TopGear reed zojuist de Cadillac ATS, de nieuwe kleine Caddy die z’n pijlen richt op onder andere de BMW 3-serie. In het volgende nummer lees je het uitgebreide testverslag, nu alvast de highlights.
Testobject: Cadillac ATS
Uitvoering: 2.0T RWD Performance automaat
Locatie: Würzburg, Duitsland
Weersomstandigheden: bewolkt, fris, maar droog
Wat reden we?
Cadillacs nieuwste poging om de Europese premium sportsedans naar de kroon te steken: de compacte en frisse ATS.
Beviel het?
Meestal als Cadillac roept dat ze de Duitsers bij hun eigen spelletje gaan verslaan, doen ze een leuke poging, maar blijkt er uiteindelijk dusdanig veel aan te merken op de betreffende auto dat we het bijna zielig voor ze gaan vinden. De oude Seville bijvoorbeeld, die er uitzag als een verzopen kater en behoorlijk dramatisch stuurde. Zelfs de CTS – hoewel een prima ding – had in vergelijking met ze Germans nog wel een paar aandachtspuntjes. We waren verrast: met de ATS slaan de Amerikanen nu eindelijk de spijker vol op zijn kop.
Nog bijzonderheden?
De ATS is alles wat je zou denken dat ie niet is: snel, lichtvoetig, geraffineerd en vermakelijk om te rijden. De 2,0-liter turbomotor levert 276 pk, en dat maakt ‘m behoorlijk rap. De zestraps automaat is alert en denkt met je mee. De gewichtsverdeling is nagenoeg precies 50/50 en het onderstel is simpelweg uitstekend, het bochtengedrag heerlijk neutraal. De besturing is wat licht, maar prettig direct, en ja: zelfs het interieur is bijzonder netjes afgewerkt. Cadillacs nieuwe CUE-systeem – een soort iPad in je dashboard, compleet met alle vingerbewegingen die je op zo’n tablet kunt maken – is doordacht en wijst zichzelf.
Welke modellen komen er, wat gaan ze kosten en wanneer staan ze in de showroom?
De ATS is in Europa voorlopig alleen met de 2,0-liter turbomotor verkrijgbaar. In de VS rijdt ook een 3.6 V6-versie rond, misschien krijgen wij die uiteindelijk ook. Een diesel zit in de pijplijn (al geeft Cadillac nog niet aan wanneer ie komt), net als andere carrosserievarianten (in ieder geval een stationwagen, denken we). De auto is verkrijgbaar met handgeschakelde zesbak of deze automaat, waarbij we in dit – zeldzame – geval altijd voor de laatste zouden gaan. De ATS is standaard achterwielaangedreven, maar vierwielaandrijving is een optie, en nog een betaalbare ook (zo’n 2.500 euro). In Nederland is de ATS, die standaard al erg compleet is uitgerust, te krijgen vanaf 51.530 euro. De door ons geteste, nagenoeg volledig afgeladen Performance-versie kost 62.430 euro. Bestellen kan nu, eind dit jaar is de auto leverbaar.
Kom maar door met het eindoordeel dan!
We zijn blij verrast door de ATS. Behalve op details (hoofdruimte achterin) valt er simpelweg weinig op ‘m af te dingen. Een serieuze concurrent voor de 3-serie is het alsnog niet, daarvoor biedt ie te weinig (zeg maar: geen) keus qua motoren en vinden wij Europeanen Cadillac toch nog een beetje een te eng merk. Maar verdorie, het is wél een erg goede auto. Als je nu eens iets heel anders wilt dan die eeuwige Duitse toppers, hoef je niet langer met minder genoegen te nemen.
Reacties