De Lexus IS 250C is niet zo sportief en meeslepend als de 3-serie of A5 cabrio. Daarmee creëert-ie wel een eigen, rustgevend zen-hoekje in het segment van de vierpersoons cabrio’s.
 
De bouwkwaliteit van Lexus staat buiten kijf. Auto’s van vijftien jaar oud zien er wat betreft het interieur vaak uit alsof ze gisteren van de band zijn gerold. Ook de betrouwbaarheid en het comfort van deze super-Japanners zijn bijna spreekwoordelijk in de autowereld. Helaas geldt die reputatie niet ten aanzien van het ontwerp en de beleving. Lexussen (of Lexi) zien er vooral uit als auto’s waarvan de Japanners denken dat Amerikanen ze mooi vinden. (Wat vaak ook zo is, maar die styling wordt hier in Europa weer niet altijd gepruimd.) Ook toveren de wegligging en motorkarakteristiek slechts in een enkel geval een glimlach op het gezicht van hun berijders. Of het moet de gelukzalige glimlach zijn van de tevreden pensionado die zijn midlife-crisis zonder kleerscheuren is doorgekomen.
 
Niet verwonderlijk, dus, dat Lexus vooral oudere kopers trekt. De modellen missen de vitaliteit en sportieve inborst van merken als Audi of BMW, die met hun snelle motoren en spijkerharde wegligging vooral appelleren aan mannen die nog iets te bewijzen hebben. Ook met de Lexus IS 250C vaart Lexus zijn eigen koers. Sterker nog: de cabriolet is bewust nog iets comfortabeler gemaakt dan de sedan. De besturing bijvoorbeeld is zo afgesteld dat-ie minder direct en scherp reageert op stuurbewegingen. Ondanks dat de motor ruim 130 kilo meer gewicht mee moet zeulen, hebben ze ‘m niet dat kleine beetje extra vermogen gegeven om de auto net zoveel pit te geven als de sedan. Daardoor accelereert de ruim 1.700 kilo wegende Lexus van 0 naar 100 km/u in 9,0 seconden. Geen toptijd voor een 208-pk sterke zescilinder.
 
De lusteloos aanvoelende motor is wat ons betreft dan ook de grootste makke van de Lexus. Onder de 3.000 toeren gebeurt er weinig en wanneer je dan eindelijk een beetje voorwaarts lijkt te bewegen, merk je aan alles dat-ie het tegen z’n zin doet. Waar de motoren van de Audi A5 en BMW 3 cabrio het uitgillen van plezier, klimt de Lexus met een klaaglijk raspend geraas in de toeren. Wanneer er een bocht opduikt en het rempedaal wordt ingetrapt, voel je onmiddellijk z’n zwaarlijvigheid. Bij het naderen van een kruising word je na een sportief stukje rijden soms ingehaald door een verstikkend wolkje remstof ten teken dat de remblokken het tamelijk zwaar hebben gehad.
 
Ook in de bochten kan de IS 250C zijn loomheid niet afschudden. In combinatie met z’n weinig opwindende elektrische besturing houd je het hardrijden in de IS 250C snel voor gezien.
 
Daarom leggen we ons neer bij de situatie en doen dát waarvoor de auto is gebouwd: soeverein zoevend naar de kust met gesloten dak en daar de boel opengooien. Dat gaat snel. Binnen twintig seconden is de kap eraf en nog eens twintig seconden later zit-ie weer dicht. Lexus geeft hoog op van de bagageruimte en die is dan ook inderdaad riant. Met een inhoud van 420 liter is hij zelfs ruimer dan die van de sedan en tevens de ruimste in het segment van de vierdeurs cabrio’s. Er is daardoor plek voor twee fikse golftassen. Met geopend dak blijft er 165 liter bagageruimte over. Er kan dan nog altijd één golftas mee – maar dat is dan ook wel het enige. Door de rechthoekige vorm van de overgebleven ruimte is er geen plek voor een krat bier of een brede tas.
 
De IS 250C lijkt veel op de sedan. Desondanks deelt de cabrioletvariant alleen de motorkap, koplampen, portiergrepen en buitenspiegels met dat model. Alle overige carrosseriepanelen zijn herontworpen. Andere verschillen ten opzichte van de sedan zijn onder andere nieuwe mistlampen, nieuwe achterlichtunits met led-verlichting en een smalle spoiler op de kofferbak. In gesloten toestand vinden we de auto desondanks geen echte schoonheid. Dat auto’s met een tweedelig stalen klapdak een dikke achterkant hebben, is bekend, maar hét grote voordeel van een driedelig dak zou moeten zijn dat de dikke kont tot het verleden behoort. In de Lexus vinden we ‘m nog behoorlijk stevig en bovendien lijkt daardoor de daklijn te laag.
 
Het andere voordeel van het driedelige dak heeft Lexus wel uitgebuit. De voorruit loopt niet ver door naar achteren, zodat je met geopend dak echt het gevoel hebt dat je buiten zit. Ook het windgeruis is minimaal. Tot 130 kilometer per uur voel je met het optionele windscherm hooguit een briesje op je kruin. Ook zonder windscherm is het goed uit te houden. Zelfs de achterpassagiers worden door de goede aërodynamica van de Lexus nagenoeg compleet gevrijwaard van windinslag. Goed nieuws voor vaders die nu nog regelmatig worden geconfronteerd met snotterende cabriokoters.
 
Het interieur van de IS 250C lijkt eveneens veel op dat van de sedan, maar is op tal van punten aangepast en verbeterd. Zo is het ontwerp van de instrumentenoverkapping gewijzigd om de zichtbaarheid van de instrumenten te verhogen wanneer er open wordt gereden. Ook de klimaatregeling is speciaal aan het open rijden aangepast. Daarnaast zijn de twee achterste zitplaatsen drie centimeter verder naar binnen geplaatst, waardoor de hoofdruimte toenam en ook de beenruimte is riant voor een auto van dit kaliber.
 
De Lexus IS 250C zit qua beleving in z’n eigen, rustgevende zen-centrum. Want rijden met deze auto is vóór alles een rustgevende ervaring. Met het dak gesloten is de IS 250C nagenoeg even stil als de IS 250 sportsedan, onder meer door toepassing van geluiddempend voorruitglas. Met geopend dak is het heerlijk comfortabel en stil zolang de snelheden binnen de wettelijke grenzen blijven.
 
Wie het bij hogere snelheden koud krijgt met geopend dak, zet gewoon de stoelverwarming hoger. Deze verwarmt niet alleen het zitvlak, maar heeft ook extra warmtezones bij de bovenrug. De stoelen zijn bovendien achtvoudig te verstellen en een verstelbare lendensteun maakt het zitcomfort compleet. Bedankt Lexus. We weten nu dat we ook als we twintig jaar ouder zijn nog steeds ergens terecht kunnen als het gaat om prettig open rijden.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear