Na een mislukte entree op de Europese markt in 2005 komt het Chinese merk Landwind terug. In het populaire midi-MPV-segment.
 
Sommige verkeersregelaars worden er nog steeds in gespot, maar de rest van Nederland liep met een grote boog om de kreukel-SUV heen waarmee Landwind een paar jaar geleden haar Europese debuut beleefde. Deze kopie van de Opel Frontera bleek gemaakt te zijn van hetzelfde soort materiaal waarin je vriendin ’s ochtends je lunch wikkelt; toen de Duitse ADAC ‘m tegen een muur parkeerde, bleven er alleen een stofwolk en een gehavende crashdummy over. ‘Onveilig!’ riep iedereen, en Landwind verdween stilletjes van de markt.
 
Maar nu zijn ze terug. Eerst met dit busje, binnenkort ook met andere modellen. Die Chinezen zijn niet voor één gat te vangen. Het zit namelijk zo: in hun thuisland is veiligheid niet belangrijk, want iedereen rijdt alleen maar overal 30 km/u. Dus kun je in China makkelijk auto’s bouwen van oude colablikjes en Tic Tac-doosjes. Als je dan met diezelfde producten de wereld wilt veroveren, moet je even iets beter je best doen. Zeker in Europa, waar ieder knopje drie keer met een vergrootglas wordt onderzocht voordat een auto de markt op mag.
 
Gelukkig bouwt Jiangling, het moederbedrijf van Landwind, ook auto’s voor Ford, Suzuki en nog een paar andere merken. Sterker nog: ze bouwen er een miljoen per jaar. Ze hebben dus goed op die producten gelet, een hoop onderzoek gedaan en veel getest. Het resultaat is een auto die volledig op onze markt is afgestemd: hij is veilig genoeg, voldoet aan de Euro 5-norm en kan grotendeels gerecycled worden. Zodoende heeft ie al een typegoedkeuring voor 27 landen, en weet men vrijwel zeker wat de EuroNCAP-resultaten zullen zijn. Hier is over nagedacht; de CV9 is de Chinese auto nieuwe stijl.
 
Wil dat zeggen dat ie ook rijdt zoals we aan deze kant van de Oeral gewend zijn? Nou, nee. In veel opzichten lijkt de Landwind zo uit 1986 te komen rollen. Zo is de vering gemaakt van pakjes gesmolten boter, is er letterlijk geen stuurgevoel en hangt in het interieur dezelfde plasticwalm die je ruikt als je computer oververhit raakt. Schroefgaten zijn met stickertjes afgedekt. De buitenspiegels zijn klein, maar veroorzaken toch veel windgeruis. Niet dat je daar iets van zult horen: op de snelweg bij 120 km/u draait de 1.6-motor luidkeels 3.800 toeren.
 
Alles is relatief. In de CV9 Comfort kun je namelijk wel met zes man zitten, waarbij de benen van de achterste passagiers op precies zoveel ruimte hebben als in, eh, een Opel Zafira. Het ding heeft airco, parkeersensoren en een radio met usb en mp3. Je kunt affabriek een lpg-installatie bestellen, die dus optimaal op de auto is afgestemd. Het ontwerp ziet er redelijk fris uit, en je krijgt drie jaar garantie. De techniek komt van Duitse bedrijven als FEV en Getrag, mocht je ondanks de vele Chinese producten in je huis geen vertrouwen in het volk hebben. Verkoop en onderhoud? Er zijn nu al dertig Mitsubishi- en Daihatsu-dealers die een hoekje voor Landwind ingericht hebben.
 
Onder de streep dus een aardige deal, die CV9. Zeker als je bedenkt dat de basis-1.6 (met vier zitplaatsen) in Nederland nog geen 15.000 euro kost. Daar kun je toch ook een tweedehands Kia voor kopen met nog een paar jaar garantie? Precies, dat zouden wij dan ook doen.

Reacties