Aan het eind van de Botswana-special zag Oliver de Opel er gesloopt uit. Rijp voor de sloop ook. Een monteur ging voor Richard Hammond met ‘m aan de slag. Dit is zijn verhaal.
 
Als het op auto’s aankomt, is Richard Hammond een adoptievader van de meest ontheemde exemplaren. Vervolgens vindt hij iemand – meestal mij – die de auto voor hem opknapt. Zo belde hij me vorig jaar bijvoorbeeld: ‘Ik heb in een dronken bui een Opel Firenza gekocht op eBay. Hij is gelakt met waterverf en de onderkant is matig. Kun je even langskomen om er naar te kijken?’ Stom genoeg heb ik dat gedaan.
 
Dat verklaart waarom hij een jaar later weer aan de telefoon hing. ‘Je raadt het nooit’, zei hij vrolijk. ‘Oliver, mijn Opel Kadett van de Top Gear-trip naar Botswana moet naar de APK. Er moeten wat dingetjes worden gedaan. Hij is veel beter dan de Firenza. De remmen zijn wel een beetje nukkig. En je moet even kijken naar de bedrading. O, en de koplampen waren stuk, dus daar heb ik zelf iets in gevogeld wat ik hier nog had liggen, ik geloof van een Lotus.’
 
Stom genoeg ging ik er op in. De volgende ochtend stond er een aftandse Kadett voor mijn werkplaats met een briefje op de stoel van de bestuurder: ‘Ik heb hem binnen een maand nodig, hij komt weer op tv.’ Geen haast dus.
 
Bij het begin beginnen: een testrit. ‘Ik kan me niet voorstellen dat het geen benzine is’, klonk het destijds in Botswana. Bij de derde poging slaat de Kadett ratelend aan om na vier meter met een laatste hoest tot stilstand te komen. De vervuilde benzine moest er eerst uit. Het probleem daarbij was dat de benzinetank was vastgezet met bouten die ernstig verroest waren. Uiteindelijk, na een uur, enig krachtig gesleutel en wellicht een langdurige rugaandoening koppelde ik de tank los en verwijderde er woestijn en gebladerte uit.
 
Vreemd genoeg zat de benzinedop die Hammond niet kon vinden en waarnaar hij had gezocht om de klus af te maken, binnenin de tank die uit één stuk was gemaakt. Nog vreemder was dat de dop van acht centimeter groter was in doorsnee dan de vulmond. Ik had inmiddels een halfuur onder Oliver liggen worstelen en veel te veel benzinedamp geïnhaleerd en vroeg mijn geduldiger compagnon Neil ernaar te kijken.
 
Toen ik weer enigszins tot mezelf was gekomen, zag ik Neil in de weer met een idioot samenraapsel van takjes, metaal, magneten en tape om de benzinedop eruit te krijgen. Het duurde nog veertig minuten en diverse vervloekingen om de dop te verwijderen. Na een snelle poetsbeurt kon de dop weer worden geplaatst.
 
Terug naar af, de testrit. Met verse benzine en zonder verstopping trok de motor zonder horten of stoten vlot door naar 50 km/u. Dat is best goed voor een oude knar van 46 jaar oud. Maar toen probeerde ik te remmen. Ik trapte op het pedaal en er gebeurde niets. Ik trapte nog eens. Niets. Toen een derde keer. Niets. Na een behoorlijk angstaanjagende slalom langs sloopmateriaal en een verbaasde chauffeur van een bestelbus kwam de Kadett tot stilstand.
‘Denkend aan een beetje aftandse oude auto’s uit Blighty, dan denk je dus aan de Vauxhall Nova, die op het vaste land geloof ik Opel Corsa heet’
 
Onder de kap bleek de hoofdremcilinder het grootste deel van de remvloeistof te hebben geloosd in het motorcompartiment, dus hadden we een nieuwe nodig. We hadden al onderzoek gedaan naar de Kadett en wisten dat er maar drie andere Oliver-achtige Opels in Engeland huisden. Waarschijnlijk hadden die hun remmen zelf nodig. Kadetten van Olivers soort werden niet gemaakt in Engeland. Sterker nog, ze werden niet gemaakt in Europa en daarom zijn ze zo schaars. Voor Hammonds in Zuid-Afrika gebouwde model was het dus zoeken naar onderdelen. En zeker naar lastige onderdelen als hoofdremcilinders. Als we Oliver weer van ankers wilden voorzien, moesten we logisch nadenken. Opel is de Duitse variant van Vauxhall, nietwaar? En de Kadett is een beetje een aftandse oude Duitse auto. En als je bedenkt dat de eigenaar van beide, GM, een verschrikkelijke centenneuker is, bestaat er een grote kans dat dezelfde onderdelen worden gebruikt bij de bouw van een beetje aftandse oude auto’s in Blighty, de plaats waar ze Vauxhalls in elkaar zetten. Denkend aan een beetje aftandse oude auto’s uit Blighty, dan denk je dus aan de Vauxhall Nova, die op het vaste land geloof ik Opel Corsa heet. We bestelden een setje voor de Nova en tot onze verbazing hadden we gelijk.
 
Nadat we het setje erin hadden gefrommeld, werkten alle vier de trommelremmen. Enigszins. Toen belde Hammond dat hij de auto binnen twee weken nodig had voor filmopnames. Shit, onze planning was gebaseerd op een maand. We waren nog niet eens begonnen met het gebutste plaatwerk en smerige interieur.
 
Ik ben goed in het sleutelen waar je vieze handen van krijgt, maar niet in het fijne werk. Daarom besteedde ik het spuitwerk uit, en moest ik Oliver gestript aanleveren. Dus moesten chroomdelen worden verwijderd. Die verpulverden als je ze aanraakte. Maar het meeste werk was te wijten aan James May. Op een verloren moment was hij in Botswana met zijn Mercedes tegen de achterbumper gereden. We hadden vier uur nodig om ‘m weer recht te krijgen. Dank je, Captain Slow!
 
Ondertussen hadden de spuitspecialisten hun eigen problemen. Elk plaatdeel was gedeukt. Toen ze de eerste laag hadden gespoten over de herstelde carrosserie ontdekten ze dat hun leverancier de verkeerde, iets meer beige lak had geleverd. Overigens in het juiste blik. De tijd begon te dringen, dus werd de lak verwijderd tot op blank metaal. In één nacht, een indrukwekkende prestatie.
 
Nadat we de laatste chroomdelen en een set Minilite-lichtmetalen velgen hadden gemonteerd (pimpen in opdracht van Hammond) was Oliver klaar om weer te worden herenigd met zijn eigenaar.
 
Met een verheugde kreet ‘Oliver’ werden Neil en ik begroet bij het kantoor van Top Gear. Hammond kwam met overslaande stem aanstormen door de menigte. ‘Hij ziet er geweldig uit! Ik ga er een rondje mee rijden.’ Met een astmatisch kuchje uit de uitlaat nam de eigenaar weer bezit van zijn Kadett. Dag, Oliver.
 
Het was geen pijnlijk afscheid, want die Opel heeft me de huid op mijn knokkels gekost. Maar iedereen die eraan heeft gewerkt, zag hem met een heel klein beetje weemoed van de trailer rollen. Oliver is een automobiele afwijking, hij ontstijgt zijn intrinsieke aftandsheid met oneindig veel karakter. Dat gezegd hebbende, zal ik nooit meer de telefoon opnemen als Richard Hammond belt.
 

Reacties

Meer van TopGear