Zonder een onbekende klant van Volvo hadden we nooit kunnen genieten van de tweede conceptauto van Polestar: de Volvo S60 Polestar. Kan hij zich meten met de M4, RS4 en C63?
Wat Alpina doet voor BMW en Brabus voor Mercedes, dat doet Polestar voor Volvo. En hoe, want ze hebben echt goed werk geleverd met deze Volvo S60 Polestar.
Eindelijk weer een sportauto van Volvo
Het leven zit vol verrassingen, en maar liefst twee ervan hebben te maken met deze Volvo. De tijd dat onze Zweedse vrinden onwrikbare bakstenen met wielen eronder aanboden als waren het auto’s ligt sinds mensenheugenis achter ons (1992 om precies te zijn, toen de 850 op de markt kwam). Maar het feit dat er een S60 met 501 pk is die ook nog eens geweldig rijdt, dat is toch wel een openbaring. De tweede verrassing is dat er in het centrum van Göteborg een volledig FIA-goedgekeurd circuit ligt, de thuisplaats van de Swedish Touring Car-cup.
Goed, het renveldje heeft niet de allure van Spa of Monaco en zelfs lopend doe je niet te lang over een rondje, maar daar tussen de haven en de skyline van de stad ligt een alleraardigst circuitje met uitdagende bochten en een flink recht stuk. Een prima plek om met deze anabolen-Volvo te rijden. Al snuivend, blazend en fluitend sleurt de turbomotor de kloeke sedan door de bochten. De remmen doen hun werk ook uitstekend, dus wat een pret kun je met een Volvo beleven.
Polestar. Dat ken ik ergens van…
Dat kan kloppen. Want dat is de partij die sinds 1996 de officiële racetak van Volvo is. Daarnaast is het ook een Alpina-achtig bedrijf dat alledaagse Volvo’s flink oppept en voorziet van een passende outfit. De baas van de tent waant zich de Ron Dennis van Scandinavië. Gelijk heeft hij, want deze Volvo S60 Polestar is dan wel een one-off, maar geen lucky shot. In 2010 reed een collega al in een C30 Polestar. Hij was laaiend enthousiast over de 400 pk sterke hatchback en noemde die zelfs een van de meest opwindende auto’s die hij in jaren had gereden. Dank je wel, Polestar.
Je kunt je voorstellen hoe hoog de verwachtingen zijn als we achter het stuur van deze schitterende S60 stappen. Het is een prototype, maar wat voor één. Hij heeft de ingetogenheid die bij een Volvo past, maar tegelijkertijd toont ie iets meer branie dan je van het voorzichtige merk verwacht. Gepeperde Volvo’s – zoals de 240 in rally-trim en de 850 T5R (in vanillegeel, graag) – presteerden altijd al beter dan dat je op basis van hun uiterlijk zou verwachten. Deze auto slaat wat dat betreft echt alles.
De Volvo S60 Polestar is aan de voorkant twintig millimeter breder dan standaard, achter veertig. Dat doet de toch wat iele lijnen van het origineel goed. Alleen het dak, de voordeuren en de motorkap zijn nog origineel. De voorschermen zijn van koolstofvezel, de windtunnel beval de ontwerpers een windsplitter aan de voor- en achterbumper te zetten. Het onderstel werd met drie centimeter verlaagd, achter de 19 inch Polestar-velgen zitten stalen remschijven met een diameter van 38 centimeter. De remklauwen herbergen liefst zes zuigers, dus de snelheid is er snel uit als het moet. De Michelin Pilot Sport-banden deelt ie met een andere Zweedse grootheid, namelijk Koenigsegg.
Wat maakt de Volvo S60 Polestar zo snel?
De ingetogen, vaalblauwe carrosseriekleur is het handelsmerk van Polestar, maar slechts de kleine schildjes in de grille verraden met wat voor geweldenaar je te maken hebt. Onder de kap ligt de bekende 3,0-liter zes-in-lijn, met 304 pk toch ook al geen stakker. Hij is door de drill-sergeants van Polestar afgetraind met de genoemde 501 pk tot gevolg. Er bleef maar weinig bij het oude, zeker voor dit enige prototype. De Garret-turbo, die de standaard drukvuller uit de T6 vervangt, levert 1,5 bar en wordt bijgestaan door een grotere intercooler. Het inlaatspruitstuk is van gefreesd aluminium. Een opgeboorde cilinderkop, sterkere zuigerstangen en een andere nokkenas maken het plaatje compleet. ‘Verder is ie helemaal standaard’, voegt een Polestar-ingenieur ons fijntjes toe.
Het subframe is van aluminium, de reactiestangen voor en achter zijn dikker geworden, de wieldraagarmen zijn aangepast, onder de auto hangt een rvs-uitlaat en tot slot zijn er drievoudig verstelbare raceschokdempers van Öhlins gemonteerd. Omwille van de gewichtsverdeling ligt de accu nu achterin. Nu de motor 575 Nm levert, bleek het nodig om de standaard automaat van de T6 te vervangen door een handbak van de sterkere diesels. Dit scheelt veertig kilo en dat is de helft van de totale gewichtsbesparing. De Volvo S60 Polestar weegt nu 1.640 kg. Nog één modificatie dan: de Haldex vierwielaandrijving krijgt hulp van een elektromechanisch limited-slip-differentieel.
Hoe gaat Volvo weer een rol spelen in dit segment?
Zoals de naam van dat laatste snuisterijtje al aangeeft, heb je niet alleen grip, maar ook de ruimte voor Spielerei. Robert Dahlgren, vroeger de pestkop van Jenson Button in de Formule 3, nu coureur voor Polestar Volvo, neemt me mee voor enkele rondes over het circuit. Het wordt snel duidelijk dat dit een Volvo is zoals die er nog niet geweest is. Hij verwoordt het als volgt: ‘Op dit moment jagen we vanuit de achterhoede, op zoek naar de grens. Zo gaan we weer een rol spelen’.
‘Je zult niet meer gewaarschuwd worden als je te dicht op je voorganger hangt, in plaats daarvan zit er een indicatielampje voor het optimale schakelmoment’
Ik begrijp wat hij bedoelt. De Volvo S60 Polestar zit op 80 procent van wat een M3, RS4 of C63 te bieden heeft. Vanaf 2.500 tpm krijgt de turbo grip op de versnelling en dat gaat in een rechte lijn door naar 7.100 tpm, het moment dat de toerenbegrenzer de boel afsluit. Het is een plezier om met de hand te schakelen. Nu eens niet van die Playstation-achtige flippers, maar gewoon ouderwets handwerk. Het voelt allemaal stevig aan, dit is mannenwerk. Het hele weggedrag is in balans en het samenspel tussen motor, versnellingsbak, koppeling en gaspedaal gaat vliegensvlug. Ga je abrupt van het gas, dan wordt het even spannend en bij het accelereren voel je het vermogen baldadig aan de voorwielen trekken. Altijd blijf je echter de enorme krachten de baas. Je hoeft niet bang te zijn voor rare fratsen in de wegligging, de instelbare elektrische stuurbekrachtiging werkt perfect. Nu reden we op een super-egaal circuit, dus hoe het zich op een pokdalige openbare weg houdt, weet ik niet.
Een stap dichter bij productiemodellen
Het interieur is de ingetogenheid zelf, zij het dat er aan de typische Volvo-stijl wat kwinkslagen zijn toegevoegd. Je zult nu niet meer gewaarschuwd worden als je te dicht op je voorganger hangt, in plaats daarvan zit er een indicatielampje voor het optimale schakelmoment.
Volvo heeft al aangegeven nu alleen nog maar in te zetten op viercilinder motoren. Daarom zullen er van deze auto maar tien gebouwd worden, die ook nog eens allemaal in Zweden blijven. De ontwikkeling van dit fraaie brok techniek moet met twee handenvol auto’s worden terugverdiend. Je hoeft geen econoom te zijn om uit te rekenen dat de uiteindelijke aanschafprijs astronomisch zal zijn.
En dan te bedenken dat de auto voortkomt uit de wens van een klant die na het zien van een C30 Polestar de fabriek verzocht zoiets ook met een S60 te doen. Daarom brengen we bij dezen een toast uit op die Grote Onbekende, op Volvo en vooral op Polestar.
Reacties