Ochtendschemering. Een immense vrachtwagen in Porsche-uitdossing rolt het erf op. Rolluiken gaan omhoog, treeplanken schuiven neerwaarts. Een spierwitte Porsche 911 wordt het ruim uitgeduwd; de priemende voorspoiler hangt millimeters boven de grond. De startmotor draait rond, en nog een paar keer, tot de motor met een brul tot leven komt, en tot een onrustige, doordringende, raceauto-achtige stationairloop bedaart. Technici bewegen zich rond de auto, luisterend naar een eventueel te arm brandstofmengsel, een lekkende uitlaat of een onverhoopt zingende transmissie. Banden worden gecontroleerd, de voorruit wordt schoongeveegd. Dan houden ze het bestuurdersportier voor me open, en wenken me binnen…
 
Fotografie: Lee Brimble
 
Als ik mezelf omzichtig in de voorgevormde racestoelen van de 911 GT3 manoeuvreer, zie ik mezelf voor mijn geestesoog Nomex-handschoenen aantrekken – klaar voor de start van Le Mans. De realiteit is anders; voor mij bevindt zich de uitgang van de parkeerplaats van een hotel, een uitgang die leidt naar de openbare weg. Mij is verteld de auto voor me te volgen. Hij wordt bestuurd door Andreas Preuniger, die de scepter zwaait over de ontwikkeling van alle extreme Porsches. De nieuwe 911 GT3 van de 997-generatie, die de gelijke is van de meest recente GT3-Cup-racer, incluis. Preunigers doel is mij te leiden naar de beste naburige wegen.
Zo zittend bereiken mij eerdere waarschuwingen en aanbevelingen: ‘We vragen je de auto te respecteren.’ Preuniger is de vader van de GT3, dus je zou verwachten dat hij hetzelfde doet, dat hij zijn creatie verzorgt, beschermt, een beetje obsessief zelfs. Niets daarvan. Ik krijg dertig seconden om gewend te raken aan de aan/uit-koppeling, de bijna verticale rijpositie en de allesomvattende zijvleugels van het meubilair die me bij het instappen zowat castreerden. Dan duikt zijn felblauwe GT3 in de achtervering, produceert een wilde schreeuw vanuit de middenonder geplaatste uitlaten en schiet er vandoor.
 
Ik probeer aan te haken. Sturend langs de wijngaarden van Valpolicella, Noord-Italië, zie ik de achtervolging per hover-bike- uit Return of the Jedi voor me; zo gewelddadig is de versnelling, zo abrupt zijn de veranderingen van richting. De blik gefixeerd op de auto voor mij. De handen aan het forse, met alcantara beklede stuurwiel, vlug reikend naar elke van de zes versnellingen, waarvan nummer twee tot en met zes een kortere overbrenging hebben dan bij de vorige GT3. ‘Het gaat bij deze auto niet langer om de topsnelheid’, had Preuniger eerder gezegd. Van 0 naar 100 km/u gaat in 4,3 seconde, de topsnelheid bedraagt 309 km/u. Wat toch niet echt bescheiden is. Ik leer me snel aan te passen. Hoe harder de zescilinder boxer op de staart wordt getrapt, hoe mooier hij loopt en hoe sneller hij reageert. In conceptie is het een pure racemotor: dunne, titanium drijfstangen, gesmede zuigers die 30 gram minder wegen dan voorheen en een afgeslankte nokkenas die niet minder dan 600 gram lichter is. Het lagere interne gewicht betekent dat de motor sneller toeren maakt – het maximum is 8.400 tpm, waar de vorige GT3 het bij 8.300 voor gezien hield.
 
De lijst met raceauto-specificaties is lang: dry sump-smering, die voorkomt dat het oliepeil te veel stijgt in situaties waarin de g-krachten zo groot zijn dat je ogen willen verhuizen richting je oren; een enorme benzinetank van negentig liter die de 911 geschikt maakt voor lange-afstandsraces; instelbare rijhoogte, stabilisatorstangen, spoorbreedte en camber, een mechanisch sperdifferentieel en in de motorkap uitgespaarde luchtvangers, die ervoor zorgen dat lucht onder de grote druk van de rijwind naar de motor wordt geblazen. Wat een aantal extra pk’s oplevert.
 
Zoals bij de meeste racemotoren het geval is, moet de GT3 het niet van zijn koppel hebben: slechts 405 Nm bij 5.500 tpm. Vermogen is er des te meer, namelijk 415 pk bij 7.600 tpm. Dat is, gezien de inhoud van 3,6 liter, een ongelofelijke 115 pk per liter. Allemaal bereikt zonder tussenkomst van superchargers en turbo’s. Je moet je laten meevoeren. Laat het toerental de 5.500 tpm passeren en de motor krijgt een plotselinge woedeaanval, sleurt er zo hard aan dat het lijkt alsof de vermogenskromme tot voorbij de 10.000 tpm vlak zal blijven. De toerenbegrenzer heeft er tegen die tijd natuurlijk allang een einde aan gemaakt.
 
Opeens zet Preuniger zijn auto langs de kant van de weg. ‘Je hebt de Sport-knop nog niet ingedrukt’, schreeuwt hij, wild gebarend. Ik vind de knop weggestopt aan de onderkant van de middenconsole, naast een aparte knop waarmee het Porsche Active Suspension Management kan worden geschakeld tussen stevige en extra hardvochtige demping. De reguliere modus is naar verluidt ideaal voor de Nordschleife van de Nürburgring, dus die zou voor de huidige omstandigheden moeten voldoen. De Sport-knop brengt wellicht wat extra gevaar met zich mee; met een druk op de knop laat het tractiecontrolesysteem de teugels vieren. Bovendien opent de Sport-knop een klep die de uitlaatgassen langs de voordemper leidt, waardoor de achterdruk vermindert, het koppel in het middelste toerengebied toeneemt en er zo’n bak herrie optreedt dat de bewoners van de huizen dieper in het dal moeten vrezen voor lawinegevaar.
 
De weg stijgt en versmalt. De bochten worden abrupter als we tussen de bergen van Verona doorrijden. De GT3 voor me vertoont geen tekenen van verslapping, gaat met volle kracht door de haarspelden, oversturend, buldert langs de vrachtwagens van de mijnbouwers, en laat me knipperlichtend weten dat ik hetzelfde kan doen, als mijn zicht te beperkt is om dit zelf te kunnen inschatten. Ik probeer naarstig vertrouwen te krijgen in de in eerste instantie lichte en nerveuze besturing, die trekt en beweegt met elke verandering in de glooiing van de weg. Eén keer stuur ik te laat in en verwacht het ergste; de auto bijt zich gewoon vast, als een krokodil die de tanden zet in de achterpoot van een vluchtende antilope.
 
De 19-inch velgen zijn voorzien van unieke Michelin Pilot Sport Cup-banden; semi-slicks die speciaal voor deze auto werden ontworpen met een rudimentair profiel dat erin gesneden lijkt met een stanleymes. De voorbanden hebben de maat 235/35 ZR 19. De achterbanden zijn enorm: 305/30 ZR 19. In droge omstandigheden zijn tractie en grip echt belachelijk groot en gaan gepaard met slechts minimale koetsbewegingen. En hoewel de vering vijftien procent stijver is dan die van de vorige GT3, heeft de auto een groter absorptievermogen, is hij minder snel van zijn stuk gebracht door een slecht wegdek.
 
De remmen zijn al evenzeer in staat om de grenzen van het betamelijke af te tasten. De auto waarin ik zit is uitgerust met keramische schijven. De eerste twee centimeter van de slag van het rempedaal gebeurt er niet veel, op lage snelheiden piepen ze meelijwekkend, maar als het echt moet, zijn ze in staat tot een ronduit gewelddadige vertraging. Ze kosten 9.000 euro (auw!) bovenop de basisprijs van 120.000 euro. Voor de stoelen van ‘mijn’ auto met leuning van koolstofvezel, die de helft minder zwaar zijn dan de standaard exemplaren, betaal je nog eens 4.700 euro. Bovendien kun je aan die lichte stoelen het (gratis) Club-Sport-pakket toevoegen. Dit bestaat uit een rolkooi, brandblusser, zespuntsgordel en een knop waarmee de accu kan worden uitgeschakeld. Waarmee de GT3 steeds dichter in de buurt van zijn roots komt. Preuniger besluit me eindelijk aan mijn lot over te laten. Als hij verdwijnt, stop ik even, om wat ik zojuist heb beleefd te overdenken. De GT3 is een meesterwerk. Er is makkelijker mee te leven dan met zijn voorganger, maar hij is op veel fronten nog extremer. Het verbaast me echt dat Porsche het goed heeft gevonden de GT3 zo vlak voor het vlaggenschip, de 911 Turbo, te introduceren. Hoe kan de Turbo – duurder, luxueuzer, krachtiger, zwaarder – ooit tippen aan de intimiteit, de intensiteit van de GT3?
 
Vier uur voordat ik word geacht in het vliegtuig terug naar huis te stappen komt het bericht dat Porsche toegang tot het Adria Autodromo heeft geregeld – ver ten oosten van waar ik nu ben. Een rit van 480 km, heen en terug, inclusief omleidingen, tunnels, stukken autostrada, zwalkende vrachtwagens en vadsige carabinieri – alleen maar om een paar rondjes te kunnen rijden op een circuit. Ik kan het halen. In deze auto kan ik het halen.
Meer lezen over de Porsche 911 GT3 RS kan hier

Reacties