Met een soortgelijke drie-spelers-tegelijk-in-de-speelhal-opzet als Super Off Road, haalde Danny Sullivan’s Indy Heat het hotseknots-raceidee naar de wereld der fragiele formuleauto’s. Sullivan zelf was beroemd geworden toen hij in 1985 de Indy 500 won na een volle 360-graden slip te hebben gemaakt, dus hij was een gepast ijkpersoon voor dit nogal chaotische arcadespel.
Het spel was geïnspireerd op de kalender van de IndyCar uit de echte wereld en slaagde erin verrassend ingewikkeld ontworpen circuits, inclusief Long Beach en Burke Lakefront Airport, in een speelveld te schuiven dat waarschijnlijk minder pixels had dan het display op jouw oven.
Foutje, bedankt
Later bleek echter dat niets van dit alles officieel door IndyCar was goedgekeurd, dus de namen van de circuits en evenementen moesten op stel en sprong worden aangepast. Op de een of andere manier klinkt ‘Tradewest Speed Bowl’ toch net iets minder goed dan Indianapolis 500.
Tussen de races door kon je je zuurverdiende geld besteden aan het upgraden van je auto. Of, als je te verlamd was door twijfel, de ‘Danny’s choice’-optie pakken en Sullivan de upgrades voor je laten uitzoeken. Apart, aangezien Danny ook een van je tegenstanders op de baan was – toch een beetje alsof Lewis Hamilton even naar de pitbox van Red Bull loopt om Max te vragen of ie zijn auto misschien even voor hem wil afstellen.
Danny Sullivan’s Indy Heat vereiste wel strategie
Hoewel het spel er naar hedendaagse maatstaven simpel uitziet, was enig strategisch vernuft geen overbodige luxe. Je kon kalm en berekend, met een beheersbare snelheid over de circuits gaan in de hoop dat je auto heel bleef; of als een malloot tekeergaan, botsend tegen alle muren. Maar dan moest je wel een paar keer naar de pits om je auto op te lappen.
Onze favoriete tactiek, echter, was andere auto’s uit hun pitbox duwen en hun pitcrew platrijden voordat ze hun auto hadden kunnen repareren. Zie je? Pure strategie.
Reacties