Beetje dom 1: Maybach

Medio jaren ’90 van het vorige millennium vond een genie bij Mercedes-Benz dat Mercedessen niet chic genoeg waren voor de puissant rijken der aarde. En dus werd besloten het ooit roemrijke merk Maybach nieuw leven in te blazen. Het resultaat: twee extreem luxe, extreem lelijke en bovenal extreem dure auto’s, de 57 en de 62. Op een paar blinde oliesjeiks na wilde niemand ze hebben. De economische crisis deed de rest en Maybach werd uit zijn lijden verlost. Een beetje dom, maar extreem megalomaan project dat Mercedes extreem veel geld heeft gekost. Al is het merk inmiddels weer (soort van) actief als luxelabel en gloort er iets moois aan de horizon.

Beetje dom 2: T-Ford

In 1908 lanceerde Henry Ford de Model T, de auto die de wereld veranderde. Briljant, betaalbaar, betrouwbaar en altijd zwart. De jaren verstreken en de concurrentie zat niet stil. Het verhaal wil dat werknemers in 1912 een modernere versie bouwden, om Henry te overtuigen van de noodzaak van modernisering. Hij schijnt de auto met zijn blote handen vernield te hebben. In 1925 was de T nog altijd zo goed als ongewijzigd en werd Ford door bedrijven als Dodge en General Motors letterlijk en figuurlijk links en rechts ingehaald. In 1929 kwam Ford eindelijk met de opvolger, de A, maar toen was het leed al geschied. Ford, tot dan toe steevast marktleider, is sindsdien nooit meer eerste geweest.

Beetje dom 3: Mercedes A-klasse

Niet slim: met een revolutionaire nieuwe kleine auto komen, naar eigen zeggen meer dan een miljoen testkilometers maken en niet één keer een uitwijkproef doen (al dan niet om een eland heen). Een Zweedse krant deed dat wel, de A-klasse viel om en de rest is geschiedenis. De terugroepacties en aanpassingen hebben Mercedes miljoenen gekost, de imagoschade een onberekenbaar veelvoud daarvan.

Beetje dom 4: Jaguar X-Type/Saab 9-3

Synergie: vloek en zegen tegelijk. Waar VW al decennia diverse merken en types bouwt met exact dezelfde componenten en daar uitstekende zaken mee doet, gingen Ford en GM bijna ten onder aan hetzelfde idee. Jaguar bouwde op basis van de Mondeo de X-Type, Saab deed hetzelfde met een Vectra en noemde hem 9-3. De potentiële  clientèle zag geen échte Jaguar of Saab, maar een veel te dure Mondeo of Vectra in travestie. En liet de auto’s zó massaal links liggen dat Jaguar ternauwernood overleefde en Saab het loodje legde.

Beetje dom 5: Hummer

Het leek zo’n tof plan. De Amerikaanse troepen veegden tijdens de Eerste Golfoorlog de vloer aan met de Irakezen – waarom niet de trots van het Amerikaanse volk strelen met (een burgerversie van) de auto waarmee dat gebeurde? In het begin liep het nog aardig, maar toen toen de Amerikanen dat gedoe in de woestijn beu werden, de benzineprijzen ook in de VS de pan uitrezen (zéér relatief dan) en de Hummer door bijna elke aardbewoner werd gezien als hét automobiele equivalent van een opgestoken middelvinger, was het sprookje, even vlug als het begonnen was, voorbij.

Beetje dom 6: Ferrari 208/308 GT4

Dat de beeldschone Ferrari (of eigenlijk Dino) 246 GT een groter broertje mét achterbank moest krijgen, was het probleem niet. Wél dat Ferrari de ontwerpopdracht niet gaf aan huisstilist Pininfarina, maar aan Bertone. Het resultaat was niet rond en elegant, maar hoekig en agressief. Het viel, zacht gezegd, niet in goede aarde; tot op de dag van vandaag is de 208/308 GT4 – op de volop verguisde Mondial na – de goedkoopste Ferrari die je tweedehands kunt krijgen.

Beetje dom 7: Reliant Robin

Goed, het is niet eerlijk om degene die ooit bedacht heeft dat de Reliant Robin een goed idee was de schuld te geven. Er waren al eerder auto’s met twee wielen achter en eentje vóór, vooral omdat je ze in Engeland mocht rijden zonder autorijbewijs). Hoewel de verantwoordelijke slechts diepe hoon verdient, moeten we hem ook dankbaar zijn: dankzij zijn niet zo heel slimme beslissing kon Jeremy Clarkson een van zijn meest hilarische reportages maken.

Beetje dom 8: Namen

Een Top 10 op zich, om niet te zeggen een Top Eindeloos. Een naam verzinnen is best moeilijk (elke ouder kent het probleem), maar er zijn namen waarvoor geen excuus bestaat. Mitsubishi Pajero (‘rukker’ in het Spaans). Ford Pinto (‘klein piemeltje’, in het Portugees). Chevrolet Nova (‘rijdt niet’ in het Spaans). Fiat Croma (‘want hij spettert niet’, aldus F. Jacobse in een Bucklertje avant la lettre). Toyota MR2 (Merde, ofwel poep in het Frans). AMC Gremlin. Mazda LaPuta (‘hoer’ in zo’n beetje elk Latijn-georiënteerd land). Of Peugeot Bipper (stom in elke taal). Om over doodsaaie ellende met namen als Grandeur, Applause of Carisma maar te zwijgen.

Beetje dom 9: Volkswagen Phaeton

Een heerlijke auto, die Phaeton. Alles wat je verwacht van ‘VW maakt een S-klasse’: briljante afwerking, maar niet té. Fraaie styling, maar je herkent er een Passat in. En daar zit ‘m net de kneep: niemand gaat S-klasse-prijzen betalen voor een Passat met kapsones, niemand wil één-ton-plus betalen voor een Volkswagen. Dat had iedereen kunnen bedenken, behalve toenmalig topman Jürgen Schremp. Beetje dom…

Beetje dom 10: Fiat Multipla

Designdrama dat in zo’n beetje elke denkbare Top 10 met een niet al te positieve insteek past. Iedereen waarschuwde Fiat vooraf dat het uiterlijk van de Multipla elk succes van de auto onmogelijk maakte. Maar ja: Italianen, hè – trots en koppig. Een van de weinige auto’s waarvan de berijder tot op de dag van vandaag van de weg gelachen zal worden.

Reacties

  • Jaco van der Mik heeft op 1 februari 2021 geschreven:

    De Jaguars X en S-types waren wel een groot succes in Amerika. In 2002 werden daar 61.204 Jags verkocht. In 2009 nog 11.955

    Reageer
  • Sven heeft op 31 januari 2021 geschreven:

    https://en.m.wikipedia.org/wiki/J%C3%BCrgen_E._Schrempp

    Schrempp heeft nooit bij Volkswagen gezeten, de Phaeton was een megalomaan project van ene Ferdinand Piëch.

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)