Ergens in Apeldoorn slaapt een kat. Een grote, luide kat, die velen angst zal aanjagen. Maak kennis met de Jaguar XK180, made in Holland.

Hoe vaak zie jij een conceptcar waarvan je denkt: die mogen ze zó op de weg zetten? Een auto die zo schitterend is dat het eigenlijk misdadig zou zijn om ‘m niet in grotere aantallen te bouwen? Hier op de redactie gebeurt het regelmatig, maar helaas komt het zelden voor dat een fabrikant gehoor geeft aan onze pathetische smeekbedes. Of ze komen met een slap aftreksel van het origineel, waar niemand op zit te wachten.

Ook de Jaguar XK180, een concept uit 1998 dat in het leven werd geroepen om de 50ste verjaardag van de XK te vieren, schopte het nooit verder dan musea en modelautootjes. Ja, het schijnt dat een man Jaguar destijds een vermogen betaalde om voor hem een exemplaar te bouwen, en dat het merk dat ook heeft gedaan. Het schijnt ook dat die auto inmiddels niet meer bestaat, waardoor we weer terug bij af zijn, pruilend in een wereld waarin deze puur gelijnde Jag enkel nog op internetfotootjes te bewonderen valt.

Dat is waar Eric Fintelman in het spel komt. Jaren geleden zag hij een plaatje van de XK180 in een magazine, en hij was verkocht. Hij nam contact op met een man in Engeland die een replica had geconstrueerd, maar die wilde niet nog een exemplaar bouwen. Wel kon hij een polyester carrosserie leveren op basis van de mallen die hij – enkel gebaseerd op foto’s en de verhoudingen van een schaalmodel – had gemaakt.

Samen met twee mede-enthousiastelingen, Paul van Oostenbrugge en Stephan Boot van JePe Specials, begon Eric aan een lang traject om van de grote plastic kuip in de garage een volwaardige XK180-replica te maken. Als donorauto’s kwamen er een oude XJ6 en twee XJS’en aan te pas, waarvan één rechtsgestuurd. De techniek werd overgenomen, unieke onderdelen werden stuk voor stuk met de hand vervaardigd. Andere delen, zoals de zeldzame 20-inch velgen waarmee ook de originele conceptcar pronkte, werden in Engeland opgespoord.

Met zo’n zelfgebouwde schoonheid zou het gros van de liefhebbers al snel tevreden zijn, maar Eric heeft grotere plannen: hij gaat de XK180 daadwerkelijk produceren en verkopen. Deze auto dient als prototype, als rijdende testversie en als middel om bij potentiële klanten onder de aandacht te komen. Het plan is dat de definitieve XK180 een carrosserie van aluminium krijgt, en dat hij niet langer gebaseerd zal zijn op de oude XJS, maar op de XK8, met alle voordelen – zoals een modernere supercharged V8 – van dien.


De bedoeling is ook dat de productieversie de juiste proporties krijgt. Het achtersteven van deze XK180 is een stukje langer dan dat van Jaguars conceptcar, en ook in het interieur lijkt niet alles even lekker te kloppen. Wanneer ik de stoel voor mijn gemiddelde lengte in de juiste positie zet, zit ik met m’n knieën tegen het dashboard, en ik zit dusdanig hoog dat de wind niet over mijn kruin waait, maar tegen mijn voorhoofd. Hindert allemaal niets: daar is het een prototype voor. Eric benaderde Jaguar voor informatie over de afmetingen van de auto, maar ontving als reactie slechts een bemoedigend ‘joh, leuk project, veel succes ermee’.

Dat de auto in een vroeg ontwikkelingsstadium verkeert, blijkt ook uit andere details. Zoals het feit dat je vanachter het stuur, onder de motorkap door, het asfalt kunt bekijken, aangezien er nog geen binnenste wielkasten gemonteerd zijn. Ruitenwissers zijn er trouwens ook niet, evenmin als instelbare ventilatie, een binnenspiegel (er wordt nog gewerkt aan een kopie van het origineel) of een mogelijkheid tot montage van een dak (daar blijkt bij geïnteresseerden wel vraag naar te zijn). Op dit moment is vooral de gewelfde plexiglazen voorruit een puntje voor de keuring. Eric onderzoekt waar ze het best een exemplaar van veiligheidsglas kunnen laten maken, wellicht met iets minder vertekening.

'Ik geef gas. Dat er in de wijde omtrek geen ruiten of kleine dieren sneuvelen, mag een wonder heten'

Ondertussen is de promotie al in volle gang, en nemen de mannen regelmatig deel aan rally’s en demonstraties om de Jaguar in de kijker te rijden. Ze komen net terug van een reis naar de 24 uur van Le Mans wanneer ik de XK180 ga proberen. ‘Eerst een passende outfit’, wordt er geroepen, en ik krijg een shirt van Jaguar Racing aangemeten voor ik me in het krappe kuipstoeltje laat zakken. Na de vierpuntsgordels te hebben aangesnoerd, zet ik de grote schakelaar op de middenconsole om en druk ik op de startknop.

Het is goed dat ik die gordels al om heb, anders zou ik van schrik zo uit de auto tuimelen. De (verder ongewijzigde) zes-in-lijn van de XJS is door JePe Specials uitgerust met een handgemaakte roestvrijstalen uitlaat, en dat is er zo te horen één zonder enige vorm van demping. Allemensen, wat maakt deze machine een enorm lawaai. Stationair drillen de twee lange uitlaatpijpen je hersens al tot pulp; wat moet er wel niet gebeuren als ik gas geef? Ik tik de pook in z’n één en kruip voorzichtig Apeldoorn uit.

Best freaky om jezelf door druk verkeer te manoeuvreren, stevig vastgesjord in een auto waarvan er geen tweede bestaat, en dan te ontdekken dat je niet kunt zien wat er achter je gebeurt. De kleine spiegeltjes die als tijdelijke oplossing boven op de a-stijlen zijn gemonteerd, vibreren nogal en hebben door hun formaat sowieso weinig nut. Gelukkig kun je, doordat de carrosserie zo laag is, als een uil om je heen loeren, als het moet. Mits je nekwervels van elastiek zijn. Dit punt van gewenning ten spijt blijkt de XK180 een vriendelijke machine. Hij stuurt licht en volstrekt gemakkelijk en heeft best een kleine draaicirkel. Niet dat je die vaak zult hoeven benutten; wie of wat er ook in de weg staat, ze gaan voor je aan de kant.


Ik stuiter over een bochtig bosweggetje – de instelbare schokdempers van de Jaguar staan toevallig in een knalharde racestand – wanneer ik plots besluit dat ik het aandurf. Ik ben me er behoorlijk van bewust dat de mannen wiens bloed, zweet en tranen in dit ambitieuze project zitten in een volgauto achter me rijden, maar het moet even. Ik trap vol op wat in het Engels zo mooi ‘the loud pedal’ heet, en in dit geval is dat bijzonder treffend: dat er in de wijde omtrek geen ruiten of kleine dieren sneuvelen, mag een wonder heten. De XK knettert en krijst, het drama is enorm, maar de versnelling, eh, eigenlijk niet. Naarmate hij meer toeren draait, wordt de motor wel wat meeslepender, maar in een dergelijke auto verwacht ik vanaf het eerste moment toch meer pit. Zo’n supercharged V8 zal dat oplossen.

Dus de techniek is nog niet helemaal representatief voor wat gaat komen. Wat wel in deze versie al met mammoettankerladingen aanwezig is, is de beleving. Je zit in een raceharnas met je tronie in de volle buitenlucht, maar bent omgeven door zacht en geurig leer. Je kijkt door die lachspiegel-achtige voorruit naar een meters lange motorkap vol koelsleuven, en voelt de controle over een auditieve sloophamer in je rechtervoet kriebelen. Je weet bovendien dat je in iets rijdt waarin je niet hoort te rijden, iets dat ooit louter bedoeld was als onbereikbare droomauto, voorbestemd om te schitteren op een paar beursvloeren, en meer niet. Toch rijd je er nu in.

Na mijn enerverende uitje hoor ik de mannen overleggen: de koppeling moet nog even gesteld worden, we moeten wat aan de naad tussen die twee panelen doen, en is je opgevallen dat de knipperlichten niet fel genoeg branden? Zo gaat het met bevlogen autoliefhebbers die zich op een project gestort hebben: er wordt altijd verder ontwikkeld, altijd verbeterd.

Er komt een moment dat de XK180 klaar zal zijn – daar komt die obligate kattenreferentie nog een keer – om zich uit te rekken en de nagels te scherpen. Wat Eric betreft kan dat niet snel genoeg zijn, en wat mij betreft eigenlijk ook niet. Dromen vorm zien krijgen: het blijft een fantastisch gezicht, en in dit geval ook een oorverdovend spektakel.

Het origineel (zie foto 17)

De Jaguar XK180 werd in 1998 gepresenteerd op de autoshow van Parijs. Hij werd ontworpen door Keith Helfet, die eerder verantwoordelijk was voor de extreme XJ220. De auto beschikte over een 4,2-liter supercharged V8 met 450 pk. Hij werd in 2000 opgevolgd door de strak getekende F-type conceptcar, die eveneens het productiestadium niet haalde.


Bestel je een XK180, dan kun je letterlijk alles zelf bepalen: kleur, materialen, motorisering, noem het maar op en het wordt in jouw met de hand gebouwde exemplaar verwerkt. Hieronder een paar cijfers voor een versie die ons wel aanstaat:



Motor: 3.996 cc, V8 supercharged

Vermogen: 450 pk

Koppel: 600 Nm

Transmissie: 5v, automaat

Acceleratie: 0-100 km/u in 4,5 s

Topsnelheid: 290 km/u

Gewicht: 1.565 kg



Meer weten? Kijk op www.jepespecials.nl en www.xk180.nl.

Reacties

Meer van TopGear