Hoeveel bruikbare ruimte kun je kwijt op vijf vierkante meter? Deze iQ geeft een verbazingwekkend maar duur antwoord.
 
Je kunt van Toyota zeggen wat je wilt, innovatief zijn ze wel. Nog afgezien van alle hybrides en andere semi-elektra: neem nou deze nieuwe iQ. Vier zitplaatsen in een autootje dat amper een komkommer langer is dan een Smart en dik 40 centimeter korter dan de eigen vlomobiel Aygo – dat kán toch helemaal niet? Nou, wel dus. Een heel scala aan inventieve ruimtebesparende oplossingen, waaronder een extreem platte benzinetank, een ultracompacte verwarmings- en airco-unit en een ‘afbuigende’ stuurstang, levert een waar wondertje van bruikbare ruimte op.
 
Dat zal dan wel woekeren zijn? Je moet er wat voor over hebben. Zo zul je je bagageruimte moeten opofferen. Het is mensen achterin, óf koffers. Niet allebei. De voorpassagier kan z’n stoel extra ver naar voren schuiven, mede doordat ze in de fabriek het dashboardkastje hebben veranderd in een dashboardnetje. We hebben het geprobeerd, en het is een typisch gevalletje ‘net niet’, maar wel goed: met onze lengte van 1,85 meter zit je voorin net niet met je knieën tegen het dashboard, achterin net niet met je knieën tegen de voorstoel en net niet met je kop tegen het dak.
 
De bestuurder moet natuurlijk wel een beetje fatsoenlijk zitten, dus achter jou past alleen een kind. Een klein kind, welteverstaan. Maar als je dan die profiteur op de achterbank hebt afgezet op het busstation, waar-ie thuishoort, kan de voorpassagier weer een eind naar achteren. Dan klap je het bankje achter hem/haar plat, koopt een krat bier die dan wel weer past en gaat naar huis. Daar kun je een klein feestje bouwen omdat je ondanks het feit dat je driehoog-achter in de stad woont, je auto makkelijk voor de deur kwijt kon.
 
Dat zal dan wel waardeloos rijden? Nee, allerminst eigenlijk. Oké, door de erg korte wielbasis (wieltjesbasis?) voel je korte hobbels in het wegdek wel doorkomen, maar verder is de iQ bijzonder vriendelijk geveerd. Waar een Smart op de snelweg niet altijd even leuk is, rijdt de iQ daar alleen maar beter – we hebben 175 op de teller gehad (foei…) en het voelde allemaal nog buitengewoon stabiel. Opmerkelijk genoeg valt het geluidsniveau zelfs bij dat soort snelheden nog reuze mee; bij normaal gebruik is de iQ uitgesproken stil. Grappig en superpraktisch is de idioot korte draaicirkel: maar 3,9 meter, het automobiele equivalent van een pirouette. Dat je het weet: een Smart heeft 8,8 meter nodig.
 
Het eenliter driecilindertje levert maar 68 pk, maar de iQ weegt slechts 845 kilo, en daar heeft dat Mickey Mouse-motortje verrassend weinig moeite mee. Van 0 tot 100 ben je 14,7 seconden onderweg. Lijkt veel, valt mee: het zijn vooral die laatste kilometers die wat langer duren. In de praktijk van het stadsverkeer zit je gewoon vlot op de 50, 60 km/u die je mag rijden en kun je uitstekend met de rest van het verkeer mee. Daarbij verbruik je maar 4,3 l/100 km en, ook belangrijk qua belastingen en dergelijke, je stoot elke kilometer maar 99 gram CO2 uit.
 
Zal er niet uitzien dan? Oordeel vooral zelf, maar wij vinden de iQ wel grappig. Omdat hij zo breed is (12 cm meer dan een Smart en 2 meer dan een Aygo) en vierkant, oogt hij zeker recht van voren en achteren een stuk dikker dan hij is. Pas op het moment dat je ook iets van het middelste stuk ziet, valt op hoe bespottelijk klein hij is. Niet dat het alles zegt, maar toch: de internationale introductie vond plaats in en om Milaan, waar men op designgebied toch het een en ander gewend is. De iQ trok er een stevige portie, merendeels zeer positieve aandacht.
 
De buitenkant verdient dat wat ons betreft ook, over de aankleding van het interieur zijn we minder te spreken. De gebruikte plastics mogen dan hier en daar een semi-gezellig motiefje hebben meegekregen, het basismateriaal is keihard – het soort waar ze ook de kasten van Aldi-pc’s van maken. Het spul dat een soort metaalaccent moet geven maakt ook al weinig indruk. Het optionele navigatiesysteem, dat als een soort oude buizenradio bovenop het dashboard is geplaatst, helpt niet echt mee, al is het (want touchscreen) doodsimpel te bedienen en prima af te lezen. Maar wat design en aankleding betreft mag de iQ nog niet eens de veters van bijvoorbeeld de Fiat 500 strikken.
 
Zal wel niet al te veilig zijn, zo’n verhuisdoos op wielen? Wel, ook dat valt te bezien. Het rijgedrag is, zoals gememoreerd, vertrouwenwekkend en wordt standaard in tijden van nood begeleid door VSC+, zeg maar het esp van Toyota. Mocht het dan toch nog mis gaan, dan staan niet minder dan negen airbags in de startblokken: naast de gebruikelijke exemplaren zijn er een knieairbag voor de bestuurder en zit er in de stoel van de passagier een die ervoor zorgt dat z’n knieën worden opgetrokken en niet tegen het dashboard komen.
 
Daarnaast zijn er zijairbags en, primeur, een achterruitairbag. Nog even en ze pompen de hele cabine in geval van een aanrijding in 0,1 seconde vol purschuim. Daarnaast mikt Toyota zeer nadrukkelijk op een 5-sterrenwaardering van Euro-NCAP, en ze weten natuurlijk precies wat daarvoor nodig is.
 
Zal wel niet te veel kosten, zo’n ukkie? Helaas, daar gaat wat ons betreft het hele verhaal de mist in. Want wat zou het aardig zijn geweest als Toyota het voor elkaar had gekregen de prijs van de iQ ergens in de buurt van de 10 mille te houden. Nou is de exacte prijs nog niet bekend, omdat nog niet geheel duidelijk is wat er met de BPM-wetgeving gaat gebeuren. Zoals het er nu uitziet zal de iQ vanwege z’n milieuvriendelijkheid vrijgesteld worden van BPM, en dan nóg zal de prijs rond de dertien mille bedragen.
 
Dat is meer dan de duurste Aygo, en je kunt zelfs Yaris’en krijgen die minder kosten. De Fiat 500, waar Toyota met beduidend meer dan alleen een scheef oog naar heeft gekeken, is er ook al voor minder. ‘Niet als je de uitrusting meerekent’, zeggen ze bij Toyota. Dat mag zo zijn, maar dat ligt ook aan het feit dat de iQ wel érg riant in z’n spulletjes zit. Heb je bijvoorbeeld lichtmetalen velgen, airco, keyless entry en leer om je stuur echt nodig op een iQ? Lijkt ons niet, maar je hebt geen keus want het zit er al op.
 
En voor (veel minder dan) dat soort geld kun je heel veel ander interessante auto’s krijgen: de nieuwe Ford Ka, een VW Fox, Renault Twingo, Suzuki Swift of Splash, Skoda Fabia – in het uiterste geval zelfs een Dacia Logan MCV. Je moet dan wel erg veel krediet (letterlijk of figuurlijk, voor het concept) hebben om zó micro rond te rijden.
 
 
 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear