De afgelopen jaren zijn er in de autowereld zo’n 146 niches ontstaan tussen de geijkte segmenten. Zo ook de ‘vierdeurs coupé’. BMW is in dat hoekje vanaf nu present.
Keuzes. Je kunt er nooit genoeg hebben. Iemand die op het punt staat een euroton aan een schitterende auto uit te geven, of zijn leasemaatschappij te vragen dat voor hem te doen, wil bij de dealer vooral geen uitgestippelde paden tegenkomen. Hij wil uit kilometerslange lijsten met uitvoeringen, opties en kleuren kunnen kiezen, zodat hij voor zijn geld in ieder geval in iets bijzonders rijdt, iets wat hij persoonlijk aan zijn smaak heeft aangepast.
Natuurlijk was de realiteit tot voor kort dat deze mensen alsnog allemaal in precies dezelfde auto terechtkwamen: een dik aangeklede A6, E-klasse of 5-serie in het zwart of donkerblauw met een sobere kleur leer en beschaafde velgen. Anders zou je als nette zakenman maar te veel opvallen. Om binnen deze ongeschreven regels toch wat extra mogelijkheden te bieden, ontstond er een trend bij autofabrikanten om de krappe ruimtes tussen hun bestaande modellen op te vullen. Verschillende aparte creaties zagen het daglicht, zoals crossover-SUV-achtigen en ondefinieerbare giganten als de 5-serie GT.
We hebben nooit echt begrepen wat die 5 GT precies in het BMW-gamma doet. Hij is groot en ruim, maar het is geen stationwagen, en ook geen crossover of SUV. Het is meer een soort uit de kluiten gewassen hatchback in een segment waar zoiets totaal ongepast is. Hij rijdt heerlijk, daar niet van. Maar raar is ie wel. We zien ‘m ook niet erg vaak rijden.
Dan hadden ze het bij Mercedes beter bekeken. Met hun CLS, die ze nog altijd liefkozend ‘vierdeurs coupé’ noemen maar waarvan iedereen ziet dat het een extra sierlijke, extra platte sedan is, scoorden ze op relatief grote schaal en stookten ze het vuur goed op bij andere fabrikanten. Porsche kwam met de Panamera, Aston Martin met de Rapide. Na enige tijd gaf ook Audi toe dat de Stuttgarters een goed idee hadden, waarna de A7 op de markt verscheen. En nu, terwijl de CLS al ruimschoots aan z’n tweede generatie is begonnen, is BMW eindelijk ook in het lange, lage schuitje te vinden.
Het was de bedoeling om al eerder in te stappen. In 2008 toonde het merk de prachtige CS Concept, die moest gaan knabbelen aan de topklasse waar de Porsches en Maserati’s de dienst uit maken. In verband met de oprukkende crisis kwam aan dat project een eind, waarna BMW besloot om het alsnog te gaan proberen, maar dan in een lager segment.
Zie hier de auto die het moet gaan doen. Z’n naam is Gran Coupé; 6-serie Gran Coupé. Hij heeft de snuit en kont van de tweedeurs 6-serie, maar de langere wielbasis van een 5-serie, en een lengte en breedte die zelfs aardig in de buurt komen van een 7-serie. Het is alsof BMW de stijl en road presence van die auto wilde combineren met de frissere looks en sportievere insteek van de kleinere modellen. Dat was inderdaad precies de bedoeling, zeggen de ingenieurs grijnzend wanneer we dit vermoeden uiteenzetten.
Dat de 6 Gran Coupé groot is, is een feit. Dat ie nóg groter lijkt door z’n lage dak en slim gekozen lijnen, valt evenmin te betwisten. Ook wanneer je in het interieur plaatsneemt, is de overweldigende eerste indruk: wat een gigantisch ding. In de bestuurdersstoel voel je je knusjes ingebouwd door de hoge flanken en het imponerende dashboard, met een middenconsole die nog net niet tot aan je schouders reikt. We voelen ons kleine jongetjes die over een schutting proberen te loeren. Ondertussen maakt de breedte van het interieur het er ook al niet overzichtelijker op. Handig is anders, maar iemand die een handige auto zoekt, koopt maar gewoon een 5-serie.
‘Bij zo’n grote en zware machine verwacht je het weggedrag van een moerasboot, maar BMW heeft een flink blik trucs opengetrokken’
Een voordeel van de lage zit is dat er geen enkel gebrek is aan hoofdruimte. Ook achterin niet. In tegenstelling tot de CLS en Panamera kun je in de Gran Coupé met drie man op de achterbank plaatsnemen, al moet de middelste zich wel in een spagaat opstellen door de hoge middentunnel. De twee buitenste passagiers hebben juist beenruimte te over. Waar je ook gaat zitten, je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat de Gran Coupé een vlotte jongen is die niet van plan is om zich als een statige limousine door het verkeer te bewegen. Hij lijkt een zekere dosis betrokkenheid van z’n inzittenden te eisen.
Voorlopig is de Gran Coupé er slechts in twee zescilinder turbo-uitvoeringen: als 640i en 640d. Later in 2012 komt daar de 650i bij, met een flinke benzine-V8, en wie weet volgt er daarna ook nog wel een M-versie. De meest verstandige optie die je nog wel enigszins aan je vrouw kunt uitleggen, de 640d, heeft de 3,0-liter biturbo zes-in-lijn die we kennen uit alles van de 3- tot de 7-serie. Een machtig en krachtig blok.
Als je enige kennis hebt van de verbrandingsmotor, en jezelf probeert voor te stellen wat er zoal onder die lange motorkap gebeurt wanneer je het gas intrapt, weten we zeker dat je hoofd bij de eerste poging zal exploderen. Het is met gezond verstand niet te bevatten hoe natuurlijk en vanzelfsprekend de 640d Gran Coupé zich voortbeweegt. Soepel als een antilope strekt ie z’n benen, onverzettelijk als een dolle neushoorn dendert ie over de weg.
Maar we willen benzinegehuil horen. Meer toeren maken, vaker tanken, dat werk. Dus stappen we in de 640i. Het geheel voelt hier wat minder ontspannen aan. De achttraps automaat moet wat harder werken, de motor stoomt lekker door tot 7.000 toeren. Er is minder koppel dan bij de diesel, maar je krijgt er een ietwat lichtere neus en zoetere muzikale begeleiding voor terug. Deze karakteristiek past bij de Gran Coupé als slagroom bij een strudel, wat overigens ook meteen maar de kleurstelling is die BMW voor het interieur van onze testauto koos. Apart.
Het Siciliaanse asfalt waarop we de 640i uitproberen, is ongeveer zo glad als de kapsels van de lokale capi. We hoeven maar naar een bocht te kijken en de auto gaat al dwars. Dat is op zich erg vermakelijk, maar het kan op smalle paden ook wel eens voor hachelijke momentjes zorgen. Dat de Gran Coupé aanvoelt alsof ie drie meter breed is, helpt daar niet echt bij. Wat wel opvalt, is hoe wendbaar de auto is. Bij zo’n grote en zware machine verwacht je het weggedrag van een moerasboot, maar BMW heeft voor deze Gran Coupé een flink blik trucs opengetrokken.
Uit de wirwar van benamingen voor BMW’s elektronische hulpmiddelen – Adaptive Drive, Dynamic Drive, Dynamic Damping Control, Driving Experience Control – worden we niet echt wijs, maar het komt erop neer dat de achterwielen van de Gran Coupé meesturen in de bochten, dat de schokdempers elektronisch te regelen zijn en dat de stabilisatoren in bochten actief meewerken om de carrosserie recht te houden. Dit laatste doen sommige andere fabrikanten, zoals Mercedes, door de demping aan één kant te verstevigen. BMW’s methode is prettiger, omdat het eerlijker en minder kunstmatig aanvoelt.
Hét spektakelstuk van de huidige generatie BMW’s is wat ons betreft nog altijd het instelbare onderstel. Van deinende luxemobiel tot ruggengraatmeppende sportwagen, het kan allemaal, en de verschillen zijn groter dan bij welk ander merk ook. Naast de vering en demping transformeren ook de besturing, de transmissie en het gaspedaal met een druk op de knop. Wil je tot rust komen of juist flink opschieten, je auto doet met je mee. Het is waanzinnig.
Een klein irritatiepuntje: dezelfde tuimelknop waarmee je de sport- of comfortmodus instelt, heeft ook een Eco Pro-functie waarin bijvoorbeeld de airco in een zuinige stand springt, de motor niet meer dan zeventien toeren maakt en het gaspedaal aanvoelt alsof iemand er een baksteen onder heeft gelegd. Selecteer deze stand per ongeluk, en je zult de Gran Coupé mogelijk uit pure ellende tegen de eerste de beste boom parkeren. De Eco Pro-stand is voor mensen die een moeizame en vervelende rijervaring wensen in ruil voor een fractioneel lager verbruik. We denken dat zij beter meteen een ander soort auto kunnen kopen.
Is de 6-serie Gran Coupé de zoveelste overbodige aanvulling op het steeds verder uitdijende Duitse premiumprogramma? Feitelijk wel, maar wanneer je erin rijdt, vergeet je die logische redenering. Hij voelt simpelweg speelser aan dan een 5-serie, is toch bijna even praktisch (de achterbank kan ook plat, jazeker), terwijl ie een stuk opvallender en begeerlijker is. Het is, met andere woorden, een auto die stevig door je emoties weet te roeren. Je kiest ‘m met je hart. En laat aan dat soort auto’s nu eens een groot gebrek zijn onder de luxere sedans.
BMW 640i Gran Coupé
15/20
Cijfers
0-100 km/u: 5,4 s
Top: 250 km/u
Verbruik: 7,7 l/100 km
Motor: 2.979 cc, zescilinder turbo benzine
Aandrijving: achter
Vermogen: 320 pk
Koppel: 450 Nm
Gewicht: 1.825 kg
CO2: 179 g/km
Prijs
NL € 94.400
BE € 84.000
Vonnis
Veel meer een feel good-auto dan een 5-serie sedan, veel slimmer en praktischer dan een 6-serie coupé, en dan is er nog dat uiterlijk. De 6 Gran Coupé is zeer geslaagd
Reacties