Terwijl andere merken hun driedeurs modellen steeds vaker schrappen, herinnert Opel ons eraan hoe een écht leuke hatchback er uit moet zien.
Als er ooit een talentenjacht voor auto’s op tv zou zijn uitgezonden, dan had de vorige Astra ‘m op z’n sloffen gewonnen. Van een dodelijk saai en emotieloos muurbloempje ging Opels belangrijkste model in 2005 in één klap naar een strakke en opvallende verschijning. Juryleden zouden ‘m een jaarcontract bij een leidend modellenbureau hebben aangeboden. De Golf en de Focus hadden ruzie gekregen en krijsend elkaars haren uitgetrokken.
Van de talloze lichtgrijze vijfdeurs Astra’s die sindsdien onze wegen bestormden, worden we allang niet meer warm of koud; maar als een driedeurs GTC ons pad kruist, kijken we ‘m nog altijd even na. Nog steeds is dat een bijzonder model met een voorkomen dat we zouden omschrijven als buitengewoon cool. Laatst reden we in de file achter een vuurrood exemplaar, en naast een gloednieuwe Polo. Vraag een leek welke de modernste is, en we weten zeker dat hij de scherp gelijnde, conceptcar-achtige Astra zal aanwijzen.
Opel weet heus wel dat ze met een dergelijk gewaagd model geen record-brekende verkoopcijfers zullen halen. Dus siert het ze des te meer dat ze – slechts twee jaar na de introductie van de huidige generatie Astra – weer een GTC aan het gamma toevoegen. Iets met imagebuilding, brand rejuvenation en andere termen die in het Nederlands veel minder interessant klinken. Ze hebben er uiteraard geen half werk van gemaakt. Meer nog dan voorheen is dit niet gewoon een Astra minus twee deuren: het is bijna een op zichzelf staand model geworden.
Een aardig weetje om deze bewering kracht bij te zetten, is dat van de onderdelen aan de buitenkant alleen de antenne, de spiegelkappen en de deurgrepen uitwisselbaar zijn met de vijfdeurs Astra. Het geeft aan dat de GTC van de grille tot de achterspoiler opnieuw getekend is. De ontwerpers lieten zich daarbij inspireren door moderne beeldhouwwerken (‘de manier waarop de lijnen je ogen meenemen langs het gehele object’) en, jawel, door de Frank Miller-strip en speelfilm Sin City (‘de grimmige atmosfeer, de extreme lichtval en de daaruit voortvloeiende contrasten’). Bij de persintroductie omschrijven Opel-mannen met sjaaltjes ‘m dan ook als een ‘automobiele bad guy, die bij nader inzien ook wel iets romantisch over zich heeft’. Vindingrijkheid kun je ze niet ontzeggen.
Verder wijzen ze ons op het grote verschil in breedte, van achter gezien, tussen de wielkasten en de bovenkant van het dak. Samen met de enorme velgen (standaard vanaf 18 inch) maakt het dat de GTC standvastig en stevig oogt, als een gedrongen hondje, maar dan minder aandoenlijk. Behoorlijk indrukwekkend is het feit dat de auto vanbinnen veel ruimer is dan je met deze vormgeving zou vermoeden: achterin kunnen twee mensen comfortabel, of drie mensen knusjes zitten, waarbij er genoeg hoofdruimte is voor iedereen die nooit professioneel basketballer kon worden. Het kofferruim is riant.
De rest van het interieur is voor Opel-rijders een feest der herkenning. Het dashboard, het stuur, de rode sfeerverlichting – het is allemaal onveranderd ten opzichte van andere Astra’s en Insignia’s. We kunnen er niet mee zitten, want er is niets mis met dat interieur. Behalve die ogenschijnlijk willekeurige knoppenregen in het midden van het dashboard dan, dat moet toch echt overzichtelijker kunnen. Maar verder: de aardige afwerking met ontzettend op aluminium gelijkend plastic, het handige multimedia-vakje vóór de pook (met sd, usb, noem maar op), de ergonomisch gevormde, prijswinnende stoelen (in Nederland altijd standaard), de heel fijne zitpositie met een uitgebreid verstelbaar stuur. Het is allemaal ruimschoots prima. En: de enorme ‘panoramische’ voorruit, die tot boven je kruin reikt, is vanaf volgend jaar weer verkrijgbaar. Goed werk.
Opel heeft het onderstel ten opzichte van de vijfdeurs flink aangepast. Niet alleen groeide de spoorbreedte op beide assen aanzienlijk en kwam de carrosserie 15 millimeter dichter bij de grond te liggen, de ingenieurs pasten ook de zogenoemde HiPerStrut-voorwielophanging toe. Dat staat voor high-performance strut, mocht je het je afvragen. Even technisch babbelen: ten opzichte van een traditionele McPherson-ophanging plaatst deze constructie in bochten het gewicht van de auto onder een kleinere hoek op het voorwiel. Het geheel wordt er stijver van, de banden blijven meer rechtop staan, houden meer grip en kunnen daarmee ook het vermogen beter op het wegdek kwijt. Ook zijn aandrijfreacties in het stuur – bestuurders van sterke voorwielaandrijvers welbekend – hiermee minder merkbaar.
Dit mag een prachtig verhaal zijn, maar helaas rijden we de GTC tijdens deze test op een kletsnat en gevaarlijk glibberig Mallorca. Het enige wat we hier voelen, is ons hart in onze keel als we in een bocht weer eens rechtdoor op een afgrond af glijden. Gelukkig droogt de weg op naarmate we het einde van onze route naderen, en blijkt in de laatste kilometers dat je inderdaad met de Astra kunt mikken als een specht. Vooral als je het FlexRide-onderstel in de stoterige Sport-stand zet.
Opel zegt dat ze de door ons vaak verguisde elektronische besturing meer gevoel poogden te geven door de elektromotor niet op de stuurkolom, maar ver weg in de stuurinrichting te plaatsen, zodat jouw handen toch eerst en vooral nog met een boel mechaniek in verbinding staan. Dit lijkt aardig goed te werken. We werden van deze besturing in ieder geval na een paar uur nog niet depressief.
Wel worden we met onze neus gedrukt op iets wat we eigenlijk al wisten: de 1,6-liter benzine-turbo met 180 pk, bij de introductie de sterkste motor in de GTC, is niet al te geschikt voor een hete hatchback. Ja, hij levert veel kracht en je kunt er erg hard mee jakkeren, maar hij stuwt je op zo’n geleidelijke, dociele manier voort dat de beleving ver te zoeken is. Zo’n blok is prima in een grote, luxe auto, maar in iets sportiefs als dit mag het allemaal wel wat explosiever.
Je kunt de GTC ook krijgen als 1.4 Turbo-instapper met 140 pk (en 20 procent bijtelling) of als 2.0 CDTI-diesel met een fijne 165 pk. In 2012 komen daar nog een 120 pk-versie van de 1.4 Turbo, een stel automaten, een 1.7 EcoFlex-diesel én de 280 pk sterke OPC-versie bij. Raad eens waar wij ontzettend naar uitkijken?
Opel Astra GTC 1.6 Turbo Sport
13/20
Cijfers
0-100 km/u: 8,3 s
Top: 220 km/u
Verbruik: 7,0 l/100 km
Motor: 1.598 cc, viercilinder turbo benzine
Aandrijving: voor
Vermogen: 180 pk
Koppel: 230 Nm
Gewicht: 1.371 kg
CO2: 164 g/km
Prijs
NL € 29.995
BE € 26.350
Vonnis
De GTC is rijk uitgerust, stuurt lekker, ziet er prachtig uit en is voor een driedeurs verrassend ruim. Hij smeekt om een scherpere, hitsige motor
Reacties