EV-mythbuster: ‘Met een grotere accu hoef je minder vaak te stoppen’

We geven het toe: wij zijn net zo schuldig als alle andere testredacties. We gaan altijd maar door over die actieradius, waarmee we de mythe creëren en in stand houden dat dat het enige is wat telt. Maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. We moeten het ook hebben over efficiency. Neem de Nissan Ariya en de Toyota bZ4X.

Volgens de WLTP-standaard komen ze allebei zo’n 515 kilometer ver. Maar de Nissan heeft daar een 87-kWh accu voor nodig, terwijl het de Toyota al lukt met een batterijpakket van 71,4-kWh. Dat betekent twee dingen. Allereerst, overduidelijk: je betaalt naar verhouding minder per kilometer om de Toyota te laden, en bij de hoge elektriciteitsprijzen van dit moment is dat belangrijk.

Een grotere accu is niet altijd beter

Maar ten tweede: als je een rit maakt die verder gaat dan het maximale bereik (wat bij beide neerkomt op zo’n 400 kilometer op de snelweg), ben je er waarschijnlijk sneller in de Toyota. Niet zozeer vanwege hun theoretische laad­tijden op 150-kW snelladers – ze claimen allebei een half uur nodig te hebben om bij zo’n lader op 80 procent te komen. Maar meer omdat er niet altijd zo’n snelle lader beschikbaar is. Bij de gangbaardere 50-kW laders ben je simpelweg sneller weg als je minder energie nodig hebt.

Op een reis wil je eigenlijk altijd wel even een pauze nemen na minder dan 400 kilometer. Maar idealiter duurt die een minuut of 20, voor een broodje, een kop koffie en een toiletbezoekje. Dus als de auto 20 minuten is ingeplugd terwijl jij daarmee bezig bent, kost laden in feite helemaal geen tijd. Elke minuut daarna, dat merk je wel degelijk. En als je minder energie nodig hebt, heb je ook minder minuten nodig.

Duitse autodealers strijken ‘meer dan half miljard euro’ op door trucje met elektrische auto’s