Caterham loopt al 50 jaar mee in het autowereldje. De snelheid waarmee de dagen voorbijgaan, lijkt sneller te zijn dan een Caterham Seven 620. Om de vijf decennia van Caterham te vieren, heeft het merk vijftig feitjes over zichzelf gepubliceerd. Daarvan hebben we de tien leukste eruit gepikt, want het is ook onze en jullie vrijdag mensen.
Sinds vorig jaar is Bob Laishley de baas van Caterham en hij is trots op zijn merk: ‘De Seven van vandaag deelt nog altijd veel visuele kenmerken met de auto uit 1973. Onderhuids is er veel ontwikkelt om te zorgen voor een echte iconische auto die een moderne rijervaring biedt.’ De hoogste tijd om wat interessante moment uit de bomvolle historie van Caterham door te nemen.
1. De Caterham Seven is ontstaan na een biertje en een handdruk
In 1973 kwamen Lotus-oprichter Colin Chapman en Graham Nearn van Caterham Car Sales bij elkaar in het cafeetje Pub Lotus in Primrose Hill. De twee kennen elkaar goed. Caterham doet namelijk prima zaken als verkoper van auto’s van Lotus. Helaas heeft Chapman slecht nieuws voor Nearn: de Lotus Seven gaat uit de productie. Niets daarvan, denkt Nearn. Hij blaast nieuw leven in het model.
Onder het genot van een biertje gaven de twee elkaar een hand als symbool van de overdracht van de Seven. Kun je je een Britsere manier bedenken? De twee spraken af dat Caterham het gereedschap, de ontwerpen en exclusieve rechten voor de Seven zou krijgen. In de zomer van dat jaar ging de Caterham Seven in productie.
2. Er zijn meer dan 100 verschillende versies gebouwd van de Seven
Echt waar, er zijn meer dan honderd varianten gebouwd van de Seven sinds de lancering in 1957. Het merendeel daarvan is gebouwd na de overname van Caterham. Er zijn op dit moment zes nieuwe Sevens te koop bij Caterham: de Seven 170, Super Seven 600, Super Seven 2000, Seven 340, Seven 485 en Seven 485 CSR. Nog eentje en ze hebben er seven.
De versie die je hierboven ziet naast coureur Kamui Kobayashi is gebouwd om de zestigste Lotus Seven te vieren. Deze uitvoering heeft een speciaal plekje in ons hart. Hij is namelijk gebouwd door onze collega’s in het Verenigd Koninkrijk en daarna afgegeven aan Kobayashi. De coureur was zo onder de indruk van de auto dat hij een speciale versie liet maken en rechtstreeks naar Japan liet verschepen.
3. Caterhams worden niet meer in Caterham gebouwd
Misschien een tegenvaller voor de Caterham-fan, maar het dorpje Caterham is niet meer de thuisbasis van het automerk. Tot 1987 was dit wel het geval. Daarna is het merk verhuist naar een grotere fabriek in Dartford. Toch bleef de naam Caterham. De Dartford Seven klinkt ook eerder als een revolutionaire dartpijl dan een lichtgewicht autootje.
En er is nog meer te vertellen over de fabriek van Caterham: het bedrijf gaat uitbreiden! Een nieuwe fabriek van ruim vijfduizend vierkante meter moet ervoor zorgen dat de productie stijgt met 50 procent. In aantallen zijn dat jaarlijks 750 auto’s. De fabriek komt helaas niet in Caterham, maar ook in Dartford.
4. De Super Seven was ooit de auto van een politieagent in een actiefilm
Bij bekende filmauto’s denk je al snel aan F&F-auto’s of misschien de Aston Martin DB5 van James Bond. Ook een Caterham fungeerde eens als het vervoersmiddel van een hoofdrolspeler. De Franse acteur in kwestie is Jean-Paul Belmondo. Nu we toch met leuke feitjes bezig zijn: wist je dat de zoon van de bekende acteur, Paul Belmondo, in 1992 en 1994 in de F1 reed. Zonder enige succes overigens.
De Caterham speelt in de Franse actiefilm Flic Ou Voyou, wat zoveel betekent als agenten en overvallers. De film is gebaseerd op het boek L’Inspecteur de la mer‘ van Michel Grisolia. Die titel betekent vrij vertaald ‘De inspecteur van de zee’. Terug naar de film. In een van de scènes rijdt hij met de Caterham zo een huis binnen om door te stomen richting de woonkamer. Moet kunnen als politieagent.
5. De Caterham Seven Superlight R500 Evo sprint sneller dan een Ferrari Enzo
In 2004 bracht Caterham de Seven Superlight R500 Evo uit. Hij kreeg een 2,0-liter motor van Minister Racing Engines. Dat bleek een goede zet te zijn. Het autootje kostte nog geen 40.000 euro, maar is toch sneller in een sprintje van 0 naar 100 km/u dan een Ferrari Enzo. De Enzo kostte destijds ongeveer 480.000 euro.
De Caterham doet er 3,2 seconden over om de spurt te voltooien, de Enzo 3,6 seconden. En zo kunnen we nog wel even doorgaan met iconen die langer doen over de sprint naar 100 km/u. We noemen een Nissan GT-R, Porsche 911 (997-generatie) en de Chevrolet Corvette C6. Stuk voor stuk een flinke berg duurder dan de Caterham.
6. Caterham verzamelde een aantal records waaronder de meeste donuts
Caterham heeft in de vijftig jarige historie verschillende keren geprobeerd om een record neer te zetten. Een aantal keer is dit ook gelukt. Zo had Caterham in 1992 de snelste accelererende productieauto ter wereld. De Caterham JPE (Jonathan Palmer Evolution) sprintte in 3,4 seconden vanuit stilstand naar 96 km/u.
Ook het record voor de meeste donuts en de meeste donuts in één minuut is gezet in een Caterham. Het meeste aantal donuts achter elkaar is 566 en werd gezet door stuntcoureur Terry Grant in 2011. Zes jaar later deed succesvol baanwielrenner Chris Hoy een poging tot de meeste donuts in zestig seconden. Hij haalde er 19 waarmee het record voor Hoy was. Hiep hoi!
7. Een Honda-motor hielp Caterham aan het record achteruitrijden
Nog eentje dan? Dit record gaan de liefhebbers van de achteruitrijraces op Circuit Zandvoort leuk vinden. Caterham legde een Honda Blackbird motor, afkomstig uit een motorfiets uit 1999, in een Seven. Motorfietsen hebben inderdaad geen achteruitversnelling. Daarom werd de aandrijving omgedraaid. De motor had zes versnellingen die de wielen naar achter lieten draaien.
Het 1100 cc blok moest er in 2001 voor zorgen dat Caterham de hoogste snelheid haalde in de achteruit. Leg dat handje maar alvast achter de hoofdsteun van de bijrijdersstoel. De speciale Seven haalde een snelheid van 165 km/u in zijn achteruit. De snelheid was genoeg voor het record dat op naam komt van coureur Darren Manning.
8. Caterham reed twee seizoen mee in de F1
De Seven is niet het enige dat Caterham overnam van Lotus. In 2012 transformeerde het Lotus F1-team in Caterham F1. Dit om te voorkomen dat het raceteam in handen zou komen van Renault. Helaas evenaarde het F1-team niet het succes van de overname van de Seven. In het eerste jaar kwamen coureurs Heikki Kovalainen en Vitaly Petrov niet verder dan een elfde plaats.
Een jaar later stapten Charles Pic en Giedo van der Garde in. Het ging van kwaad tot erger, want in 2013 was de hoogste finish een veertiende plaats. Het enige hoogtepunt voor Van der Garde dat jaar was het halen van Q2 voor de GP van België. In 2014 sluit Christijan Albers zich aan bij het team als teambaas. Ook dat blijkt geen gouden greep en na een paar races wordt Albers op straat gezet. De prestaties worden niet beter waardoor Caterham nooit een punt scoorde in de F1. Oef.
9. De Caterham 160 weegt minder dan 500 kilo
In 2013 werd het tijd voor een instapmodel van Caterham. Daarom bouwde het merk de Caterham 160. Het driecilinder 660 cc Suzuki-motortje produceert 80 pk. Daar sla je niet steil van achterover, maar het is meer dan genoeg als je in een kuipje zit dat 490 kilo weegt. Zoek drie bonkige vrienden en je tilt de Caterham zo van zijn plek.
10. Lego verkoopt tien keer zoveel Caterhams als Caterham
Kijk eens om je heen en stel jezelf de vraag: Wat is er nog niet gemaakt van Lego? Oké, misschien je collega Jan die tegenover je zit, maar verder? Daarom kwam er in 2015 ook een Caterham Seven in blokjesvorm. De Lego-set van de 620R bestaat uit 770 steentjes en belichaamt het bouwpakket van de Caterham in miniatuurvorm.
Tot op heden zegt Caterham dat er meer dan tien keer zoveel Lego Sevens zijn verkocht dan de levensechte versie. De Lego-set van de Caterham Seven 620R wordt inmiddels niet meer verkocht door Lego. Links en rechts kun je nog wel een set krijgen, maar dan betaal je wel meer dan de oorspronkelijke verkoopprijs. Die was 84,99 euro.
Reacties