In Nederland hebben we verdacht weinig spreekwoorden en gezegden met het woord pudding – gek dat je daar nooit iemand over hoort. In het Engels zeggen ze ‘the proof of the pudding is in the eating’, waarmee ze bedoelen dat ondervinden het beste bewijs is. Dat is de reden waarom er verf op de F1-auto’s gesmeerd wordt tijdens de testdagen.

Slimme koppen spenderen uren en uren aan de aerodynamica van nieuwe F1-auto’s. Eerst achter de computer en daarna in de windtunnel. De teams hebben daarom al een redelijk idee van hoe hun auto presteert voordat ze de eerste echte meters maken, maar toch willen ze ook in de praktijk extra data hebben.

De verf op F1-auto’s heet Flow-Vis

Daarom kliederen de teams op testdagen met Flow-Vis (ook wel Flow Visualisation Paint genoemd). Dit lijkt op verf, maar eigenlijk is het olie met pigment. Verf zou te snel opdrogen. Deze Flow-Vis smeren ze op een plek waarvan ze de luchtstromen willen zien. Vaste kijkers weten dat teams dit al jaren doen.

Als de smurrie mooie rechte lijnen trekt, dan weten ze dat de lucht netjes langs dat deel stroomt. Zijn het warrige en bibberende lijnen, dan duidt dat op turbulentie. Ontbreekt het spul op een bepaalde plek of hoopt het ergens op, dan weet het team dat de lucht daar niet langs een deel stroomt. Daar zit dan een gat in de aerodynamica.

Het is geen precieze wetenschap

De Flow-Vis is niet zaligmakend. Je kunt bijvoorbeeld niet goed zien bij welke snelheid de verf is gaan lopen. Als de aerodynamica in orde is op hoge snelheid en niet op lage snelheid, dan weet je dat niet aan de hand van de verf op de F1-auto. Het is dan ook geen exacte wetenschap. De verf is er om in grote te lijnen te checken of het werk in de windtunnel succesvol was.

Bovendien hebben teams nog exactere manieren om de aerodynamica op de baan te testen. Zo zie je regelmatig F1-auto’s op testdagen rijden met enorme steigerwerken. In deze constructies zitten talloze sensoren om andere data te meten.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)