De Lamborghini LM002, die zo op het oog lijkt te zijn ontworpen met niet meer dan een geodriehoek en een potloodstompje tijdens zo’n typische koolhydraatrijke Italiaanse lunch, vormt in alle opzichten het prille begin van het fenomeen performance-SUV. Het heeft merken als Audi, Bentley en Rolls-Royce jaren gekost om de achterstand in te halen, maar deze Italiaanse pionier heeft het pad geëffend waardoor autofabrikanten vandaag de dag met zeer lucratieve, luxe en snelle 4×4’s kunnen scoren. Maar belangrijker nog: de LM heeft ook het DNA voortgebracht voor de nieuwe Urus, waardoor het hele project meer geloofwaardigheid heeft gekregen. Tot op heden hebben de performance-SUV’s evenwel te kampen met een flink stigma. Het is een segment dat werd vormgegeven voor de vermogende consument, maar dat aan kritiek onderhevig is omdat het niet te combineren doelstellingen probeert te verenigen. Maar al heb je nog zo’n hekel aan SUV’s, als je de kans krijgt om met een apparaat als dit ergens in een verlaten steengroeve rond te gaan scheuren, dan is dat de beste manier om ieder kritisch geluid te smoren.
Met het diepe, stroperige gaspedaal helemaal ingetrapt wiegt de LM op zijn soepele ophanging van de ene glibberige bocht naar de andere, waarbij onze flapperende armen alle mogelijke moeite moeten doen om het eigenzinnige ding in het juiste spoor te houden. Het valt niet te ontkennen: hij is hopeloos onhandelbaar. Met zijn enorme gewicht zwenkt hij van de ene kleierige modderpoel naar de volgende, davert dwars door een verlaten bouwwerk en neemt vervolgens met gemak een helling van kiezels – en dat alles bij de verrukkelijke klanken van de gillende Countach-motor.
Hij heeft het uiterlijk van een Tetris-blok, heeft 450 pk, 4WD, drie zelfblokkerende differentiëlen, gigantische run-flat banden, hij weegt bijna drie ton en het interieur kent een overdaad aan leer. Geen wonder dat kolonel Khaddafi, Mike Tyson, Pablo Escobar, Tina Turner, Hunter S. Thompson en Sylvester ­Stallone – kijk, dat is een leuk gezelschap om Expeditie Robinson mee te spelen – er allemaal een hadden. Gezien alle rechtszaken, de supercartechnologie, de ramp­zalige financiële gevolgen van het project, al het geheime gedoe, de rol van de militaire machine – in die tijd een stel despoten – en een stel beroemdheden, verdient de ontstaansgeschiedenis van de LM002 een eigen Netflix-serie.

De ontstaansgeschiedenis van de Rambo Lambo

Het begon allemaal eind jaren zeventig, toen Lamborghini munt wilde slaan uit de oorlogszuchtige tijdgeest en een militaire industrie met geld in overvloed. Met dat alles in gedachten knutselden de Italianen in samenwerking met Mobility Technology International, de ambitieuze toeleverancier van het Amerikaanse leger, een niet-gepantserd offroad-voertuig in elkaar, met een Chrysler V8 achterin gemonteerd. Hij werd Cheetah gedoopt en het was de bedoeling om hem aan het Amerikaanse leger te slijten. Het probleem was dat het ding waardeloos was. Met die zware motor achterin was ie praktisch onhandelbaar. Dit, plus het feit dat het Amerikaanse leger hem niet mocht importeren en er een rechtszaak liep vanwege het ontwerp, zorgde ervoor dat Uncle Sam ervan afzag en het contract aan de lookalike Humvee gunde. preview Het hele gebeuren schaadde bovendien Lamborghini’s reputatie en bracht het bedrijf een geduchte slag toe. In 1981 reanimeerde het merk het project, door een andere motor in ongeveer hetzelfde model te plaatsen en het resultaat de Lamborghini Militaria nummer 1 (LM001) te noemen. Hij was nog altijd waardeloos.
En weer terug naar de tekentafel, waar veel op hoofden werd gekrabd en de asbakken voortdurend geleegd moesten worden. In de wetenschap dat de voorgaande modellen, met de motor daar helemaal achterin, nogal onhandelbaar waren, plaatsten ze ‘m dit keer voorin. En niet zomaar een motor, maar de 5,2-liter V12 uit de auto met het meeste sexappeal aller tijden: de Countach. Geniaal. Deze nieuwe auto, die nog steeds bedoeld was voor militair gebruik en LM002 heette, ging niet echt als warme broodjes over de toonbank, want de legerleiding begreep dat het onderhoud van zes dubbele carburateurs op het slagveld toch best een beetje lastig zou worden. Dus kozen de doorzetters bij Lamborghini een nieuwe aanpak en maakten ze een uitvoering voor de gewone consument.

Je oren zeggen: ‘Countach!’ Je ogen zeggen: ‘Huh?!’

Voor dit vreedzame doel werd een nogal uitbundig interieur aangebracht in de vorm van weelderig Italiaans leer, dik tapijt, elektrische ramen, een in het dak gemonteerde stereo en airco; en hij kreeg enorme, op maat gemaakte Pirelli Scorpion-banden – speciale run-flats. Als je echter nog meer vermogen wilde en een héél dikke portemonnee bezat, kon je kiezen voor een extra hete versie die de L804 heette. Die eveneens straatlegale LM was voorzien van een 7,2-liter V12 die normaal gesproken werd toegepast in Class 1-powerboats.
In de zeven jaar dat hij in productie was, werden er maar 300 LM002’s verkocht. Op een of andere manier wisten we de hand te leggen op een daarvan: een onberispelijk zwart exemplaar dat kort geleden door Polo Storico (de interne restauratie­afdeling van Lamborghini) helemaal werd opgeknapt en een paar uur geleden nog zó glom dat hij volmaakt geschikt was voor het grasveld van Pebble Beach. Maar nu niet meer. Inmiddels lijkt het of hij een half uur vlak achter een mestverstrooier heeft gereden, en we beginnen medelijden te krijgen met de arme ziel die hem straks moet wassen. Maar hoe vaak krijg je nu de kans om rond te rossen in een megazeldzame Italiaanse V12 SUV die je het gevoel geeft Call of Duty te spelen? Na een snel verkenningsrondje zien we in een snelle linkerbocht een lekker grote plas. We stoppen, openen de deur en dippen onze sportschoenen in het troebele water om uit te zoeken hoe modderig het precies is. Heel erg modderig. We trekken het zware portier weer dicht en zinken terug in de geurende, caramelkleurige leren zitting. Gezien alle beschikbare ruimte is het interieur vreemd ingedeeld. In iedere hoek staat een stoel, terwijl door een uitzonderlijk brede transmissietunnel de inzittenden op een flinke afstand van elkaar zitten.

‘Moeder Natuur moet knarsetandend toezien hoe je 290 liter in de tank hevelt’

De passagiers achterin hebben een iets hogere positie. De bestuurder moet het doen met een niet verstelbaar stuur, een scala aan niet bepaald subtiele, kleurige en nogal forse knoppen die een astronaut in een ruimtepak nog zou kunnen bedienen, plus nog twee 4WD-hendels ter hoogte van je knie en je heup. Dat wil zeggen, als het je eenmaal is gelukt om de enorme momentsleutel onder de achterzitting vandaan te trekken en handmatig de twee voorwielen in de 4×4-stand te zetten. Om het onszelf niet al te lastig te maken, houden we het bij tweewielaandrijving.
Als je de enorme V12 tot leven brengt, klinkt er een hees en uitbundig gehuil. Je oren zeggen: ‘Countach!’ Je ogen zeggen: ‘Huh?!’ We controleren het brandstofpeil. De tank is nog steeds tot het randje gevuld. De LM002 voltanken is een van de meest effectieve manieren om het pak bankbiljetten in je zak uit te dunnen. Bovendien is het een aanslag op je ethische besef, want Moeder Natuur moet elke keer weer knarsetandend toezien hoe jij 290 liter hoogwaardige peut, ter waarde van bijna 500 euro, in de tank hevelt. En hoe je die binnen de kortste keren verstookt. Met zijn 325 millimeter brede banden is de LM002 offroad veel beter in de hand te houden, want hij baant zich een geheel eigen weg. In tegenstelling tot op de openbare weg, waar eventuele spoorvorming in het asfalt zich voortdurend laat voelen. Als hij eenmaal voluit kan gaan, blijkt de stalen spaceframe-basis met zijn onafhankelijke ophanging zich verrassend genoeg speels en voorspelbaar te gedragen. Dat hadden we niet verwacht. Maar als de V12 de vrije teugel krijgt en zijn 450 pk’s kan ontketenen – een welkom contrast met de performance-SUV’s van nu, die al vanaf 1.000 tpm opdonders van koppel geven – voelt dat net zo lekker als we hadden gedacht.
Deze LM is een nieuwer model met injectie en een veel kleinere powerdome en airbox die uit de motorkap steekt. Hierdoor is ie betrekkelijk makkelijk te plaatsen – handig voor als je zelf aangelegde, plaatselijke rallycrosscircuit bezaaid is met bijzonder harde, bijzonder onverzettelijke betonblokken. Dat gezegd hebbende: zijn stuurgedrag is nogal diffuus, de pook zit in een andere tijdzone en andere passagiers zitten zó ver van je af dat ze permanent een jetlag hebben. De plaatsing van de pedalen en de zitpositie zijn tenminste niet zo waardeloos als in, bijvoorbeeld, de Countach en de Miura. Maar de koppeling bedienen geeft hetzelfde gevoel als wanneer je de deur van een bankkluis probeert in te trappen. Terwijl de remmen – ondanks enorme, gekoelde schijven met dubbele remklauwen vóór en 12×3-inch trommels achter – volkomen waardeloos zijn. En toch worden we vrolijk van het feit dat je met deze 35 jaar oude V12 nog altijd de meest fantastische capriolen kunt uit­halen. Nadat we een paar uur lang kilo’s Italiaanse modder tegen de deuren en op het dak van de LM002 hebben laten kletteren, roept de wrede realiteit ons weer bij zinnen: het wijzertje van de brandstofmeter gaat inmiddels zorgwekkend hard in de richting van leeg.

Zet een Bengaalse tijger op de bijrijdersstoel en je voelt je helemaal Mike Tyson

Aangezien we geen oliesjeiks, rocksterren, drugsbazen of verlopen acteurs zijn, hebben we niet genoeg centen bij ons om de Lambo nog een keer vol te gooien. Maar het is beter om te hebben liefgehad en uiteindelijk zonder brandstof te staan, dan om helemaal niet liefgehad te hebben, nietwaar?

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)