De Maserati GranTurismo heeft een broertje gekregen: de S. Misschien hadden ze hem beter `Damien’ kunnen noemen.
 
Geloof het of niet, maar er waren werkelijk mensen die het voor elkaar kregen iets te mekkeren te hebben over de Maserati GranTurismo. Nee, dat ging nooit over het uiterlijk, want het wereldrecord Minst Geslaagde Zoektochten is nog altijd de poging mensen te vinden die de grote GT niet mooi vonden – die bleken er simpelweg niet te zijn. De ‘klachten’ betroffen vooral de verwachtingen die dat uiterlijk en de techniek opriepen. Zó veel elegantie én snelheid in een carrosserie waaronder Ferrari-techniek schuilgaat; dat belooft wat.
 
Het is misschien nog moeilijker te geloven, maar die mensen hadden nog gelijk ook. De GranTurismo heeft wat gemeen met de Alfa Brera: te zwaar en te groot om werkelijk sportief te zijn. Hij is wel snel, maar voelt of klinkt nooit zo, en dat stelt toch lichtelijk teleur. Maar Maserati, de beroerdste niet, heeft goed geluisterd en komt nu met een antwoord: de GranTurismo S.
 
Hij ziet er dankzij z’n zwarte grille, bescheiden zijskirts en in het kofferbakdeksel geïntegreerde achterspoiler al een stuk sportiever uit, zonder dat de mooie glooiende lijnen geweld aan wordt gedaan. Ook nieuw: dikke grijze 20-inch velgen in Drietand-design, met daarachter nieuwe Brembo-remmen. Nog beter nieuws is de nieuwe versnellingsbak met dubbele koppeling, waardoor schakelen slechts 100 milliseconden in beslag neemt. Dat gebeurt alleen zo snel als Maserati dat echt nodig acht: de motor moet minstens 5.500 tpm draaien en het gaspedaal moet minimaal 80 procent ingedrukt zijn. Ofwel: alleen als je er vol voor gaat.
 
Ook de motor is nieuw: het is de 4,7-liter V8 uit de Quattroporte S, die goed is voor 440 pk en 490 Nm, wat zich weer vertaalt in een acceleratie van 0 naar 100 in 4,9 seconden en een top van 295 km/u. De ophanging is ook aangepast, met onder meer dempers die 10 procent stijver zijn.
 
Geen halve maatregelen. En toch zijn ze niet dé sensatie van de GranTurismo S. Dat is namelijk een knopje. Een knopje waar ‘Sport’ op staat. Er had ook ‘Armageddon’ kunnen staan, want druk er op en de hel barst los. Hij bedient, naast wat elektronica voor de bak, twee kleppen in de uitlaat. Normaal wordt het motorgeluid aan alle kanten gedempt, maar in de Sport-stand lijkt hij rechtstreeks te zijn aangesloten op een onzichtbare muur van speakers van zesziljard watt. Een kabáál! En van zo’n hemelse schoonheid – het brult, giert, sist, gromt, krijst, huilt en buldert.
 
Opeens weet je alles van de immense racehistorie van het merk, snap je de werkelijke impact van power, begrijp je de zin van het leven. Dat simpele knopje verandert de vriendelijke GT in een meedogenloos monster, dat de wereld om hem heen verplettert en de bestuurder een intraveneuze cocktail van adrenaline en Prozac toedient. Het is onmogelijk níet meegesleept en ontroerd te raken door zo veel passie. En dat door één knop. Bravo. Bravissimo.

Reacties