Lamborghini’s zijn behoorlijk goed in het platleggen van het verkeer. Maar in Miami krijgt het luidruchtigste automerk ter wereld te maken met een wel heel opmerkelijk obstakel. Een koppig, onbeweeglijk obstakel, bovendien. We rijden zuidwaarts over de 913 langs Hobie Island in de richting van Key Biscayne als een in bikini gehulde vrouw ons, wanneer we even een omweg maken over een waanzinnig schilderachtige parkeerplaats langs de kust, tot stoppen maant. ‘Nee’, schreeuwt ze, wild met haar armen zwaaiend. ‘Néé! Stop! Er zit een leguaan op de weg!’ Er zit een leguaan op de weg. Ik doe dit werk nu 23 jaar, en dit is de eerste keer dat een leguaan een autotest weet te verstoren. Het is een flink exemplaar, meer dan een meter lang inclusief de staart, felgroen, en hij is duidelijk niet van plan om opzij te gaan. Als ik het later opzoek, kom ik erachter dat leguanen herbivoren zijn, maar als we dichterbij proberen te komen om een foto te maken van hoe hij met zijn uitpuilende ogen naar onze oranje Huracán Spyder (‘arancio borealis’, in Lamborghini-jargon, de favoriete kleur van Ferruccio) staart, proberen we hem uiteraard niet te tergen. Dat lukt dus niet. Inmiddels weet ik dat een slechtgehumeurde leguaan zijn ongenoegen kenbaar maakt door met zijn staart naar je voet uit te halen, als je hem van de weg wilt verjagen. Krap twintig minuten later dient zich nog meer fauna aan. Als we diep in een vochtig, klam national park zijn doorgedrongen, zijn we getuige hoe een stel wasberen een afvalbak doorzoekt – Amerika heeft veel leuker ongedierte dan wij – en een zwerm vogels doet me denken aan de intro van Miami Vice, de ultieme jarentachtigserie die nog steeds een lange subculturele schaduw over deze rusteloze, zich steeds weer vernieuwende stad werpt. Crockett en Tubbs hadden een witte Ferrari Testarossa en een Daytona Spider (eigenlijk een op een Corvette gebaseerde replica), maar een remake met een Lamborghini Huracán Spyder zou bepaald niet verkeerd zijn. Het enige probleem is dat de Huracán zich zo beheerst gedraagt dat je uitbundig overstuur tijdens een spectaculaire achtervolging wel kunt vergeten: hij vertikt het simpelweg. ‘Beheerst’ zou een eufemisme kunnen zijn voor ‘saai’, maar dan toch alleen maar in de ogen van het soort purist dat onbewogen blijft ten overstaan van een 5,2-liter, natuurlijk aangezogen V10 met 610 pk die als een aanzwellende storm naar 8.250 toeren per minuut klimt. Het is dezelfde motor die onlangs in de sprankelende, allernieuwste versie van de Audi R8 opdook, de auto die het vermoeden wekt van een stammenstrijd nu de Lamborghini-stamboom zo grondig is bezoedeld door Audi-dna. Als de Huracán officieel de minst stoute Lamborghini is en de R8 de meest weerbarstige Audi, reiken ze elkaar dan niet ergens halverwege de hand? Of maken ze elkaar overbodig? Op internet beweren sommigen in ieder geval dat de Huracán een imagoprobleem heeft, en zelfs al is kort geleden de achterwielaangedreven LP580-2 geïntroduceerd om het evenwicht te herstellen: het vermoeden bestaat dat deze recente Lamborghini op een of andere manier geen goedkeuring krijgt.

‘Hoge snelheden rijden, dat doe je niet hier’

Heus? Het is echt niet zo dat we naar de buiten bij hotel W South Beach opgestelde Huracán Spyders kijken, en denken: ze hebben er nu echt met de pet naar gegooid, zelfs niet als er ook nog eens een Pagani Huayra stopt (het is ‘La Monza Lisa’, waarvan de eigenaar Kris Singh tevens een van de drie ooit gebouwde Lamborghini Veneno’s bezit – duidelijk iemand die niet graag al te veel in het oog loopt). Voordat we tot de rijprestaties overgaan: wat vind je ervan dat Lamborghini heeft gekozen voor een softtop van canvas in plaats van de inklapbare hardtop à la Ferrari 488 Spider en McLaren 650S? In dit geval sta ik achter de beslissing van Sant’Agata. Klasse van Maranello en Woking dat ze een hardtop hebben weten te krijgen in de beperkte bergruimte van een auto met midscheepse motor, en er zijn ongetwijfeld klanten die de voorkeur geven aan een metalen dak. Maar heb je gezien wat voor silhouet ze hebben met het dak omhoog? Of met het dak neergeklapt? De driedubbel gelaagde softtop van de Lamborghini is beschikbaar in zwart, bruin en rood en zakt bij snelheden tot 50 km/u in 17 seconden weg. Als dat is gebeurd, ziet ie er echt oogverblindend uit, met behoud van de subtiele details en vormen van de coupé. Bij het openen van het dak worden er aan beide zijden wentelende baleinen zichtbaar, en als die weer zijn verdwenen, zwiert het geheel van scharnierende delen weer prachtig op z’n plaats. De carrosserie is voorzien van een soort kanalen om luchtstromen bij de cabine weg te houden, en volgens Lamborghini kunnen inzittenden daardoor een gesprek voeren, zelfs bij hoge snelheden. Maar hoge snelheden rijden, dat doe je niet hier. Behalve dan wanneer je zou willen dat er nog een derde partij betrokken wordt bij het gesprek, iemand die net van een zware motor is gestapt en je dreigt met een verblijf achter de tralies. Mocht je rechtervoet af en toe het gaspedaal flink intrappen, dan weet de Huracán Spyder de 120 kilo extra – pakweg het gewicht van een motoragent met een zwak voor donuts – heel goed te verhullen. Dat extra gewicht waar hij mee is opgezadeld komt door de toevoeging van omhoog komende rolbeugels, het mechanisme om het dak te openen en extra verstevigingen. Hij bereikt de 100 km/u vanuit stilstand in 3,4 seconden (twee-tiende langzamer dan de coupé), 200 km/u in 10,2 seconden en heeft een top van 324 km/u. Razendsnel is ie dus. Maar dat zijn z’n belangrijkste concurrenten ook. Of liever gezegd, die zijn nog sneller – vooral de McLaren heeft een verpletterende hoeveelheid vermogen beschikbaar in de middelste regionen van de toerenteller. De Huracán Spyder onderscheidt zich niet zozeer door wat ie kan, maar door hoe hij dat doet. En wel door lucht te inhaleren zoals God het inhaleren van lucht heeft bedoeld – als een van de laatsten, nu zo’n beetje iedereen is overgestapt op de turbo. Terwijl het rijgedrag en de interactiviteit van het chassis van de Ferrari en de McLaren kleurrijker zijn dan die van de Lamborghini, klinkt geen van die twee zo goed – vooral met het dak naar beneden. Hier in Miami – of in Monaco of Maastricht, of waar dan ook – moet je jezelf de vraag stellen wat je belangrijker vindt. Dit is een echt bruisende stad. Als je culturele kompas is blijven hangen bij Scarface of bij die in pastelkleuren uitgedoste politiemensen uit de jaren tachtig, dan is de recente artistieke wederopstanding van Miami je ontgaan. Niet alleen zijn de schitterende art-decohotels en -gebouwen van South Beach helemaal opgeknapt, maar de jaarlijkse Art Basel-kunstbeurs heeft wijken die daarvoor in verval waren, nieuw leven in geblazen. Hoewel men niet overal dol is op stadsvernieuwing en opknapbeurten van wijken, moet je wel blij worden van de manier waarop de beste straatkunstenaars ter wereld de wijk Wynwood een nieuwe impuls hebben gegeven. Het hart van dat alles is Wynwood Walls, een initiatief uit de koker van projectontwikkelaar Tony Goldman met de bedoeling om grote, vaak braakliggende terreinen een nieuwe bestemming te geven. ‘Het rijke arsenaal aan opslagruimtes in Wynwood, allemaal met blinde muren, beschouw ik als een enorm schildersdoek voor de meest fantastische street art die je ooit op één plek bij elkaar hebt gezien’, beweert hij. ‘Ik kon het publiek iets tonen wat ze tot dan toe alleen maar overal verspreid hadden gezien.’ Sinds 2009 hebben in Wynwood Walls 50 kunstenaars uit zestien landen gewerkt aan ruim 7.000 vierkante meter muur. Hele straatblokken loopt het door: Bansky en zijn geestverruimend trippende collega’s in de hoogste versnelling.

‘De Huracán Spyder is niet de meest uitzinnige creatie van Lamborghini, en zo is ie ook niet bedoeld’

Dat laatste kun je van Team TopGear in de Lamborghini niet bepaald zeggen, gezien de stringente maximumsnelheden. Maakt niet uit. Een tijdje geleden reden we met de Huracán in één ruk 800 kilometer door Zuid-Spanje, en ik weet wat deze auto te bieden heeft: indrukwekkende grip van een chassis waarvan de vierwielaandrijving, ondanks het voortdurende verplaatsen van het vermogen van voor naar achter en vice versa, duidelijk een voorkeur heeft voor wat laf smakend onderstuur dan opzwepend overstuur; fluweelzacht schakelen met de zevenversnellingsbak met doppia frizione, oftewel dubbele koppeling; en een verbijsterend soepel rijgedrag, zelfs zonder de magische schokdempers. Het is echt een auto die je iedere dag kunt gebruiken, ervan uitgaand dat je elke dag multimiljonair bent, en er is absoluut geen sprake van een onrustig chassis nu ie onthoofd is. (Dat zou ook niet moeten: volgens Lamborghini is het deels uit aluminium, deels uit koolstofvezel opgetrokken chassis 40 procent stijver dan dat van de Gallardo Spyder.) Hij heeft zelfs cilinderuitschakeling, voor een schoner milieu. Onze auto is, gelukkig, niet voorzien van het optionele dynamic steering, dus voelt hij heel direct en strak aan. Maar er zijn kleine probleempjes. Op een of andere manier valt er altijd iets af van de Lamborghini waar ik in rijd, en dit keer is het het kunststof randje van de omhoog springende deurknop. Je kunt het heel makkelijk weer vastklikken, maar het zou er om te beginnen natuurlijk al helemaal niet af moeten vallen. En dan is er nog de curieuze kwestie van het airco­systeem, dat meer peentjes zweet dan de inzittenden (geen sinecure: het is begin februari en boven de 30 graden). Tegen de tijd dat we op weg zijn naar de locatie waar we die avond foto’s willen maken, de prachtige, door Herzog & De Meuron ontworpen parkeergarage op 1111 Lincoln Road, ligt er een plasje condensvocht op de beide middelste ventilatieopeningen. Daar is alle energie duidelijk in gaan zitten: een heel klein beetje welkome frisse lucht is naar buiten gestroomd en sputterend over het middenconsole gedropen. Het instrumentarium van de Huracán wordt beheerst door het onweerstaanbare 12,3 inch display, maar als je langer bent dan 1 meter 80, zit je hier binnen niet lekker. Als de Huracán Spyder op de zevende verdieping is geparkeerd, met rondom tot in de wijde omtrek twinkelende lichtjes, is hij nog altijd veel te sprankelend om zich van de wijs te laten brengen door dat soort onbenullige details. Op de eerste verdieping staat een Bugatti Veyron, en de eigenaar van het gebouw, Robert Wennett, woont in een penthouse boven ons. De Lamborghini past volmaakt in dit decor. ‘Jacques Herzog omschreef dit gebouw als een en al spieren, zonder kleren – net als Miami, waar alleen maar gespierde lijven rondlopen’, zei Wennett tegen Vanity Fair. ‘Hij noemde het ook het uitzinnigste ontwerp dat ze ooit hadden gemaakt.’ Niet slecht, ook al gezien het feit dat het samenwerkingsverband dat de Pritzker Prize won, verder onder meer het Tate Modern in Londen en het Vogelnest-stadion in Peking op zijn naam heeft staan. De Huracán Spyder is zeker niet de meest uitzinnige creatie van Lamborghini, en zo is ie ook niet bedoeld. Maar net zoals het gebouw waar hij op dit moment in geparkeerd staat, bezit ie precies de goede balans tussen functionaliteit en plezier. Dit is niet zozeer een auto als wel een stuk lifestyle, en op de vraag of ie doet waar hij voor gemaakt is, luidt het antwoord: reken maar. Hetgeen de bezoekers van de W-hotelbar zullen bevestigen.

Motor
5.204 cc
V10
610 pk @ 8.250 tpm
560 Nm @ 6.500 tpm

Aandrijving
vier wielen
7v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 3,4 s
top 324 km/u

Verbruik (gemiddeld)
12,3 l/100 km
285 g/km CO2

Afmetingen
4.459 x 1.924 x 1.180 mm (l x b x h)
2.620 mm (wielbasis)
1.542 kg
83 l (benzine)
bagageruimte n.b.

Prijzen
NL n.n.b.
BE € 225.665

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)