Men neme de 1.793 pk van de Koenigsegg CCX en de Bugatti Veyron, uitgestrekt, verlaten Arabisch asfalt en een Stig die er zin in heeft. Doe een stap terug en wees getuige van de strijd der monstersportauto’s.
Hoe moet je de allergrootste supercars ter wereld vergelijken? Je doet het serieus, zo hoort dat. Je neemt ze mee naar de beste rijweg die je kunt bedenken, je geeft ze de ruimte en tijd om op volle snelheid te rijden, je zorgt er voor dat de politie de weg afsluit om risico’s voor publiek uit te bannen en dan ga je zitten duimen of The Stig komt opdraven.
Dat deed hij, natuurlijk, naar het scheen onaangedaan door de hitte van 45 graden celsius, dwars door de woestijn schrijdend vanuit de richting van Ayn al-Faydah naar de voet van de berg Jebel Hafeet. Deze 1.240 meter hoge kalkstenen bergtop is een van de meest spectaculaire plekken in de Arabische Golf, en rijst op uit de vlakten boven de stad Al Ain, twee uur ten oosten van Abu Dhabi, hoofdstad der Verenigde Arabische Emiraten. De uitzichten op de weg er naar toe zijn onvoorstelbaar en het is een verbazingwekkend uitziend geologisch wonder, maar dat kun je allemaal vergeten – de multistrooksweg die door ‘m heensnijdt op weg naar de top is fantastisch geëgaliseerd, de bochten magnifiek en uitdagend en afwisselend in scherpte en hevigheid. Als er een weg is die beter geschikt is voor The Stig, dan kan ik die niet bedenken. Laten we gaan.
Vlucht 8 van Etihad is ’s morgens op tijd geland om 7 uur 20, na een vlucht van bijna vijfduizend kilometer vanaf Frankfurt. Toen de passagiers het vliegtuig verlieten, de aankomsthal in van het vliegveld van Abu Dhabi, had niemand kunnen raden wat er in het laadruim van hun Airbus A340 stond. Dat was een felrode Koenigsegg CCX, zo’n slordige miljoen euro aan Zweedse supercar. Etihad was zo vriendelijk een exemplaar in te vliegen (zie kader) aangezien geen van de vier Koenigseggs in de Golf-regio beschikbaar was. Al snel pruttelde hij van het vliegveld af, direct op weg naar Al Ain voor een ontmoeting met de heersende supercar in het Midden-Oosten – en waar dan ook: de Bugatti Veyron.
Als we de Amerikaanse Shelby SSC Ultimate Aero buiten beschouwing laten – de productie van dat model laat nog op zich wachten – zijn de Veyron en CCX de snelste auto’s ter wereld. Koenigsegg claimt op een privé-circuit met een CCX-R een snelheid te hebben behaald van 418 km/u, terwijl de officiële top van de 1,8-miljoen euro kostende Veyron ligt op 407 km/u. De Koenigsegg heeft ‘slechts’ 806 pk tegenover de minimaal 1.001 van de Veyron, maar dan moet wel worden opgemerkt dat de Zweed veel lichter is (1.473 kilo versus 1.888 kilo) en beter gestroomlijnd. De Koenigsegg is niet bang voor zijn Frans-Duitse rivaal.
‘De Veyron leenden we van een privé-eigenaar aangezien Bugatti geen goedkeuring of ondersteuning geeft aan enige vergelijking waarin een van zijn auto’s meedoet’
Ik hoefde alleen maar The Stig als eerste te laten rijden en er zelf zo’n beetje armzalig bij in de buurt proberen te blijven. De Veyron, het enige compleet witte exemplaar ter wereld, leenden we van een privé-eigenaar aangezien Bugatti geen goedkeuring of ondersteuning geeft aan enige vergelijking waarin een van zijn auto’s meedoet. Idioot natuurlijk, maar wat moet je? Stig maakte het niets uit. Hij rijdt met alles wat hem wordt overhandigd.
Hij vertrok in de hitte, auto’s verruilend, langere periodes verdwijnend, dan weer overstappend, wandelend van de ene naar de andere zonder ook maar de minste energie te verkwisten. De steile wanden van Jebel Hafeet weerkaatsten de klanken van een V8 met dubbele compressor en een W16 met vierdubbele turbo, vergezeld slechts van licht gepiep of gegier van banden. Nooit gillend gekrijs, niets dat shockerend was. Slechts hard, precies en snel stuurwerk. The Stig vermeed ongelukken met de Koenigsegg – kijk op You Tube – maar haalde desondanks duidelijk alles uit de kast. Hij maakte er serieus werk van. Na een volle veertig minuten leek-ie tevreden. Hij liep weg, in de richting van Al Maqam.
Mijn beurt. Ik wou dat Stig kon schrijven, dat zou me veel tijd schelen. Maar het is geen straf om jullie iets over deze uitzonderlijke auto’s te vertellen.
Om te beginnen de Veyron. Je zult wellicht eerder over hem hebben gelezen, je hebt hem misschien door Europa zien racen of het op zien nemen tegen een straaljager op televisie. Niets van dat alles kan je voorbereiden op de schok van acceleratie die je ondergaat als je gas geeft en 1.001 pk en 1.253 Nm aan koppel loslaat. In 5,5 seconde rijd je 160 km/u en 240 km/u kost maar 9,7 seconde. Dat is ongeveer dezelfde tijd die een Lexus IS-F nodig heeft om 160 km/u te bereiken. Waanzin. De Bugatti is weergaloos snel, met zijn razernij die hij opwekt in een gigantische vlaag turbodruk. Deze 8,0-liter W16 zou verbazingwekkende prestaties leveren zonder turbo’s. Maar hij heeft ze. Cool.
De weg naar Jebel Hafeet opslokkend, klikkend met de subliem snelle en zeer effectieve, flipperbediende sequentiële bak wordt onmiddellijk duidelijk dat deze auto meer is dan een speeltje voor een rechte weg. Met zijn vierwielaandrijving heeft hij enorm veel grip als je de bocht uit accelereert, al knippert het controlelampje vrijwel onmiddellijk als je een beetje zware rechtervoet hebt. Nog indrukwekkender is van richting veranderen – je krijgt een goede indruk van wat de banden doen en het gevoel te zijn ‘vastgeklonken’ overheerst – een soliditeit die het gevolg is van vele duizenden uren testen en geld-is-geen-bezwaar ontwikkeling door experts. De besturing is ietwat doods, op de Mercedes-manier, maar de balans is in orde. Hij is bovendien wonderbaarlijk stil en geraffineerd, de Veyron. Er zit heel wat motor achter je hoofd, maar die is nooit luid of opdringerig. Je kunt hier vele honderden kilometers mee afleggen zonder vermoeid te raken, zoals Jeremy liet zien toen hij tegen James in zijn vliegtuig streed.
‘Hij is ruw, deze Zweed – agressief, luidruchtig tot op het niveau van gehoorbeschadiging als hij toeren maakt en in veel opzichten een circuitauto met weinig vergevingsgezindheid’
De Koenigsegg is andere koek, en binnen enkele seconden snapte ik waarom zoveel eigenaren van een Koenigsegg ook een Veyron bezitten. Het is de ideale combinatie – de Veyron is een alleskunner, de Koenigsegg een racer. Hij is ruw, deze Zweed – agressief, luidruchtig tot op het niveau van gehoorbeschadiging als hij toeren maakt en in veel opzichten een circuitauto met weinig vergevingsgezindheid en een directe natuur. Had ik al gezegd dat hij luidruchtig is? Dat is hij, erg luidruchtig. Maar waarom zou hij dat niet mogen zijn? Dit is een supercar, geen winkelwagentje, en het is nu ook weer niet zo dat zijn 4,7-liter V8 met dubbele compressor vervelend klinkt. Hij klinkt geweldig, zonder die vermoeiende compressorhuil die je meestal hoort bij dergelijke motoren. Het is een ondubbelzinnige V8-kreet.
Trap het gas wild in en de hele auto schiet onmiddellijk naar voren, knal. Doe dat in de Veyron, dan zal de computer daar eens even voor je over nadenken, de turbo’s komen op druk en dan word je afgeschoten naar een andere dimensie. Dat neemt niet heel erg veel tijd in beslag, maar je hebt het in de gaten en het gaspedaal is een heel klein beetje donzig. Het gaspedaal in de Koenigsegg daarentegen is als een precisie-instrument dat zich kan aanpassen aan de kleine doses die je wenst. Dit is een pure rijdersauto.
Zelfs nog indrukwekkender is hoe de auto rijdt. Fenomenaal. Ik vond een paar opgebroken stukken aan de voet van de berg en de Zweed gleed er werkelijk overheen. Hij is verre van oncomfortabel – het is een schitterend ontworpen machine en de subtiliteit verraste me oprecht.
Bovenal echter is hij immens snel. Het geluid van de motor is belachelijk en de snelheid, nou ja, hoe zal ik het zeggen? Een Duits tijdschrift testte onlangs 0–300–0 km/u en klokte de CCX op 29,2 seconden. Er was geen Veyron in de buurt – Bugatti weigert mee te werken – dus was de eerstvolgend snelste de McLaren SLR722. Tot 200 km/u ging dat gelijk op, maar vanaf daar was het Zweedse beest 6,5 seconde sneller op 300 km/u. Dat is veel en zegt alles over de ontzagwekkende prestaties van de auto.
Hij is waarschijnlijk nog niet zo snel als een Veyron, maar veel scheelt het niet. Belangrijker dan pure snelheid is hoe de CCX aanvoelt tijdens het rijden: perfect gebalanceerde besturing, een bijzonder wendbaar, lichtvoetig onderstel in bochten en dat magische rijgedrag. Het is werkelijk een briljant staaltje werk, dat vooral niet moet worden onderschat. Houd er maar rekening mee dat we er binnenkort weer mee gaan rijden.
Welke auto wint dit wedstrijdje dat een eind moet maken aan alle wedstrijdjes?
Uiteindelijk is dat de Veyron, omdat hij waarschijnlijk het grootste wapenfeit is uit de complete automobielgeschiedenis. Hij is niet zuinig, nee, en allesbehalve groen, maar allemachtig, hij is snel en die indrukwekkende snelheden combineert hij met comfort in het interieur en een plezierige, ontspannen ambiance als je geen haast hebt. Als je toevallig een Koenigsegg voorbij ziet komen als je in je Bugatti zit, dan weet je dat de bestuurder meer lol heeft, meer opwinding beleeft, maar dat kan je dan gewoon niks schelen. Want als je zou willen, dan kun je hem hebben. De Veyron is de baas. En zal dat waarschijnlijk altijd blijven.
Reacties