De aanduiding ‘turbo’ was voor een tiener in de jaren ’80 voldoende om spontaan te gaan kwijlen. Hammond begint nu nog spontaan te zeveren.
 
Terwijl ik zit te kijken naar de Renault 5 GT Turbo, bedenk ik me ineens dat er een hele generatie is die waarschijnlijk niets begrijpt van het gevoel van opwinding dat deze kleine, merkwaardig gevormde vechtjas bij me oproept. Zelf kon ik niet wachten om achter het stuur te kruipen en ermee over het circuit te razen, maar tegelijkertijd zag ik de uitdrukkingsloze gezichten van jongere autoliefhebbers voor me. Ik heb het over de generatie die niet alleen is opgegroeid zonder lp’s van vinyl, maar die zelfs de cd niet of nauwelijks heeft meegemaakt. Voor deze mp3-generatie – zelf heb ik overigens ook een iPod, maar dat doet nu niet terzake – is deze kleine Renault niets meer dan een ouderwetse hete hatchback, uit een tijd dat carbonfiber en talentenjachten op tv nog niet bestonden. Maar bij personen die deze auto kennen uit de tijd dat hij nog nieuw was, doet de GT Turbo nog altijd de nekharen recht overeind staan. Hoe kan dat? Het antwoord is even kort als eenvoudig: turbo.
 
Toen in 1985 de eerste generatie van de Renault 5 GT Turbo zijn opwachting maakte, betekende dat woord nog iets. Pennen, mokken, schoolagenda’s, alles was in die tijd turbo. Voor de gemiddelde puber was een marktkraam vol T-shirts met Turbo als opdruk voldoende om weken van in de war te raken. Om eerlijk te zijn was de uit de jaren ’50 daterende viercilinder niet bepaald een wonder der techniek, met z’n stoterstangen en twee kleppen per cilinder. Het turbogat was enorm, en messcherp sturen op het circuit kon je ook rustig vergeten. Maar wie kan dat wat schelen? Het is veel interessanter om in de kroeg je beklag te doen over een turbogat, dan te zeuren over je date die teveel gedronken heeft en een poging doet tot paaldansen.
 
Nu ik er zo op terugkijk, voel ik in de verte nog altijd de echo van diezelfde jeugdige opwinding. Dat komt echter niet door het uiterlijk van deze ‘Cinq’. De verbrede wielkasten die met hun hoekige vorm vreemd afsteken bij de kleine lichtmetalen wielen, wekken de indruk van de felle verbetenheid van een terriër. Maar ze dragen niets bij aan het gevoel van opwinding die een auto als deze bij sommige mensen oproept. Een gevoel dat verder gaat dan een associatie met een toverwoord uit onze jeugd. Fluister het nog maar eens: Turbo. Dit was een hete hatchback, maar tegelijkertijd ook veel meer dan zomaar een eerste stap op de ladder van sportauto’s. De 5 GT Turbo was – en is nog steeds – serieus snel. Dit allereerste raketaangedreven skateboard was prijzig, maar ook licht en daardoor snel, met een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 7,3 seconden. En dankzij die turbo was hij ook nog eens lekker exotisch.
 
De turbostorm was alweer overgewaaid toen in 1990 deze Final Edition verscheen, maar het bleef een vurige kleine opdonder. Op een of andere manier had de auto ook iets alternatiefs over zich, en dat is eigenlijk nog steeds zo. Het interieur is grappig en anders, met kunststof knoppen waaraan je ondanks het eenvoudige rechttoe-rechtaandesign duidelijk kunt zien dat er goed over is nagedacht. Het hoofdgerecht – en het feitelijke bestaansrecht van deze auto – is en blijft echter die turbo.
 
Daarmee gaat dit Renaultje nog altijd als de brandweer en de turbo laat je met zijn gefluit en geblaas voortdurend weten dat hij er is, terwijl jij je best doet hem de volgende bocht in te smijten. Je kunt het een beetje vergelijken met het stoutste jongetje van de klas die tegelijkertijd ook buitengewoon slim is. Soms heerlijk en inspirerend, maar net zo vaak ook ronduit irritant. Maar altijd plezierig. De wielophanging is niet heel spectaculair, maar mede dankzij een goede balans ruimschoots in staat om 118 pk een plek te geven. Het dashboard piept en kraakt een beetje, maar dat heeft wellicht ook te maken met het feit dat de gebruikte materialen al meer dan twintig jaar turbokracht moeten weerstaan.
 
In 1990 was de turbo inmiddels watergekoeld, en draaide de motor dankzij een verbeterde ontsteking 500 toeren extra, waardoor er vanonder de motorkap nog meer geblaas klonk, en je nog meer kon genieten van de enorme zijdelingse grip van dit lawaaiige, slimme onderdeurtje. Er zijn maar weinig moderne soortgenoten die in de buurt komen van het heerlijke gevoel dat het onbeteugelde gooi-en-smijtwerk van de kleine Renault teweeg brengt. Een gevoel waar ik prima mee zou kunnen leven.

Renault 5 GT Turbo

 

Productie: 1985 - 1990

Motorinhoud: 1,4-liter

Vermogen: 118 pk

0-100 km/u: 7,3 sec

Topsnelheid: 200 km/u

Gewicht: 853 kilo

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear