Chris Harris: Is Tesla’s voorsprong te groot voor Jaguar?

Jaguar, het bedrijf dat ooit de snelste auto ter wereld bouwde, dat met gebruikmaking van een verbrandingsmotor 193 km/u bereikte in de fabelachtige XK120, zal na 2025 niets meer produceren dat nog vloeibare brandstof nodig heeft. De aankondiging, gedaan in marketingtermen wolliger dan een kudde schapen, kreeg zelfs de handen van de Britse premier Boris Johnson zelf op elkaar.

Moet je nou blij worden van zo’n mededeling of niet?

Ik zou er maar wat graag heel tevreden mee zijn – ik woon nu eenmaal in het Verenigd Koninkrijk en een goed functionerend Jaguar is goed voor de economie, voor banen en voor het welzijn van iedereen die direct of indirect te maken heeft met de fabrieken die de auto’s bouwen.

Maar de waarheid is dat Jaguar al vele jaren allesbehalve goed functioneert. De XE was een kolossale flop, de nieuwe XF is en blijft een enorm charmante auto die echter om de een of andere reden door iedereen genegeerd wordt en hoewel de F-Pace een aardige positie in de markt heeft veroverd, is dat op riante afstand van alle Duitse mid-size SUV’s.

Er waren drie opties

Een andere waarheid is dat de Tata-groep maar een paar opties had voor Jaguar. De eerste: opdoeken. We mogen allemaal blij zijn dat dat niet gebeurd is. De tweede was het integreren van het Jaguar-DNA in het veel succesvollere merk Land Rover en mensen (vooral Amerikanen) Jagwar-versies van Land Rover-producten aanbieden – pure badge engineering, met andere woorden.

De derde optie is de dapperste én degene die werd gekozen: ga volledig elektrisch. Het is ook een pragmatische keuze; zelfs een kreupel Jaguar heeft honderden miljoenen euro’s nodig voor de ontwikkeling van nieuwe motoren en daar kun je nu ook mee ophouden. Belangrijker: Jaguar ontloopt zo de ontmannelijkende degradatie van het downsizen, dat ertoe gaat leiden dat grote sedans het zullen moeten doen met 300-cc motortjes met vier turbo’s – iets waar we ooit hartelijk om zullen moeten lachen.

Het kan goed uitpakken

Wat je trouwens ook niet moet onderschatten: de groene referenties die een in het VK gebouwde elektrische auto voor Britse kopers heeft. Emissies zullen alleen maar belangrijker worden en ‘breder’ gemeten worden, en mensen zullen meer oog krijgen voor de enorme hoeveelheden energie die worden verkwist door allerlei componenten en eindproducten eindeloos de halve wereld over te sturen. Een auto kopen die gebouwd is bij jou in de buurt zou nog weleens een stuk populairder kunnen worden, en Groot-Brittannië is een rijk land met veel wegen, dus dat zou goed kunnen uitpakken voor Jaguar.

Maar vanaf hier worstel ik wel een beetje om meer lichtpuntjes te vinden, al zal ik het blijven proberen. Jaguar is natuurlijk een luxemerk, reden te meer waarom de stille aandrijving van een elektrisch platform er uitstekend bij zou passen. Hun power is één ding (en EV’s hoeven daar niets op toe te geven), maar V12’s werden vroeger vooral gebruikt omdat ze zo stil waren, per slot van rekening.

Autobedrijven zijn geen technologiebedrijven

Het probleem is echter dat de elektrische toekomst (en de dominantie van Tesla) automakers ertoe gedwongen heeft verder te gaan als technologiebedrijven. De meeste gaat deze nieuwe rol belabberd af. Een recente studie heeft aangetoond dat VW en Toyota puur op technisch gebied zo’n zes jaar achterlopen op Tesla. Dat zijn nota bene de twee grootste autobedrijven ter wereld en ze investeren miljarden om de real-life Tony Stark bij te houden. Hoe zou het kleine Jaguar daar­tegen moeten concurreren? Ik weet niet of ze dat kunnen.

Je kunt meer van dit soort ‘alleen nog elektrisch’-aankondigingen verwachten, want de toekomst is nu vastgelegd door wetgevers en politici die autofabrikanten geen andere keuze laten. Dat is, in veel opzichten, een hopeloze situatie. Maar in die laatste opmerking ligt ook een klein greintje hoop. Als je slimme mensen zegt dat er maar één oplossing is, bewijzen ze meestal het tegendeel, en komt er een technologie bovendrijven waarvan niemand het had verwacht. Waterstof, synthetische brandstoffen, vliegende auto’s die lopen op lucht? Wie het weet, mag het zeggen. Maar er is een kans dat één van die ­toekomstige auto’s nog steeds een Jaguar-badge draagt.