen in de kofferbak. Weet je wat het ergste is? Die radio ga je dus echt niet aanzetten als je aan het rijden bent met de XKR. Echt niet!