Opel Insignia GSi Sports Tourer

Op de coronaverantwoorde persbijeenkomst van Opel staat een aantal nieuwe testauto’s op een rij te glimmen. We spotten een paar standaardmodellen, een handjevol leuk uitgeruste, en één heel bijzondere. We kijken op de hanger aan onze autosleutel en vergelijken het nummerbord. Ja hoor, wij mogen met de Opel Insignia GSi Sports Tourer rijden. We juichen vanbinnen een klein beetje.

Misschien is het omdat we de laatste maanden nog maar zo weinig buiten komen, maar je las het inderdaad goed: we zijn zojuist enthousiast geworden van een Opel-stationwagen. Nu moeten we er wel bij zeggen dat de Opel Insignia GSi Sports Tourer niet zomaar een stationwagen is. En trouwens: al was het dat wel, wat dan nog?

Stationwagens zijn minder in trek

De crossovers zijn de laatste jaren niet aan te slepen en de modellen waarvan dat ten koste gaat, dat zijn deze. Mensen laten de middelgrote stations links en rechts liggen om er iets hoger en stoerder bij te kunnen rijden. En dat terwijl dit soort auto’s op papier eigenlijk ideaal zijn: ruimte in combinatie met aerodynamische effi-ciëntie. We grijpen de update die Opel hier op hun grootste model doorvoert graag aan om nog maar eens op dit punt te hameren.

Tussen alle recente PSA-Opels is deze Insignia een buitenbeentje, een overblijfsel uit het GM-tijdperk. Hij moet nog een paar jaar mee, en dus werd hij bijgeschaafd: nieuwe zuinige motoren (van PSA), een nieuwe negentraps automaat, nieuwe slimme matrixkoplampen (nu met 84 in- en uitschakelende led-elementen per kant – voorheen waren dat er zestien). Het toch al frisse uiterlijk is voorzichtig strakgetrokken en er zijn enkele aerodynamische verbeteringen, zoals een actieve grille, die helpen om het verbruik verder te drukken.

Geen Country meer

De noeste Country Tourer is gesneuveld wegens gebrek aan interesse; alleen de Grand Sport-hatchback en deze Sports Tourer ploeteren nog voort, nu met een benzinemotor van 200 pk of diesels van 122 of 174 pk. En dan is er de GSi: 230 pk sterk, 20 inch dragend, Brembo-remmend en vierwielaangedreven – met torque–vectoring achter. Zijn knappe Performance-sportstoelen knijpen subtiel in je ribben, zijn Competition-modus met verlamde veiligheidshulpjes lonkt. En hij is er ook als Opel Insignia GSi Sports Tourer. Onze eenhoorn.

Zoals het een grote Opel betaamt, heeft de Insignia veel te bieden, maar loopt hij er niet mee te koop. Hij is vlot zonder te brullen en gerieflijk zonder te brallen. Hij heeft alle assisterende frutsels die je normaal bent gaan vinden, maar geeft je ook controle: zo is er een heuse AWD-knop om de achteras al dan niet permanent bij je escapades te betrekken.

Niet écht sportief

Onze (Duitse) testauto staat op winterbanden die hem wat scherpte ontnemen, maar we hebben niet de indruk dat de Insignia GSi überhaupt écht sportief wil zijn. De bak reageert alert en de motor stelt hoge toeren meer op prijs dan lage, maar dit is een auto die z’n prioriteiten op orde heeft. Hij bedient je van ‘voldoende’ snelheid en ‘gepaste’ dynamiek – dat extreme en overdrevene is niet aan hem besteed.

Er wordt al genoeg geschreeuwd op de weg, dus wij hebben er plezier in om deze Opel Insignia GSi Sports Tourer te rijden als een verlengstuk van onszelf: vriendelijk, bescheiden, natuurlijk zeer aantrekkelijk – maar als je hem en ons uitdaagt, zijn we er verdorie klaar voor. Het is een uitstervend ras, dit soort auto’s, dus we zijn blij dat Opel de grote stationwagen niet alleen in stand houdt, maar ons een versie als deze gunt.

Specificaties Opel Insignia GSi Sports Tourer (2020)