Wat moet het een hoop voldoening geven om ingenieur bij Ford Europa te zijn. Dat je bij alles wat je doet of verzint van hogerhand krijgt opgelegd: prima, ga je gang, als je maar zorgt dat het goed rijdt. Of het nu gaat om een brave boodschappenhatchback of een met luxe afgeladen SUV, het devies lijkt te zijn dat je je achter het stuur hoe dan ook moet kunnen vermaken.
Een schone lei
Daarom is de Ford Focus sinds jaar en dag de aangewezen keuze als je een betaalbare middenklasser zoekt die praktisch en verstandig is, en toch écht goed stuurt. Toen de eerste generatie twintig jaar geleden op de markt kwam, sloeg ie in als een hoekig, wendbaar bommetje. Het doel dat Ford zich voor de nieuwe stelde: om wederom een stap te maken en zich in één klap te profileren als de maatstaf in z’n klasse op het vlak van rijeigenschappen. Nu scoorde het uitgaande model wat dat betreft al ouderwets hoog, maar de concurrentie heeft ondertussen ook niet stilgezeten.
De nieuwe Focus is een schone lei, een auto die vanaf het nulpunt is ontworpen en in niets meer met z’n voorganger te maken heeft. Zo werd de wielbasis groter, met minder overhang voor en achter. De a-stijl werd meer naar achter geplaatst voor een optisch sneller silhouet. De nieuwe designtaal noemt Ford ‘Human-Centric’. We snappen wat die term wil zeggen als het op het interieur aankomt, maar wat het precies is aan de zachtere, meer afgeronde buitenkant dat de mens centraal stelt, is ons niet duidelijk. We vinden het ook niet direct een verbetering – de voorkant is wat van zijn sprekende scherpte kwijt, de achterzijde is ronduit anoniem te noemen.
Sprongetje in de kwaliteitsbeleving
Vanbinnen ging het geheel een lichtjaar vooruit: weg is het vreemde dashboard met uitstulpingen en moeilijke ventilatieopeningen. In de plaats kwam er een vlak, dieper geplaatst geheel dat ruimtelijker en veel opgeruimder oogt, met beperkte groepjes knoppen voor precies die functies die je niet met het centrale scherm wilt bedienen. De kwaliteitsbeleving maakte een sprongetje, al is het nog niet volkomen Duits: duw met je been tegen de middenconsole en het geheel geeft mee als een dikke boomtak. Er is voor het eerst een head-up display, en in iedere Focus vind je standaard een knopje waaronder verschillende rij-modi schuilen.
De aankleding van het interieur hangt helemaal af van de uitvoering die je kiest. De Focus is er namelijk niet alleen in de standaardversies Trend (basis, al vrij compleet) en Titanium (compleet), maar ook als Vignale (doe maar chic), Active (een opgehoogde wannabe-crossover voor wannabe-houthakkers) en als de ST-Line die je op deze foto’s ziet. Inderdaad: die komt met sportstoelen, rode stiksels, koolstofvezelpatroontjes, aluminium pedalen en ander lekkers.
De lekkerste van het rijtje testauto’s
Aan de buitenkant trakteert de ST-Line je op een zwarte grille, specifieke velgen en een met 10 millimeter verlaagd onderstel. Zeker in deze blauwe kleur is ie met afstand de lekkerste variant van de nieuwe Focus die we in het rijtje met testauto’s zien staan. En dan is dit exemplaar ook nog eens uitgerust met de sterkste benzinemotor die op dit moment leverbaar is: de 1,5-liter EcoBoost driecilinder met 182 pk.
In feite is dit een iets teruggetunede versie van de motor uit de Fiesta ST. Hij is er ook met 150 pk; andere opties zijn de bekende 1.0 EcoBoost met 100 of 125 pk, een 1.5 EcoBlue-diesel (95 of 120 pk) en een 2.0 EcoBlue-diesel met 150 pk. Hybrides (plug-in en normaal) en een ‘echte’ ST zitten in de pijplijn.
Gevoelsmatig lager en logischer
De laatste keer dat we de uitgaande Focus reden, betrof het de RS, waarin je je extra bewust bent van ons grootste kritiekpunt bij die auto: de zitpositie. Die was simpelweg te hoog. In deze Ford Focus 1.5 EcoBoost 182 pk ST-Line Business zit je ook niet op de grond, maar je plek achter het stuur is gevoelsmatig lager en logischer. Het stuur zelf is goed verstelbaar en de bedieningselementen zitten allemaal op bereikbare plaatsen. Alleen naar de verstelling van het head-up display – via een knop naast de pook – moeten we even zoeken.
Op de een of andere manier hebben we sinds de opmars van de tellerschermen extra waardering voor goed uitgevoerde conventionele meters, al kunnen we ons voorstellen dat Ford werkt aan een digitale versie om de VW Golfs van deze wereld een weerwoord te bieden. De knoppen op het stuur om door verschillende info te scrollen, lijken eerst wat verwarrend. Uiteindelijk werken ze vertrouwd. Het Sync 3-systeem is overgenomen uit eerdere Fords en dat is prima, al zal het geen prijzen winnen qua vooruitstrevendheid.
Keuzemogelijkheden
Goed, we hebben dus beet: ST-Line, 182 pk, handbak. Op de befaamde wegen rond Nice zou dat allerminst een straf moeten zijn. De sterkere versies van de Focus – beide 1.5 benzines en de 2.0 diesel – krijgen een verbeterde achterwielophanging mee: onafhankelijk en met een los subframe, in plaats van de torsiestangconstructie waarmee de ‘mindere’ varianten (met uitzondering van Wagons) worden uitgerust. Voor het eerst kun je ook kiezen voor instelbare dempers, maar onze auto heeft die niet aan boord.
En waarom zou je ze ook bestellen? Als er één merk is dat een onderstel kan maken dat eigenlijk onder alle omstandigheden goed werkt, is het Ford. Hobbelend over de drempels van een pittoresk stokbrooddorpje is dat de eerste gedachte die in ons opkomt: zelfs deze ST-Line is hier niet te ruw of oncomfortabel. Stevig, zeker, maar niet ongepast bonkig. De flink stijvere carrosserie (rond de wielophanging zelfs 50 procent meer rigide) voelt onverzettelijk aan. Dat belooft wat voor de asfaltlinten die we naderen.
Waarom rijdt niet elke auto zo?
We voeren het tempo op en alles valt op zijn plek. Echt, er is niet meer dan één bocht voor nodig om je een aha-erlebnis te bezorgen: waarom rijdt niet elke auto zo? De besturing heeft geen enkele speling en is directer dan je tactloze tante, waardoor de auto gaat zodra je mikt. Geen voelbare massa die je in beweging moet zetten, gewoon: sturen is je verplaatsen.
Remmen is hetzelfde verhaal, er zit geen moment van opbouw tussen je aanraking van het pedaal en het daadwerkelijke vertragen. De doorontwikkelde zesbak is kort, duidelijk en trefzeker, de ST-Line-stoelen bieden goede steun. De controle die je over de carrosserie houdt in welvende bochten, als je op snelheid over een heuvel komt of in andere mogelijk verontrustende situaties, is uit de kunst. Dit is autorijden op z’n leukst, met dank aan de fanatiekelingen van Fords test- en ontwikkelingscentrum in Lommel.
Ongelooflijk levendige motor
De motor versterkt de beleving alleen maar. Net als bij de Fiesta ST zoek je naar de minpunten die typisch zijn voor een driecilinder – trillingen, een kleverige val in toeren – om maar te kunnen beweren dat alles in de tijd van de viercilinders toch echt beter was. Maar de 1.5 EcoBoost gunt je dat flauwe pleziertje niet. Hij is ongelooflijk levendig en bij de les, met zelfs onderin de toeren nauwelijks vertraging tussen je instructies en z’n krachtopbouw.
In het middengebied hangt ie werkelijk aan je tenen: hij geeft je snelheid met scherpte en wanneer je het maar wenst. Hierdoor kun je het gaspedaal in bochten inzetten als tweede stuur, als middel om vrijuit te spelen met de balans die de Focus in z’n lijf heeft. En als je ’m doorduwt, laat ie een rasperige brul horen – bescheiden, maar aanwezig.
Je zou haast denken dat het een GTI was
De Ford Focus 1.5 EcoBoost 182 pk ST-Line Business blijkt zó fijn te rijden dat we er bijna naar neigen om ’m op een heel ander niveau te beoordelen. Immers, uiteindelijk is dit nog steeds een doodgewone hatchback met een sportpakketje, geen toegewijde GTI-achtige. Toch is dat waar je ’m onbewust mee wilt vergelijken. In dat geval valt er hier en daar wat aan te merken: zelfs in de Sport-stand blijft de elektrische stuurbekrachtiging bijvoorbeeld wat aan de lichte kant. Iets met slakken en zout? Eigenlijk wel.
Naast rijplezier legt Ford de laatste jaren ook steeds meer de nadruk op veiligheid en technologie, dus de nieuwe Focus kon er moeilijk aan ontsnappen. Een aantal van deze gimmicks – rijstrookassistentie bijvoorbeeld – is standaard. Beide driecilinder benzinemotoren hebben cilinderuitschakeling (we hebben er niet één keer iets van gemerkt) en er is een nieuwe, zelflerende achttraps automaat beschikbaar. Kies je voor die transmissie, dan kun je de verbeterde parkeerfunctie zelf laten schakelen tijdens het manoeuvreren.
Slim en functioneel
Autonome functies zijn ook aan boord: van niveau 2, zoals dat heet, waarbij je nog om de zoveel tijd het stuur moet overnemen. We waren zelf te druk met plezier hebben om het te proberen. Ook hadden we geen bijna-botssituaties, dus de stuuringreep die de auto zelf kan maken als hij een obstakel meent te zien, zorgde slechts voor lichte verontrusting in ons achterhoofd.
Daarnaast reden we alleen overdag en hebben we daardoor de actieve koplampen niet kunnen gebruiken. Die volgen de wegbelijning in plaats van de voorwielen, waardoor de Focus al de hoek om kijkt voor je instuurt. Slim en functioneel.
Ons oordeel?
Zoals gezegd: het valt ons zwaar om iets te bedenken dat ons tegenstaat aan de nieuwe Focus, zeker als ST-Line. Hij is ruimer en praktischer, biedt nuttige nieuwe foefjes, en wat ons betreft het belangrijkst: hij rijdt beter dan ooit. Goed, z’n uiterlijk spreekt wat minder aan. Maar de ST (en RS?) moeten nog komen, en wellicht dat die er – net als bij de vorige generatie – zo lekker uitzien dat we de nieuwe look vanzelf gaan waarderen.
Ford Focus 1.5 EcoBoost 182 pk ST-Line Business
Motor
1.497 cc
driecilinder turbo
182 pk @ 6.000 tpm
240 Nm @ 1.600 tpm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 8,3 s
top 222 km/u
Verbruik (gemiddeld)
5,5 l/100 km
126 g/km CO2 C Label
Afmetingen
4.378 x 1.848 x 1.471 mm (l x b x h)
2.700 mm (wielbasis)
1.369 kg
52 l (benzine)
375 / 1.354 l (bagage)
Prijzen
€ 30.565 (NL)
€ 27.650 (B)
Vonnis:
Ford doet wederom wat het moet doen en maakt de fijnste auto in deze klasse voor mensen die van autorijden houden. Ook qua technologie kun je je lol op, en hij is ruim en praktisch. Vergeet crossovers, dit is wat je wilt.
Reacties