Subaru-nieuws is zeldzaam. Dan moet een geheel nieuwe Subaru wel wereldnieuws zijn. Mwoah…
 
Milaan, begin februari. De binnenstad is één groot feest van oude cultuur en nieuwe mode, van extreme hipheid tegen een klassieke achtergrond. Nee, dan de buitenwijken: veel groter kan een contrast niet zijn. Industrieterreinen die van een dermate deerniswekkende treurigheid zijn dat het een wonder is dat dit land überhaupt ooit iets van schoonheid heeft weten te produceren.
 
Factory Outlets vol meubels die zo kansloos lelijk zijn dat ze vijftig jaar geleden in Tirol al ouderwets werden gevonden. Lintbebouwingen vol vage autodealers waar de nieuwe auto’s buiten al een behoorlijke laag tweedehands stof hebben verzameld. Afbladderende palazzi uit betere, maar zeer vervlogen tijden, die langzaam maar zeker worden overwoekerd door de immer uitdijende uitwassen van de verschrikkelijkste luchthaven ter wereld, Malpensa, en haar toeleveranciers. De oude weelde is hier genadeloos opgegeten door de kille efficiency van de nieuwe tijd, traditie ten prooi gevallen aan een haast misdadige zakelijkheid.
 
Uitgerekend in deze troosteloze omgeving vindt de introductie plaats van de nieuwe Subaru Trezia en je vraagt je bijna af of ze het er om doen – je struikelt haast over alle links. Subaru, een mooi, klein, oud Japans merk (ze mogen dan pas een jaar of 25 bij ons actief zijn, het merk is er al sinds 1953), dat net als oude Italiaanse stadsstaten eigenwijsheid met hoofdletters schrijft. Die eigenzinnigheid uitte zich vooral in twee zaken.
 
Eén: de modellen waren altijd leverbaar met vierwielaandrijving. En dan bedoelen we ook altijd: zelfs ukkies als de Vivio en Justy waren er met vierwielaandrijving, wat het merk ongekend populair maakte in bijvoorbeeld Zwitserland.
 
Twee: Subaru bleef als een van de weinige (met Porsche) vasthouden aan boxermotoren. Het typerende geluid en vooral de letterlijke platheid van zo’n motor, waardoor je hem lekker laag kon inbouwen wat weer erg gunstig is voor de wegligging; het is voor Subaru allemaal zo belangrijk dat ze er in 2007 zelfs toe overgingen zelf een boxer-dieselmotor te ontwikkelen. Als dát niet eigenwijs is.
 
Nog een aardige anekdote: in 2000 lanceerde Subaru in Amerika een advertentiecampagne rond Martina Navratilova, de toenmalige tennisster. Het feit dat Navratilova er altijd al rond voor uitkwam dat ze lesbisch was, leidde ertoe dat een Subaru een tijd lang ‘the car to have’ was in de Amerikaanse gay community. Of de CEO’s in het ongekend preutse Japan er blij mee waren is een tweede, maar het werkte wel!
 
Maar goed, de tijden veranderen. Samenwerken deed Subaru altijd al, maar sinds 2005 is het merk goeddeels in handen van Toyota. En dat gedraagt zich als een waar Malpensa. Na een bijzonder succesvolle aanwezigheid in het WRC (onder meer drie overwinningen op rij, 1995-1997, Colin McRae, weet je nog?) werden de rally-activiteiten bruut beëindigd. Verder werd Subaru opgezadeld met een nieuwe Justy, die niets anders was dan een Daihatsu Sirion2 (ook Toyota, per slot van rekening) met Subaru-logo’s, waarmee de traditie van boxermotoren en vierwielaandrijving definitief ten grave werd gedragen. En nu is er de Trezia.
 
Trezia? Ja. Subaru beweert nog dapper dat de naam is afgeleid van treasure, wat toch iets unieks zou moeten inhouden, maar iedereen die het licht in de ogen nog gegund is, kan zien dat het hier gaat om een mild aangepaste Toyota Verso S. Die laatste is de onlangs geïntroduceerde opvolger van de Yaris Verso, die jarenlang keihard in de top mee-streed voor de titel Lelijkste Auto Ooit. Gelukkig is hij nu ontdaan van zijn klokkenluidersuiterlijk, zodat die ellende de Subaru Trezia tenminste bespaard blijft.
 
De motorkap, grille, wielen en achterlichten van de Trezia wijken af van die van de Verso S, maar feitelijk heb je het over een eeneiige tweeling met een verschillende kleur lipstick. Subaru claimt natuurlijk (zouden wij ook doen) dat de Trezia geen gerebadgede Verso S is of andersom, maar dat de auto’s gezamenlijk zijn ontwikkeld. Zo zouden er liefst 100 Subaru-ingenieurs bij Toyota zijn gedetacheerd, en dan niet alleen om koffie te halen voor de Toyota-mensen. Het reuze handige (want met één hand via één hendel te bedienen) systeem om de achterbank neer te klappen, komt bijvoorbeeld rechtstreeks uit de Legacy.
 
Dat is leuk voor ze, maar de kille feiten blijven: geen vierwielaandrijving, geen boxermotor, dus geen echte Subaru. Waarmee de weg vrij is voor elke cynicus om zijn mening te staven dat Toyota een leuk, apart merk naar de verdommenis helpt. Prince die door zijn nieuwe werkgever gedwongen wordt alleen nog ukelele te spelen, zoiets.
 
Toch zou je daarmee de Trezia tekort doen. En wel omdat het op zich een alleraardigst autootje is. Die wat hogere grille en motorkap zorgen er al voor dat hij er leuker uitziet dan de Verso S. Het interieur ziet er, wat kleine stukjes knisperknasper-plastic daargelaten, verzorgd en aangenaam uit. De hoeveelheid ruimte is dik in orde voor zo’n kleintje. Voorin zit je riant op prima stoelen, op de achterbank is het ook best uit te houden en je hebt de beschikking over 429 liter bagageruimte. Onder de vloer, die je trouwens naar wens 12 centimeter kunt verhogen om tillen eenvoudiger te maken, bevindt zich nog een grote smokkelruimte, want geen reservewiel.
 
Om te rijden: helemaal niets mis mee. Er is een fijn 1.3-benzinemotortje dat zijn 99 pk met graagte aan je rechtervoet toevertrouwt. Het is zeker geen scheurmonstertje, maar daar is hij ook niet voor bedoeld. Op primaire taken als stilheid, zuinigheid en ‘verder geen omkijken naar-heid’ is hij uitstekend berekend. Het standaard zesbakje, hoog op de middenconsole geplaatst, schakelt moeiteloos. De koppeling vereist enige gewenning: de slag is vrij kort maar het aangrijpingspunt juist heel lang, zodat je vaker dan je wilt met een slippende koppeling wegrijdt.
 
Het weggedrag is moeiteloos; de vering is soepel, de demping iets stevig om het hoge zwaartepunt te compenseren. Ook hier geen enkele vorm van spektakel, maar wel een afstemming die klopt voor de doelgroep (daar zíjn ze weer: ‘jonge gezinnen en empty nesters met een actieve levensstijl’. Hoewel Subaru niet te beroerd is om er ook de 65-plusmedemens aan toe te voegen, die in marketingland wegens schrijnend gebrek aan hipheid veelal een kwijnend bestaan leidt).
 
Wat krijg je dan verder? Zaken als een stereo-installatie, elektrische ramen voor, airbags rondom (inclusief knieairbag), stabiliteits- en tractiecontrole, centrale vergrendeling en een in delen neerklapbare achterbank zijn standaard. Een achteruitrijcamera, Bluetooth, regen- en lichtsensoren, en keyless go behoren tot de mogelijkheden. Evenals trouwens een prima 1.4-dieselmotor, die Toyota zelf (wegens terecht verwachte onverkoopbaarheid) maar uit het leveringsprogramma van de Verso S heeft gehouden. Heeft Subaru toch nog iets bijzonders.
 
De prijzen beginnen bij 15.975 euro, wat net iets onder het niveau van zelfverklaarde concurrenten als de Kia Venga en Hyundai ix20 is. Zo heeft Subaru met de Trezia best een concurrerend autootje, al blijft het een klap in het gezicht van alles waar Subaru ooit voor stond. Welkom in de 21e eeuw.
 
 

Specificaties: 1.3 Luxury


 

Leuk 

Niet onaardig, rijdt prima en in de 22e eeuw nog niet stuk

 

Niet leuk 

Is eigenlijk geen Subaru maar een Toyota

 

TopGear-vonnis

Weinig mis mee, al is het Subaru-gehalte precies 0,0. Na deze blijk van nederigheid weer iets leuks maken?

 

Prestaties  

0-100 km/u geen opgave, top 170 km/u, 5,5 l/100 km

 

Techniek  

1.329 cc viercilinder, voorwielaandrijving, 99 pk, 125 Nm, 1.045 kg, 127 g/km CO2

 

Doen!   

Koop deze in plaats van de Verso S. Zo blijft het merk in ieder geval bestaan





Niet doen   

De diesel – rijdt prima, maar je raakt hem nooit meer kwijt





Prijs NL € 18.475

Prijs BE n.n.b.

Reacties

Meer van TopGear