De eerste Evoque moest aan het publiek worden uitgelegd. Een sport utility vehicle zonder de ‘u’ van ‘utility’ (bruikbaarheid), wat was dat in vredesnaam? Nou, al snel bleek dat de wereld verzot is op dit mysterieuze concept. En zo kwam het dat de Evoque binnen acht jaar groeide van een auto die niemand begreep naar een auto die verder geen enkele introductie nodig heeft. De auto-industrie is verzot op succesvolle ideeën, waardoor de Evoque een stereotype werd en zelfs een zogeheten ‘segment’. BMW maakt met de X2 nu een directe concurrent, dus scheepten we die in. Lexus heeft de nieuwe UX. Audi ligt op koers met een eigen rivaal, een tegenhanger van de Q3 met een lager dak die de Q4 heet (niet te verwarren met de volledig elektrische Q4 e-tron die over een paar jaar volgt). Mercedes komt binnenkort met een vervanger voor de GLA.

De Porsche Macan is een vreemde eend in de bijt

De derde auto die we bij ons hebben, lijkt aanvankelijk wellicht een verrassing. De Porsche Macan is groter,en heeft z’n motor in de lengte liggen, waardoor hij veel meer vermogen aankan dan de andere twee. In het verleden hebben we ’m vergeleken met de Jaguar F-Pace. En zoals je weet, omdat je immers een hoogleraar in de autoplatformkunde bent, is Range Rovers spiegelbeeld van de F-Pace de Velar, en niet de Evoque. Maar laten we de bouwtechnologie hier en nu niet verder bespreken, want als er één ding is dat vaststaat, dan is het wel dat kopers geen enkele interesse hebben in platformpraat. Deze drie modellen kúnnen min of meer hetzelfde kosten (oké, niet in de uitvoeringen die we bij ons hebben), en dus zijn ze rivalen, punt uit. Op het eerste gezicht lijkt de Evoque nogal hoog geprijsd, maar hij is niet echt duurder geworden ten opzichte van de vorige generatie, en die vond kopers genoeg. Het basismodel van de Macan zit zo te zien lekker in z’n spulletjes, en laten we niet vergeten dat het een Porsche is. Dat staat er ook duidelijk op, wat niet onbelangrijk is voor velen.

De verschillen in motoren tussen de drie SUV’s

Qua motoren zijn er ook wat bijzonderheden te melden. Totdat de BMW als X2 M35i verschijnt, is er geen snelle versie in het gamma, en dus kozen we voor de 190 pk sterke diesel. Maar Porsche zegt dat diesel verleden tijd is; daarom heeft de basisuitvoering van de Macan een 2,0-liter benzinemotor met 245 pk. De Range Rover heeft ook een 2,0-liter benzinemotor en peurt daar in dit geval 300 pk uit.

‘In de achterbak van de Evoque is amper plaats voor de wekelijkse boodschappen van een gemiddeld gezin’

Voor leaserijders is het niet zo’n probleem, maar als je je eigen brandstof moet betalen, is het verschil in verbruik wel een dingetje. De benzine-auto’s zijn stiller en lolliger in het gebruik, dat is waar, maar ook waar is dat ze uiteindelijk maar een seconde rapper zijn dan de diesel in de sprint van 0 naar 100 km/u.

De aandrijflijn van de Range Rover Evoque voelt niet heel krachtig

De Evoque voelt ook helemaal niet aan alsof hij over 300 pk beschikt. Dat is het effect van z’n -forse massa – hij weegt afgerond twee ton, en dat past eigenlijk niet bij een auto waarvan de maker zegt dat hij geheel nieuw is. Aan de andere kant zorgt z’n milde hybridesysteem ervoor dat hij niet een al te erge slokop is, en bovendien dat z’n -turbogat wordt verkleind.
Het is een plezierige aandrijflijn: heel soepel laag in de toeren, vlot bij veel toeren, en een klein beetje brommerig in het midden. De negentraps transmissie voelt aan alsof hij te veel schakelt, en weet niet altijd even goed raad met al die keuze uit versnellingen. De bak heeft wel een voordeel: een superlage overbrenging in de eerste versnelling, waardoor hij heel bruikbaar kan zijn in het terrein.

De Porsche Macan doet precies het tegenovergestelde

De Macan heeft een vliegensvlug reagerende zeventraps DCT. Dat zorgt er in combinatie met z’n wat lagere gewicht – plus nog wat Duitse magie die we niet meteen konden terugvinden in de specificaties – alles bij elkaar voor dat hij beter presteert dan z’n vermogen op papier doet vermoeden. Hij voelt aanzienlijk sneller aan dan de Evoque, al is de motor wat moeilijker te verleiden om veel toeren te maken.

De BMW X2 gaat goed om met weinig vermogen

Ondertussen is de diesel van de BMW niet zo’n handicap als je wellicht zou denken. Ten opzichte van de Evoque is hij vier volwassen mannen lichter, wat ’m enorm helpt. Het is een opvallend stille en soepele motor gezien het spul waarop hij loopt, en zoals altijd met de Beiers, is de automatische bak precies en scherp. Maar wil je veel en vaak inhalen op snelwegen, dan ben je beter af met de benzineauto’s.

De Evoque is verrassend fijner dan de Macan op bochtige wegen

De bocht in, dan. De besturing van de Evoque voelt wat licht aan, maar is van een gedempte, bijna plakkerige kwaliteit. Dat geldt eigenlijk voor de hele auto. Hij verandert van richting als je erom vraagt, maar nooit eerder dan dat. De besturing heeft gevoel, maar trekt zich in de bocht weinig tot niets aan van het gaspedaal. Hij stuurt netjes dankzij een progressieve opbouw, en hij is vloeiend genoeg om je niet lastig te vallen met hobbels en gaten. Hij lijkt wat hard te zijn geveerd voor een Land Rover-product, maar stap je daarna in de Porsche of de BMW, dan vergeef je ’m dat meteen. In de stad is hij dociel, en op de snelweg blijft hij lekker soepel en produceert nauwelijks enig bandengeruis.

‘Het zijn net hotelketens, of restaurant-­franchises. Als je er een hebt bezocht, ken je ze allemaal’

De Macan heeft een geweldige reputatie als sportieve SUV. En terecht, zul je opmerken als je met de Turbo op een mooie gladde snelweg rijdt. Maar aangezien deze versie over minder vermogen beschikt, heeft hij het niet zo makkelijk op een slechte weg. Hij rijdt met een houterige schonkigheid, zelfs als je de optionele lucht-vering hebt aangekruist. En op rechte stukken werkt het stabilisatiesysteem in z’n nadeel – je wordt van de ene naar de andere kant geslingerd. Uiteraard zijn de grip van de banden en de precisie van de besturing niets minder dan super. Maar hij heeft geen enkel gevoel voor humor; hij mist het vloeiende gevoel en de juiste communicatie om ’m tot een groot plezier te maken – en recht aan z’n reputatie te doen.

Het weggedrag van de BMW X2 lijkt meer op de Porsche Macan

De X2 wil helemaal geen crossover zijn. Maar zoals je al noteerde toen je je doctoraal deed: hij deelt een platform met de grotere Mini’s. Je zit laag, en de besturing is erg direct, waardoor hij wel erg gretig de hoek om duikt, maar eenmaal in de bocht is hij eigenlijk bijna even accuraat als de Porsche.
Omdat je dichter bij de grond zit, heb je minder last van laterale krachten, en dus zijn de stabilisatorstangen zachter afgesteld – opdat z’n beweeglijkheid niet in gevaar komt. Hij is vrij stevig geveerd, soms wat hobbelig, maar het grootste probleem van het onderstel is toch wel het geluid van de banden. Op de snelweg stel je, elke keer als de ondergrond verandert van asfalt in beton of in zoab, het volume van de radio opnieuw in.

De kleine SUV’s in dagelijks gebruik

In de stad hebben de BMW en de Evoque hun compacte afmetingen als voordeel. Met de Porsche is het in nauwe straatjes wat lastig manoeuvreren, maar aan de andere kant kun je je voorin naar hartelust uitstrekken. De Evoque is knus, maar niet krap. Achterin is er in de X2 en de Evoque voldoende plaats voor volwassenen. De Porsche is achterin wat groter, maar minder dan je zou denken als je kijkt naar z’n wielbasis – vanwege die eerdergenoemde, in de lengte geplaatste motor. De Macan heeft wel echt meer bagageruimte achterin, dankzij z’n lange overhang. De BMW is korter, maar z’n rugzak is niet al te klein omdat die diep is. In de achterbak van de Evoque is amper plaats voor de wekelijkse boodschappen van een gemiddeld gezin. Maar je ziet eigenlijk nooit een gezin aan boord van deze machines. Alle praat over hun cabines is niet meer dan een tijdverdrijf, het gaat om het uiterlijk van deze auto’s, om hoe de materialen aanvoelen, en om wat er aan boord aanwezig is. Alle drie deze auto’s zijn trouw aan de merken waaraan ze hun bestaan te danken hebben. Het zijn net hotelketens, of restaurant–franchises. Als je er een hebt bezocht, ken je ze allemaal; je weet wat je kunt verwachten. En als het je is bevallen, dan kom je ervoor terug.

De Macan is binnenin net als de 911

  De Porsche-cabine is een beetje à la 911, maar dan wat meer rechtop, omdat hij immers een SUV moet zijn. Het meubilair is stevig en serieus. De instrumenten kunnen je meer informatie over de aandrijving geven dan een compleet laboratorium. Het centrale scherm wordt gedreven door een supersnelle processor en heeft genoeg configuratieopties om een Teutoonse software-ontwerper dagenlang van de straat te houden. Maar omdat het nu eenmaal een Porsche is, zijn er ook genoeg snelkeuze-knoppen voor de performance, makkelijk te bedienen omdat ze zich op de middenconsole bevinden, naast de bediening van de verwarming en airco. Let wel: het snel willen veranderen van de demperinstellingen is net zoiets als het naspelen van All Along the Watchtower in de Hendrix-versie. Je bereikt er niets mee, want de originele instellingen zijn toch de beste.
De cabine van de Evoque wordt gekenmerkt door typische Range Rover-zaken: strakke, rustige lijnen en veel zachte, natuurlijke materialen. En het is te bestellen in een aantal interessante kleurstellingen (dus niet wat je op onze foto’s ziet). Tegen die minimalistische achtergrond van de Evoque is een aantal schermen gemonteerd. Die werken goeddeels efficiënt en ze zien er over het algemeen prima uit – de irritante aanraakdingen op het stuur uitgezonderd.
  De BMW is ergonomisch het best: heldere ronde klokken, goedgeplaatste knoppen en de onovertroffen iDrive-controller. Maar dat bevindt zich wel allemaal op een dashboard dat er in vergelijking met de andere heel gewoontjes uitziet, en de toch al wat beperkte wauw-factor wordt nog verder tenietgedaan omdat het allemaal hetzelfde is als in de compacte MPV’s van het merk.

Stijl is belangrijk bij de kleine SUV’s

Aan de buitenkant lijkt door de BMW-designers wat meer moeite en aandacht te zijn besteed. Zie je ’m zonder context, dan zou je kunnen denken te maken te hebben met een X1, maar zie je daarna een X1, dan vind je die ineens vrij slecht geproportioneerd en mollig. Was het achterliggende idee van een coupé-achtige niet om een merk een duwtje in de rug te geven, en niet om de gewone modellen te ondermijnen, of zijn wij nou abuis? De X2 is in feite een heel bruikbare en handige auto, hij is nauwelijks minder praktisch dan de X1. Dat zorgt ervoor dat de meer basale X2 de betere koop is, maar op het prijsniveau van deze test is hij wel wat gewoontjes.

‘In de stad hebben de X2 en de Evoque hun compacte formaat als voordeel’

De Macan lijkt ondertussen op een fittere, magerder Cayenne. Het wordt straks interessant om te zien hoe hij zich visueel houdt naast de Cayenne Coupé. De Evoque ziet er speciaal uit. Hij is zo weloverwogen, zo goed bedacht en zo goed geproportioneerd dat hij geen trucjes nodig heeft om iets te verbloemen of te verbergen (in tegenstelling tot de grote Range Rover, die neppe ventilatieopeningen op de deuren heeft om de visuele lengte van de zijkant te kortwieken). Het is niet alleen het silhouet van de Evoque dat ’m het recht geeft dit prijskaartje te hebben – alles aan ’m doet recht aan z’n prijs. De Macan is een tevredenstemmend stuk precisietechniek en goed genoeg bedeeld om de prijs te rechtvaardigen, en je kunt er meer spullen in vervoeren. Maar ben je uit op snelheid, al is het in abstracto, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat Porsche te veel heeft geofferd ten faveure van het crossover–gevoel. De Evoque is simpelweg beter op slechte en hobbelige wegen en verfijnder in de stad en op de snelweg, waar hij toch het grootste deel van zijn tijd zal doorbrengen. En daarom wint ie.

Range Rover Evoque P300 R-Dynamic HSE


Motor
2,0-liter viercilinder benzine
300 pk / 400 Nm
Prestaties
0-100 km/u in 6,6 s
top 242 km/u
Verbruik (gemiddeld)
8,1 l/100 km
186 g/km CO2
Afmetingen
1.925 kg
1.800 kg (trekgewicht)
475 l (bagage)
Prijzen
€ 97.450 (NL)
€ 72.000 (B)

BMW X2 Xdrive20d M Sport X


Motor
2,0-liter viercilinder diesel
190 pk / 400 Nm
Prestaties
0-100 km/u in 7,7 s
top 221 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,9 l/100 km
126 g/km CO2
Afmetingen
1.675 kg
2.000 kg (trekgewicht)
470 l (bagage)
Prijzen
€ 67.616 (NL)
€ 48.580 (B)

Porsche Macan 2.0


Motor
2,0-liter viercilinder benzine
245 pk / 370 Nm
Prestaties
0-100 km/u in 6,7 s
top 225 km/u
Verbruik (gemiddeld)
8,1 l/100 km
185 g/km CO2
Afmetingen
1.870 kg
2.000 kg (trekgewicht)
500 l (bagage)
Prijzen
€ 86.900 (NL)
€ 62.194 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)