Autotest

Mercedes C 180 Cabrio

We rijden de instapper der open Mercedes-vierzitters

Door Ruben Baeten

Gepubliceerd op 26 januari 2017 om 20:00 uur 1 reacties

Van de nieuwe Mercedes C-klasse Cabriolet reden we tot nu toe alleen de intense 63 S AMG. Dat 510 pk in een open Benz ons wel kon bekoren, zal niemand verbazen. Het riep wel de vraag op: wat blijft er van die sensatie over in het instappertje, de Mercedes C 180 Cabrio?

Er gaapt een klein gaatje tussen onze eerste ervaringen met de nieuwe C Cabrio en de meest recente. Een gaatje van 75.595 euro en 354 pk, om precies te zijn. Inderdaad, dat is het onvoorstelbare verschil tussen de duurste en de goedkoopste versie. Sterker: de op één na goedkoopste, zelfs – als we zelf hadden geschakeld in plaats van het over te laten aan een automaat, hadden we nog eens 3.905 euro in de zak kunnen houden. Ofwel: als je toekunt met (oké: aanzienlijk) minder dan die 510 pk, dan pak je de C 180. Dan kun je er gewoon nog een Mercedes GLE (of iets dergelijks) bij nemen en hou je nog geld over ook.

Is de instapversie ook echt 75.595 euro minder goed?

Bovenstaande maakt in ieder geval duidelijk hoe krankzinnig wijdverbreid het gamma van Mercedes is. Dat de verschillen tussen top en bodem groot zijn, oké. Maar liggen ze gevoelsmatig ook werkelijk een riant jaarsalaris uit elkaar?

Motorisch: nou en of. We gaan niet eens moeite doen om je alle verschillen uit te leggen tussen een biturbo V8 met 510 pk en 700 Nm, en een bescheiden 1,6-liter viercilindertje met 156 pk en 250 Nm – die begrijp je zo ook wel. De vraag is eerder: heb je daar voldoende aan in zo’n auto? Antwoord: ja, best wel. Dragraces ga je met de C 180 niet winnen, maar met een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 8,9 seconden en een top van 220 km/u is nu ook weer niet zo veel mis. Daarbij is die maximale trekkracht van 250 Nm al bij 1.200 toeren per minuut beschikbaar. Je hoeft de motor dus ook niet elke keer tot jankens toe te tergen om de vaart er een beetje in te houden. Maar goed, daar heeft de negentraps automaat normaal gesproken ook helemaal geen trek in. Die is vooral bezig zo zijdezacht en zo snel mogelijk naar de hoogste versnelling te schakelen. (Vooruit: de op één na hoogste, want aan z’n 9 komt hij bijna nooit toe.)

Is de Mercedes C 180 Cabrio dan wel een beetje spannend?

Dat niet echt – eerder ontspannend. De motor-bakcombinatie levert een wat gezapig overkomend karakter op, maar ook een hoop brandstofbesparing en geluid. Dat laatste is helemaal niet zo’n punt, want erg inspirerend klinkt de viercilinder niet. Je kunt de boel met een sportknop wat oppoken, maar dat heeft eigenlijk weinig zin: je gaat er nauwelijks sneller door en voor het geluid hoef je het als gezegd ook niet te doen.

Eén onhebbelijkheidje heeft de bak wel. Als je even van het gas gaat en vervolgens er meteen weer op, raakt hij van de leg, alsof hij geen idee meer heeft of hij nou op- of terug moet schakelen of gewoon lekker niets moet doen. Het duurt nooit heel lang, die besluiteloosheid, maar toch.

Verder blijft de C Cabriolet ook met deze motor een zaligheid van een auto. Heerlijk comfortabel, fantastisch gebouwd, briljant afgewerkt, prima sturend en natuurlijk onverminderd dat beeldschone uiterlijk. Dat niet elk stukje is bekleed met leer of koolstofvezel: het went. Heus. En voor die 75 mille verschil koop je voor de racesensatie gewoon een Xbox One met Forza. In vierhonderdvoud, als het moet.