Pak de rookmachine. Deze Duitsers vreten alleen vers rubber.
Dit zijn de auto’s die iedereen denkt te kennen. De overal clichématig dwars gefotografeerde BMW M en de op dezelfde manier uitgemolken en universeel briljante Porsche Cayman. Maar dit jaar staan de zaken er anders voor. Soort van. Daar komen we later op terug.
Het grote nieuws is dat BMW’s uithangbord van het M-label niet langer een M3 is. De coupé heet nu M4, terwijl de vierdeurs variant de iconische M3-badge blijft dragen. Dat is niet alles. De zes-in-lijn maakt een welkome comeback en dit keer is hij voorzien van een turbo. Een dubbele turbo om precies te zijn, met 431 pk vermogen en 550 Nm trekkracht. De technici hebben de motor voorzien van een slim systeem om het turbogat te voorkomen en de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik zijn verbeterd. Dit is een M-model voor de moderne wereld. Sneller dan voorgaande M-auto’s, maar met een iets planeet-vriendelijker, door efficiëntie geleide en via turbo’s beademde motor onder de kap.
Ook over deze Cayman is wel iets bijzonders te vertellen. We hebben de gloednieuwe GTS bij ons (met een behoorlijk steviger prijskaartje: in Nederland pakweg 10.000 euro hoger dan dat van de S). Het is de eerste keer dat het legendarische Gran Turismo Sport-embleem op de achterkant van de nederigste Porsche coupé is geplakt. Zoals altijd bij Porsche zijn de drie letters niet alleen voor de show. Het vermogen is met 15 pk toegenomen tot 340 pk en de trekkracht steeg met 10 Nm tot 380 Nm. Bovendien rust Porsche de GTS standaard uit met het Sport Chrono-pakket. Dat is Stuttgarts prestatie-bevorderende mix van systemen waaronder een slim pakket actieve motorsteunen die de stijfheid verhogen. Voor als je in bochten echt op de deurgrepen rijdt.
Tsjonge jonge, wat voelt deze auto als een handschoen als je erin stapt. Het interieur van de GTS biedt weinig verrassingen, maar de prettige andere kant van die medaille is de instinctieve wijze waarop je deze auto bedient waardoor je je er meteen vertrouwd mee voelt. Draai het contact om, zet de pdk-pook in Drive, druk op alle Sport-knoppen die je maar kunt vinden en ga op het gaspedaal staan. De GTS is verslavend makkelijk te rijden. Binnen twee bochten ga je op een comfortabele manier al ontzettend hard. Tot nu toe dus niets bijzonders. De mate van humor die de nieuwe sportuitlaat van de GTS toevoegt is wel verrassend: de Cayman ploft en kraakt nu op een manier zoals de besten dat doen. Dit is een Cayman met een extra dosis karakter.
De rest is net zo voorspelbaar briljant als altijd. Voordat je met je ogen gaat rollen: de waarheid is dat de GTS op het circuit subliem presteert. Hij heeft simpelweg geen grote tekortkomingen. Een messcherpe gasrepons, een perfect uitgebalanceerd chassis, de excellente pdk en een richt-en-schiet-besturing. Daarbij grijpt de stoel je op precies de juiste plaatsen vast. Hoe krijgt Porsche het toch voor elkaar om een auto te bouwen die zo vaak zo juist aanvoelt? Het enige puntje van bescheiden kritiek is het feit dat het onderstel altijd lijkt te smeken om meer vermogen. Dat komt alleen doordat het zo bizar goed is. Alles voelt natuurlijk.
Wat niet gezegd kan worden over bepaalde aspecten van de M4. De BMW voelt door de turbo’s letterlijk dwangmatiger aan. Hoewel het anti-turbogat-systeem echt slim is – het zorgt ervoor dat de turbo’s altijd minimaal 120.000 toeren draaien waardoor je instant druk en dus trekkracht hebt wanneer je maar wilt – voelt de motor nooit zo reactief als die in de atmosferisch aangedreven Porsche. Een spectaculair staaltje techniek, maar je bent je er altijd van bewust.
In tegenstelling tot de Cayman heeft het in de M4 geen zin om door te trekken tot het (hoge – we geven het toe) maximale toerental van 7.600 omwentelingen. Ver daaronder is alle trekkracht die je nodig hebt al beschikbaar. Bovendien staan je boven de 5.000 toeren geen verborgen akoestische verrassingen te wachten. De motor klimt graag in toeren, maar het is beter om achterover te leunen, te ontspannen en de turbo’s in het midden-toerengebied hun werk te laten doen. Ontspannen? In een M-model? Dit is inderdaad een dappere, nieuwe richting.
Niet dat de BMW geen andere sterke punten heeft. De remmen zijn bijvoorbeeld uitstekend. Deze M4 is voorzien van de optionele (7.728 euro kostende) carbon-keramische schijven. In tegenstelling tot andere soortgelijke systemen heeft dat van de BMW genoeg kracht en gevoel al vanaf het moment dat je het pedaal aanraakt. Gecombineerd met de onvoorstelbare hoeveelheid grip die de vooras van de M4 biedt, is het enorm makkelijk om in een bocht de neus de juiste kant op te krijgen om de apex te pakken. Een fijne eigenschap als een auto zo makkelijk dwars gaat als de M4. Als we The Stig zijn favoriete pose met rokende banden zien aannemen, glijdt de BMW zo stabiel en vanzelfsprekend door bochten als water dat druppelsgewijs over glas wegloopt. Opeens zijn we dan toch weer terug op vertrouwd M-terrein. Daarbij is het makkelijk om gewend te raken aan de manier waarop de M4 lange bochten op uiterst spectaculaire wijze rondt.
De M4 flatteert absoluut. Tegelijkertijd beloont hij je niet zoals de Cayman dat doet en al helemaal niet op het circuit. Ondanks het feit dat beide auto’s hetzelfde soort elektromechanische systeem hebben, voelt de besturing van de BMW kunstmatig aan vergeleken met die van de Porsche. Net als de andere systemen geeft ook dit niet zoveel feedback als je zou willen. De M4 is echter wel comfortabel en dit verraadt dan ook de weg die BMW met dit model is ingeslagen.
Wat betekent dat we ons, met het circuit van Castellolí als setting, gelukkiger voelen in de Cayman, maar er is iets dat enorm blijft knagen. De GTS maakt, vergeleken met de twee andere Cayman-uitvoeringen, niet zo’n sprong als we van tevoren hadden gehoopt. Gek genoeg is de basis-Cayman hiervoor al bijna te goed. Het is de standaard verstandige keuze, maar op de een of andere manier stapt niemand uit deze auto met een brandend verlangen om er een te bezitten. De Cayman wekt vooral goedkeurende knikjes en respect op. De BMW daarentegen komt op het circuit weliswaar tekort, maar is des te meer intrigerend. Hij vraagt om een diepere analyse. Hoewel ie knallend op een circuit niet zo episch aanvoelt, geeft ie wel de indruk dat hij op de weg zeer op zijn plaats is. Wat in het dagelijks leven best eens handig kan zijn.
Porsche Cayman GTS
Prijs: € 92.800 (NL) / € 76.230 (BE)
Motor: 3.436 cc, zescilinder boxer, 340 pk, 380 Nm
Prestaties: 0-100 km/u in 4,8 s, top 280 km/u
Aandrijving: achterwielen, 7v automaat (PDK)
Verbruik (gemiddeld): 8,3 l/100 km, 190 g/km CO2
Maten (l x b x h): 4.404 x 1.801 x 1.284 mm, 2.475 mm (wielbasis)
Gewicht: 1.450 kg
BMW M4 Coupé
Prijs: € 105.000 (NL) / € 78.850 (BE)
Motor: 2.979 cc, zescilinder twinturbo, 425 pk, 550 Nm
Prestaties: 0-100 km/u in 4,1 s, top 250 km/u
Aandrijving: achterwielen, 7v automaat
Verbruik (gemiddeld): 8,8 l/100 km, 232 g/km CO2
Maten (l x b x h): 4.671 x 1.870 x 1.383 mm, 2.812 mm (wielbasis)
Gewicht: 1.537 kg
Reacties