Een van de geneugtes van het spelen van racegames is dat je de gelegenheid krijgt auto’s te rijden die je normaal gesproken niet eens kunt aanraken zonder aan kop en kont de showroom uit gelazerd te worden. Oké, we kunnen stellen dat zelfs in 1999, toen ie nog echt ‘nieuw’ was, de VW New Beetle zelden figureerde in onze automobiele fantasieën. Dat maakte de komst van Beetle Adventure Racing voor de Nintendo 64 een des te grotere verrassing. Een verrassing die echter in het niet viel bij de verbazing over hoe goed het spel eigenlijk was.

Dit ondergewaardeerde juweeltje begon zijn leven kennelijk als Need for Speed 64, voordat iemand met een krijtstreeppak bij uitgever Electronic Arts een licentiedeal met Volkswagen sloot, waarschijnlijk tijdens een lunch die zo duur was dat de tranen er je van in de ogen zouden springen. De ontwikkelingsafdeling van de studio moest vervolgens een haakse linkerbocht nemen, waarna het spel een hotseknots-racer werd met compacte retro-auto’s.

Waarom was Beetle Adventure Racing zo’n goede game?

De verrassend competente besturing maakte handig gebruik van de voordelen van de analoge controller van de N64, wat de kern is van de reden dat het spel zo goed te spelen is. Het design van de circuits was top en de toevoeging van power-ups en nog zo wat dingetjes gaven Beetle Adventure Racing een geheel eigen karakter.

De game nam je mee naar vulkanische eilanden, behekste bossen en een circuit dat Coventry Cove heette. Het simpele gegeven dat dat een gloedvolle rit door een idyllisch Engels landschap was, en niet een eindeloze file in een naoorlogse, brutalistische nachtmerrie van gegoten beton, doet ons vermoeden dat de in Amerika gelegen gamestudio Paradigm Entertainment destijds nooit daadwerkelijk Coventry heeft bezocht.

Beetle Adventure Racing is er ook met een andere auto in de hoofdrol

Een wonderbaarlijke laatste draai aan dit verhaal wordt gegeven door het feit dat deze cultklassieker in Australië werd uitgebracht als HSV Adventure Racing. Hierbij werd de hoofdrol niet vertolkt door de Beetle, maar door de Holden Commodore musclecar met een 5,0-liter V8-motor, waardoor de lange wandeling naar de kassa voor Australische kids waarschijnlijk een heel stuk minder lullig voelde. Niet dat we daar jeugdtrauma’s aan over hebben gehouden, of zo…

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)