Met de nieuwe OPC wil Opel eindelijk eens een hartig heet hatch-woordje meespreken. Dit keer hebben ze alles op alles gezet.
 
Het is niet dat ze het niet eerder hebben geprobeerd – Opel is altijd nadrukkelijk aanwezig geweest bij het toch redelijk selecte clubje der snelle kleine auto’s. In een vaalgrijs verleden heetten ze dan GSI, maar toen zo’n beetje elke zichzelf respecterende fabrikant met een speciale afdeling kwam voor de spannender auto’s (AMG, M, RenaultSport – je kent ze wel), richtten de Duitsers het Opel Performance Center op.
 
Geen slechte zet, want de resultaten zijn er absoluut beter op geworden. Wat ook weer niet wil zeggen dat de OPC’s het de concurrentie stelselmatig lastig konden maken; of het nou ligt aan Opels niet altijd even vlotte imago of aan het simpele feit dat een Golf GTI gewoon beter, een Mégane RS gewoon hipper en een Focus RS gewoon ruiger was – de waarheid zal ergens in het midden liggen.
 
Maar! Er is inmiddels wel het een en ander veranderd. Hoewel het bedrijf zelf in stevige problemen verkeert, zijn de auto’s die er door de fabriekspoorten rollen beter en spannender dan ooit tevoren. Zet een hedendaagse Insignia, Corsa, Astra of Meriva naast hun tegenhangers van een jaar of tien terug, en je kunt het niemand kwalijk nemen als ze niet eens in de gaten hebben dat ze door één en dezelfde fabrikant zijn gemaakt.
 
Misschien is de Astra GTC daarvan wel het sterkste voorbeeld. Geen grijze eenheidsworst, maar een haast wulps gevormd bommetje vol hollingen, bollingen, attitude en ambitie. Hij is zo radicaal anders dan z’n vijfdeurs broertje dat je je zou kunnen afvragen waarom ze ‘m niet een totaal andere naam hebben gegeven, zoals VW met de Scirocco heeft gedaan.
 
Die auto vormt de basis voor de nieuwe Astra OPC. Hij kan sowieso de boeken in als de eerste snelle hatch van Opel waar de tuning-wereld grijze haren van krijgt, omdat elke verandering een verslechtering zou zijn. Met z’n agressieve neus, dikke dorpels, uitgebouwde en toch tot de strot gevulde wielkasten (de wielen zijn maar liefst 19 inch groot – op de foto’s zelfs 20), megadiffusor en uitlaten die je zou kunnen recyclen tot kerncentrale-schoorsteen, laat ie geen zweem van twijfel bestaan over zijn niet al te vriendelijke bedoelingen.
 
Motorisch heeft Opel al evenmin veel risico genomen: een tweeliter turbo jakkert niet minder dan 280 pk vermogen en 400 Nm koppel naar de voorwielen. De Snelste Astra Ooit topt dan ook 250 km/u en doet er maar zes seconden over om 100 km/u te rijden – daar kun je nog eens een stoplichtsprintje mee doen. Om ervoor te zorgen dat gas geven niet elke keer verzandt in een wanhopig graaien naar grip, heeft Opel z’n toevlucht gezocht in iets bijzonders in deze klasse: naast de gebruikelijke elektronica is er een volledig mechanisch sperdifferentieel aanwezig dat al die krachten zo efficiënt mogelijk over de voorwielen verdeelt. Het resultaat is spectaculair: ook bij het vol uitaccelereren van een bocht doet de OPC alsof er helemaal geen bocht ís. Geen onderstuur, geen gejammer, geen getrek aan het stuur – zelfs nauwelijks bandengekerm. Eerlijk is eerlijk: er zijn niet veel hete hatches die met dit soort vermogens zo onbehoorlijk weinig moeite hebben.
 

 
De besturing voegt daar nog een extra dimensie aan toe. Het is vrij licht, maar laat uitstekend weten wat er met de voorwielen gebeurt. Natuurlijk heeft ook de OPC knoppen waarmee je het rijgedrag aan kunt passen aan je gemoedstoestand. Er is een normale stand, een sportstand en een OPC-stand – die eigenlijk alleen geschikt is als je zojuist ontslagen bent of je vrouw met een ander hebt betrapt. Het instrumentarium licht opeens rood op, het gaspedaal reageert aanzienlijk vinniger, de besturing wordt zwaarder en de schokdempers worden zo hard afgesteld dat ze waarschijnlijk alleen gewaardeerd worden door de bezitters van nierstenen. Het is leuk dat het kan, maar deze stand is zo extreem dat je het waarschijnlijk vrij snel zat bent.
 
Daarbij is misschien wel de grootste verdienste van de OPC dat het ook helemaal niet nodig is. We hebben een stevig aantal rondjes over het circuit van Zolder afgelegd met de OPC, en het aardige is dat we in de normale stand al nauwelijks het idee hadden dat we iets tekortkwamen.
 
‘Het is vooral de enorme hoeveelheid grip die indruk maakt, samen met de kracht en souplesse van de motor, de trefzekere besturing en het onderstel’
 
In de sportstand wordt alles wat fermer en vooruit, op zo’n baan is zelfs de OPC-stand vermakelijk, al voelt zo’n kerbstone dan alsof je met volle vaart over een stoeprand rijdt. Het is trouwens opvallend dat de buitenformaat remmen ook na een aantal ronden voluit nog geen spoortje van fading vertonen. Ze zijn sowieso fijn, enorm krachtig en uitstekend te doseren. Opel claimt dat geen enkele concurrent zo’n korte remweg heeft als deze OPC, en we hebben op voorhand geen reden daaraan te twijfelen. Als er al iets achterblijft, is het de versnellingsbak. Bij normaal gebruik zal je er weinig last van hebben, maar op een circuit schakel je over het algemeen een stuk sneller en lomper (zal de adrenaline wezen), en dan stribbelt de zesbak nog wel eens tegen. Overigens zal een schakelfout je ook niet meteen naar de achterkant van het veld verwijzen, want de motor is prachtig soepel en pikt ook bij lage toeren ontzettend makkelijk op.
 
Oh, hoe de motor klinkt? Lekker zwaar en vrij rauw, passend bij z’n uiterlijk en prestaties. De turbo komt er boven de 4.000 tpm nadrukkelijk fluitend, sissend en zuigend bij – het had iets subtieler gekund, maar ach.
 
Een extra woord van lof verdienen de stoelen. Ze zien er niet alleen geweldig uit, maar zitten nog beter en zijn voorzien van uitgebreide instelmogelijkheden voor steun op de meest onmogelijke plekken. Als we dan toch aan het mopperen zijn: die middenconsole, daar zitten zo ontzettend veel knopjes op dat een 747-piloot er onrustig van zou worden. Je komt er wel uit, op den duur, maar toch: soms is minder gewoon meer, Opel.
 
Het is een heerlijk gooi- en smijtgeval geworden, deze Astra OPC. Het is niet alleen de snelste, maar ook de mooiste en best rijdende Astra geworden, en dat nog met enige afstand ook. Het is vooral de enorme hoeveelheid grip die indruk maakt, samen met de kracht en souplesse van de motor, de trefzekere besturing en het onderstel, dat eens te meer bewijst dat je voor een sportief overtuigende wegligging helemaal geen plankharde vering nodig hebt. Al kun je die, via een druk op de OPC-knop, ook krijgen – het is maar net waar je zin in hebt.
 
We zijn benieuwd hoe de OPC zich zal houden in een directe confrontatie met auto’s als de Mégane RS, Focus ST en Golf/Scirocco R. Hij zou het wel eens heel ver kunnen schoppen. Dat is een mooier compliment dan we, voor zover we het ons kunnen herinneren, ooit aan een snelle Opel gegeven hebben.

Opel Astra OPC

 

15/20

 

Cijfers

0-100 km/u: 6,0 s

Top: 250 km/u

Verbruik: 8,1 l/100 km

Motor: 1.998 cc, viercilinder turbo benzine

Aandrijving: voor

Vermogen: 280 pk

Koppel: 400 Nm

Gewicht: 1.550 kg

CO2: 189 g/km

 

Prijs

NL € 42.995

BE € 30.950

 

Vonnis

Opel heeft z’n uiterste best gedaan van de Astra OPC iets bijzonder te maken en dat is in alle opzichten gelukt. Met afstand de beste tot nu toe

Reacties

Meer van TopGear