Volvo’s grote klapdak-coupé mag dan een facelift hebben gehad, onderhuids is ie nog van de oude stempel.
 
Geen subtropisch zonnetje, maar dreigende donderwolken openbaren zich wanneer we het metalen puzzeldak van de Volvo laten zakken. Metaal, glas, een onmogelijke wirwar van stangen en klauwen, stoffen hemelbekleding en heel veel touwtjes verdwijnen met precisie onder het kofferdeksel. Luttele meters verderop gaat de zee onstuimig tekeer; de straten van St. Tropez lijken uitgestorven. Soms dribbelt er een enkel bontjasje langs, op weg naar een nagelsalon of oppompdokter, maar over het algemeen zijn de bon-vivants van de Côte d’Azur ver te zoeken wanneer het kwik enkelcijferig blijft steken.
 
Ook als het wel zwart zou zien van de Rolls-Royces en Mercedessen zou deze C70 hier niet misstaan. Sterker nog: de boulevard is zijn domein. Onder een brandende zon, rollend tussen de scooters en skeelerende meisjes, voelt ie zich thuis. Al die factoren ontbreken vandaag, maar we laten ons niet uit het veld slaan. Het windscherm wordt opgezet en de sjaal omgeknoopt; in een cabrio in Zuid-Frankrijk gaat het dak eraf. Punt.
 
De C70 is gefacelift in de meest letterlijke zin van het woord. Volvo heeft haar nieuwe familieneus toegepast, bekend van de C30 en de verse S60. Ook de achterlichten werden herzien; als je nu ’s nachts achter een C70 rijdt, kijk je tegen een stel sierlijke lichtslierten aan. Het interieur kreeg een paar nieuwe materialen toegewezen. En verder veranderde er helemaal niks.
 
Dat betekent dat je nog steeds wordt getrakteerd op een kleine dosis jaren tachtig wanneer je de radio aanzet. Het minuscule dot-matrix-schermpje, dat doet denken aan de allereerste Gameboy, toont een korrelige afbeelding van de C70. Inclusief nieuwe voorkant, dus Volvo is wel degelijk met het systeem bezig geweest. Waarom hebben ze het dan niet meteen vervangen door iets moderners? Een display met zestien kleuren uit 1995, bijvoorbeeld?
 
Hetzelfde geldt voor het navigatiesysteem. Al 83 jaar is dit het meest verwarrende gps ter wereld. Zo zit de bediening verstopt achter de rechterkant van het stuur – terwijl wij onze rechterarm juist lekker op de middenconsole hebben liggen – en is er niet eens een simpel knopje om in of uit te zoomen. Sturen in de C70 doe je niet zozeer voor je lol, maar meer omdat je nou eenmaal een bepaalde kant op moet. Vederlicht laat de cabrio zich van richting veranderen, waarbij de carrosserie ouderwets van links naar rechts rolt. Zonder dak op matig wegdek trilt de binnenspiegel er aardig op los, een teken dat de koets qua stijfheid geen hoge ogen gooit. Volvo’s Powershift-transmissie met dubbele koppeling rijdt bijzonder aangenaam, maar is helaas niet leverbaar op de topuitvoeringen. De Geartronic-automaat waarmee onze T5 is uitgerust, schakelt als een dolle op en neer, ook op momenten dat geen weldenkend mens dit in zijn hoofd zou halen. Zo wordt snel duidelijk dat de voorwielen van de C70 bepaald niet zijn berekend op de 230 pk die de turbo-vijfcilinder op ze loslaat. Dit maakt weinig indruk.
 
Wanneer we een parkeerplaats oprijden, komt er een Nederlandse man op ons af. Hij bekijkt de Volvo met interesse, vraagt ons nog even wanneer het nieuwe model bij de dealer staat en stapt dan in zijn Bentley Continental GT. We kijken hem na. Als we ons omdraaien, zien we de C70 weer staan onder de stormachtig wiegende palmbomen. Dat is waar ook: we hebben hier een boulevardcruiser bij uitstek die er nu nog beter uitziet dan voorheen. Doe er een zonnetje bij, en je zeurt niet meer over radioschermpjes of zompig weggedrag. Dan klopt het plaatje.

Reacties

Meer van TopGear