‘Ik startte met autorijden toen ik vier jaar was, in van die kleine buggy’s met tweetaktmotoren, zonder versnellingen. Toen ik vijf was, begon ik in de karts. De eerste normale auto die ik reed, toen ik zeven was, was een Opel Monza. Die had een handbak, en ik kon niet echt naar buiten kijken, maar gelukkig zat mijn opa naast me. Daarna reed ik een strandbuggy die we op onze boerderij hadden, wat heel lief was van mijn ouders, want ik was nog steeds maar zeven. Ik leerde daarna een Amerikaanse truck te besturen, een Ford F-4000, toen was ik een jaar of tien. Ik reed niet per se heel hard in die auto’s, maar in de karts kon ik behoorlijk goed meekomen. Zo is het gekomen dat we plannen begonnen te maken voor mijn raceloopbaan.

Gepantserde Audi S3

Omdat ik mijn theorie-examen al had gehaald, kon ik rijexamen doen op de dag dat ik achttien werd. Het scheelde niet veel of ik was gezakt, omdat ik te laat richting aangaf. De eerste auto die ik had, was een Audi S3. Dat was op zich een snelle auto, maar bij ons in Brazilië was het helaas nodig om ’m kogelvrij te laten maken, omdat het risico om beroofd te worden behoorlijk groot is. Dus de hele auto werd gepantserd: het glas, de portieren, het motorcompartiment, de ­achterbak.
Destijds werd een auto daardoor ongeveer 230 kilo zwaarder; tegenwoordig is de technologie veel beter geworden en weegt de bepantsering van een middenklasser nog maar zo’n 180 kilo.Hoe dan ook, het zal je niet verbazen dat ik die S3 in elkaar reed. Hij was niet helemaal total-loss, maar de verzekeraar schreef ’m af. Dus had ik al snel een nieuwe S3, en ik overtuigde mijn familie ervan om ’m niet te pantseren. Maar ik moest ’m verkopen toen ik naar Europa vertrok om mijn racecarrière voort te zetten.

Volkswagen Golf R32

Toen ik hier aankwam, kocht ik een VW Golf R32; die was echt leuk – maar ik miste de turbo van de S3. De verzekering was trouwens enorm duur, waarschijnlijk omdat ik destijds nog maar twintig was.

BMW 335i Touring

De VW heb ik na een paar jaar verkocht om plaats te maken voor een BMW 335i Touring. Ik hield serieus veel van die auto – hij was ook handig om mijn moeder en mijn zus mee te vervoeren, want die nemen nogal veel bagage mee als ze op stap gaan. Het was waarschijnlijk een van de weinige hand­geschakelde 335i Tourings in het VK; en dus verloor ik er behoorlijk wat geld op toen ik ’m snel moest verkopen. Maar ik heb er geen moment spijt van gehad.

Porsche 911 GT2 RS

Ik verhuisde naar Monaco en reed daar in een Porsche 997 GT2 RS. Die was van een vriend, en hij wilde ’m in Monaco laten terwijl hij elders was. Ik reed er niet veel in, want ik was net begonnen in de F1 en was daarom veel onderweg. Maar die auto was cool, en ook best eng.
Ik was niet zo gek op Monaco, trouwens, want er zijn veel heuvels waarop je constant aan het filerijden bent. Dus voordat ik mijn vriend de auto teruggaf, liet ik de koppeling vervangen, wat werkelijk een fortuin kostte. Maar hij had me die auto ruim een jaar geleend, dus het leek me aardig om ’m in goede staat weer terug te geven.

VW Polo GTI

Ik ben altijd fan geweest van hot hatches. Ik kocht een Volkswagen Polo GTI met als doel er 300 pk uit te halen en de ophanging en remmen te verbeteren. Helaas heeft Volkswagen de motor zo ontworpen is dat ie niet goed te tunen is. Je kon er maar 30 pk extra uithalen zonder de motor te herbouwen. Dus verkocht ik hem weer.

BMW 340i

Toen kocht ik een BMW 340i, de sedan; die heb ik nu al meer dan twee jaar. Ik ben gek op die auto – ik rijd ’m dagelijks. Ik ben niet voor de M3 gegaan, want het prijsverschil is erg groot terwijl de prestaties elkaar niet veel ontlopen. De M3 ziet er beter uit, en heeft een sterkere motor, maar je kunt de 340i vrij makkelijk tunen naar het niveau van een M3.

McLaren 675LT

Momenteel heb ik twee auto’s, die BMW dus, en een McLaren 675LT Spider die ik eind 2016 heb gekocht. Ik rijd best veel met die laatste, eigenlijk. Er staat inmiddels al 6.000 kilometer op de teller. Ik heb trouwens ook een McLaren Senna besteld, die wordt in september of oktober geleverd, hopelijk voor mijn verjaardag in oktober.
Dat wordt wel echt een moment van trots, om eindelijk de naam Senna op een supercar te zien. De hele familie is er gelukkig mee, en ik ben wel het gelukkigst van iedereen dat ik er zelf een heb kunnen kopen. Ik heb gekozen voor de auto met het zichtbare, opengewerkte koolstof­vezel, de versie die in Genève is gepresenteerd, al was dat een bitterzoete beslissing. Het plan was aanvankelijk dat ik er regelmatig mee het circuit op zou gaan om ervan te genieten, maar gezien die bijzondere afwerking weet ik bij nader inzien toch niet of dat zo slim is. Elk plekje of krasje zul je voor altijd blijven zien. Dus lijkt het me ­misschien toch beter om mijn Senna in ­topvorm te houden.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)