Lexus legt zijn ziel en zaligheid in de ontwikkeling van hybrides. Het merk kondigde aan dat in de toekomst de conventionele modellen zelfs helemaal uit het programma verdwijnen ten gunste van milieuvriendelijker auto’s. Het merk weet wat het te doen staat in de VS. In tien jaar tijd heeft de concurrentie daar flink klop gekregen. Audi, Mercedes, BMW, Cadillac, stuk voor stuk moesten ze voor Toyota’s luxemerk door de knieën. Vooral omdat hybrides daar niet aan te slepen zijn, doet Lexus goede zaken. In Europa schudden we meewarig onze hoofden vanwege die hybridegekte. Onder de kap van onze luxemodellen roffelt een fijne diesel, tenzij je een Bentley of Rolls rijdt.
De eerder genoemde concurrenten van Lexus, de zogenoemde premium merken, hebben fijne instappers in het programma. De Audi A3 2.0 TDIe Sportback. De BMW 120d. Ze zijn erg populair bij hippe jongens en meisjes die een auto van de baas mogen uitzoeken. De lage bijtelling is een prachtig marketinginstrument. Omdat Lexus ook een graantje wil meepikken van die markt, maakte het een vijfdeurs hatchback en zorgde ervoor dat de CO2-uitstoot lekker laag is.
Zo laag, zelfs, dat in Nederland de houderschapsbelasting ‘m wordt kwijtgescholden en de bijtelling maar 14 procent is. In België doet de overheid ook gul met een contant bedrag terug op de rekening. Appeltje-eitje voor Lexus om zich op een comfortabele plek tussen de concurrentie te nestelen. Zou je denken. De CT200h, want daar hebben we het over, is namelijk geen diesel maar een hybride. Op zich helemaal niet erg. Onderscheidend is juist een pre voor een zakenauto en Lexus zet dan ook alle merkwaarden en technieken in om het offensief succesvol te maken.
Dan kom je dus automatisch uit op de hybridetechniek van Toyota/Lexus. In drukke stadscentra en wriemelige voorsteden bespaart het je een hoop brandstof, bovendien zijn de hybridemodellen ook nog eens een stuk stiller dan al die diesels. De cvt-automaat draagt ook bij aan het comfort. Aan dat soort kwaliteiten heb je wat en Lexus zou dat van de daken moeten schreeuwen. In plaats daarvan brengen ze ‘m als Sports Hybrid aan de man. Nee, nee, nee!
Omdat de concurrenten duidelijk op sportiviteit geënt zijn, meent Lexus met de CT200h daarin mee te moeten gaan. Een miskleun van de eerste orde. Lexus had er goed aan gedaan met iets heel anders op de proppen te komen. De hybridetechniek is in wezen hetzelfde als die van de Prius, zij het dat het vermogen iets is opgeschroefd om tot hogere prestaties te komen. Maar als je dit sportief noemt, is Clarkson wereldkampioen op de marathon. Beter had Lexus een meer op comfort gerichte auto kunnen ontwikkelen, met een wielophanging die op ganzendons lijkt te veren, comfortabel is als de fauteuil in je eigen woonkamer en stil als een wolk die door de lucht glijdt.
In een hedendaagse hybride ontbreekt de ecoknop niet. Druk ‘m in en de bloempjes zijn je nog dankbaarder dat je deze auto koos. Maar om zijn schizofrene karakter nog eens te benadrukken, kun je ook een extra sportieve configuratie kiezen. De respons van gaspedaal wordt dan wat directer. Omdat de spanning op de elektromotor stijgt naar 650 Volt in plaats van de normale 500 en de toerenbegrenzer er later inkomt, gaan de prestaties omhoog. Om het feest compleet te maken, wordt de instrumentenverlichting rood, het scherm waarop de activiteiten van het hybridesysteem zijn af te lezen, verandert in een geprojecteerde toerenteller. Ook neemt de assistentie van de stuurbekrachtiging af.‘De Lexus CT200h mist de finesses om van de beleving iets emotioneels te maken’
Om eerlijk te zijn: deze informatie komt uit de boekjes, want echt merken doe je het niet. Voel je het wel, dan is het nog maar de vraag of je het prettig vindt. De iets zwaardere besturing vermindert het gevoel met de weg. Vanwege de traploze versnellingsbak gaat het toerental in één rechte lijn richting begrenzer. De motor maakt daarbij een kabaal dat te vergelijken is met een stofzuiger die een zandbak leegzuigt.
De Lexus CT200h accelereert in 10,3 seconden naar de honderd. Dat is niet alleen langzamer dan de concurrenten, het voelt ook trager aan. Ook hier gooit het motorgeluid roet in het eten. De kleptiming van de benzinemotor gaat volgens het Atkinson-principe, wat inhoudt dat hij in het middengebied van de toeren maar weinig inspanning hoeft te leveren. Uiteraard komt dit de zuinigheid en de uitstoot van schadelijke stoffen ten goede. Je begrijpt dat dit principe niet is ontwikkeld om in sportieve auto’s te gebruiken. De Lexus CT200h zal je dan ook nooit, nooit, nooit het gevoel geven aspiraties in die richting te hebben.
Misschien moeten we nog even geduld hebben. Er komen berichten uit de fabriek dat er een tweeliter turbo op komst is. Dan zouden de kaarten heel anders geschud worden.
Omdat de 1.8 niet echt een krachtpatser is, merk je al snel dat je rijstijl een stuk rustiger wordt. Daarvoor hoef je je niet te schamen, want als je die 1-series en A3’tjes ziet rijden, krijg je niet het idee dat de bestuurder weet wat een apex is of hoe je de wegligging van een auto ten volle benut. Maar als je in de Lexus CT200h voor een kalme rijstijl kiest, gooit het chassis roet in het eten. Het is onrustig en nerveus, bovendien maken de ‘sportieve’ banden lawaai. Dit is geen rustgevende auto.
Laten we ‘m door een sportieve bril bekijken en de bochten sneller nemen. De grip is goed, de bovenbouw rolt niet en onderstuur is ‘m vreemd. De carrosserie is stijf en je voelt goed wat er onder je gebeurt. Maar hij mist de finesses om van de beleving iets emotioneels te maken. Daarbij komt dat de besturing stroperig aanvoelt. Sturen met het gaspedaal kun je ook vergeten en de rem is net een aan/uitschakelaar. Het remsysteem heeft het veel te druk met het berekenen hoeveel energie er teruggewonnen kan worden om de accu’s op te laden.
Als vergelijkingsmateriaal stapten we in een Auris HSD, die ook de Prius-techniek aan boord heeft. Op dezelfde route die we met de Lexus CT200h reden, was de vering aanzienlijk zachter, de wegligging zompiger en de grip minder, maar we hadden meer plezier. Hij reed net even wat levendiger en directer.
Maar deze hybride-Auris valt niet op, want hij is uiterlijk niet te onderscheiden van een gewone versie. De Lexus CT200h lijkt nergens op. Het ligt aan jezelf hoe je dat interpreteert, maar dat is geen compliment. Het lijkt of de carrosserie voor een grotere auto ontworpen is en in elkaar is gedrukt om toch op het onderstel te passen.
Begrijp me goed, het is niet onze bedoeling de kleine Lexus de grond in te trappen. We gunnen ‘m succes, zeker omdat we nieuwe technieken fascinerend vinden. Daarnaast zou het prachtig zijn als er eens een goed alternatief voor de huidige gevestigde orde zou komen, zeker omdat de 1-serie en de A3 niet onze favorieten meer zijn. Heus, de Lexus CT200h heeft punten die ons vrolijk maken. Je zit in een prachtige, onderscheidende werkplek die ergonomisch echt in orde is. Vooral de knop waarmee je de set-up van de auto aanpast en de bediening van het navigatiesysteem zijn prima. Je zit laag en ver naar achteren, een tikkeltje sportief. Het windgeruis is bescheiden, de audio is grandioos. Maar we waarderen vooral hoe stil en soepel het hybridesysteem z’n werk doet en ervoor zorgt dat het brandstofverbruik lager is. Maar noem ’m niet sportief.
Reacties